Met de subsidie „wordt bijgedragen aan het behoud van een belangrijk stuk Limburgs religieus erfgoed”, schrijft gedeputeerde Geert Gabriëls in een brief aan Provinciale Staten. De provincie komt daarmee de gemeente Venlo tegemoet, die vorig jaar in een bestuurlijk overleg had aangegeven dat zij dat behoud als „een immense opgave” ziet.

Steyl, op de rechteroever van de Maas, huisvestte vanaf 1870 vijf van oorsprong Duitse congregaties, die elk hun eigen klooster in het dorp vestigden. Ze weken uit naar Nederland omdat in het pas opgerichte Duitse Keizerrijk de Rooms-Katholieke Kerk onder druk stond van rijkskanselier Otto von Bismarck.

Een groep augustinessen uit Essen kocht het wijnpakhuis Moubis, waaruit het klooster Sint-Gregor ontstond. Het landgoed Moubis werd opgekocht door de Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid uit Münster, die het vervolgens flink uitbreidden tot het Sint-Jozefklooster.

De drie andere kloosters in Steyl werden gesticht door de Duitse pater Arnold Janssen, voor de Missionarissen van Steyl, de Missiezusters van Steyl en de Slotzusters van Steyl. Die kloosters bestaan nog steeds en functioneren als moederhuis voor hun congregatie. De twee andere congregaties hebben Steyl verlaten; de augustinessen al aan het eind van de negentiende eeuw, de Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid in 1994.

De kloosters zijn omgeven door uitgestrekte kloostertuinen. Een deel daarvan is in gebruik als moestuin of fruitboomgaard, inclusief monumentale kassen. De tuinen zijn ingericht met typisch rooms-katholieke devotionele elementen als Lourdesgrotten, grotten met Bijbelse thema’s, kruiswegstaties, Heilig Hartbeelden en Maria- en heiligenbeelden, waaronder enkele portretbustes van Arnold Janssen. Elke tuin heeft een eigen begraafplaats.

Een belangrijke bezienswaardigheid in Steyl is de botanische tuin Jochumhof, genoemd naar de missiepater en biologieleraar Peter Jochum, die de tuin gebruikte om toekomstige missionarissen kennis te laten maken met tropische planten.