De Duitser was van 1986 tot 1999 chef bij dit orkest. De plechtigheid vindt plaats in het Amsterdamse Concertgebouw. Het is volgens Haenchens telling dan de 800e keer dat hij ergens op de bok staat.

Volgens de artistiek leider van het Nederlands Philharmonisch Orkest, Willem de Bordes, is Haenchen „van cruciaal belang geweest voor de opbouw en ontwikkeling van de klank van het orkest. Met name in het laatromantische repertoire van componisten als Wagner, Bruckner, Mahler en Strauss.”

Haenchen wordt in 1943 in Dresden geboren. Hij begint zijn muzikale carrière als lid van het beroemde Dresdner Kreuzchor. Aan het conservatorium in zijn geboortestad volgt hij de opleiding orkestdirectie en zang. Vervolgens staat hij aan het hoofd van verscheidene orkesten en operagezelschappen, waaronder de Dresdner Philharmoniker en het Carl Philipp Emanuel Bach Kammerorchester.

Haenchen weet vanuit de toenmalige DDR naar Nederland te komen. In 1986 wordt hij chef-dirigent van het Nederlands Philharmonisch Orkest en het Nederlands Kamerorkest en muzikaal directeur van De Nederlandse Opera. Hij is een veelgevraagd dirigent. Zo stond hij op de bok bij orkesten als de Berliner Philharmoniker, het Gewandhausorchester Leipzig en het Koninklijk Concertgebouworkest.

Maandag leidt Haenchen het Nederlands Philharmonisch Orkest in onder andere de Zevende Symfonie van Anton Bruckner.