Behoort u ook tot de dominees van rechts op de kansel en links op de weg?
Een zondagmorgen. Mijn preekbeurt in X is geannuleerd. Een nieuwe predikant is aangetreden. Vroeger ging in mijn kerkverband de preekbeurtenlijst over naar de gemeente die vacant werd. Dat gebeurt nog, maar niet iedere predikant is dan weer welkom. We zijn kieskeurig geworden. Er is ruim aanbod van voorgangers, er valt te kiezen.
Ergens diep in het zuidwesten van het land kreeg een kerkenraad plotseling een afzegging. De broeders hadden er lucht van gekregen dat ik beschikbaar was, dus werd ik gevraagd te helpen. De afstand, vele malen meer dan een sabbatsreis, was mij te ver voor een zondagse beurt. Bovendien hakt de reiskostenvergoeding er flink in. Ook geven wij dominees met al dat getrek een slecht voorbeeld als het gaat om milieu en zondagsrust. De broeders wisten echter een gevoelige snaar te raken. Het was nood en ik was al lang niet meer voorgegaan in Y. Men hoorde mij graag. Mijn ijdelheid was voldoende gestreeld, dus toog ik die zondagochtend op pad toen de kippen nog op stok zaten.
Aangekomen op mijn preekplek begroette een kerkganger mij allerhartelijkst. Met spotoogjes vroeg hij en passant of ik ook behoor tot de dominees van rechts op de kansel en van links op de weg.
Dat laatste kon ik ontkennend beantwoorden, ik probeer mij aan de snelheidslimiet te houden, mijn voorbeeldfunctie. Maar of ik op de kansel altijd rechts zit…? Die vraag hield me bezig. Als rechts voor conservatief staat en links voor progressief, ben ik zowel het een als het ander. Ik ben ervan overtuigd dat de Heere God en Zijn Woord beide zijn en ondertussen altijd voorúítstrevend, richting Koninkrijk.
Ook die andere vraag liet me niet los. Ik herinner me van vroeger dat sommige collega’s de bijnaam ”vliegend Evangelie” hadden. Niet altijd, maar soms had dat alles te maken met hun overvolle preekrooster en een diep ingedrukt gaspedaal.
Op weg naar het verre zuidwesten passeerde ik onderweg collega’s die een bijna even grote afstand moesten overbruggen op weg naar oost en noord. „Hadden wij maar een centrale preekbeurtregelaar”, mijmerde ik, beseffend dat zo’n instituut niet zonder gevaar is. Misschien houd ik dan nauwelijks preekbeurten over. Leeftijdsdiscriminatie dient zich ook in de kerk aan. Je bent daarnaast al snel te saai, te druk, te dit en te dat. Maar misschien moeten we met zijn allen toch iets meer op afstanden letten, ook vanwege de penningskes der weduwen. Laten we voorkomen dat trekkende dominees op zondag vooral links zitten. Het heilzame sabbatsgebod geldt ook hun.