Opinie

Aarde kan meer mensen dragen als overconsumptie verdwijnt

Niet zozeer het aantal mensen bepaalt de draagkracht van de aarde. Het is de overconsumptie die de wereld bedreigt. De groei-economie moet vervangen worden door een economie die gericht op sociaal welzijn en ecologisch evenwicht.

Peter de Jaeger
5 December 2022 21:08Gewijzigd op 6 December 2022 12:52
„Er zijn nu minder Chinezen dan vijftig jaar terug, maar het totale consumptieniveau ging met sprongen omhoog.” Foto: Shanghai. beeld AFP, Hector Retamal
„Er zijn nu minder Chinezen dan vijftig jaar terug, maar het totale consumptieniveau ging met sprongen omhoog.” Foto: Shanghai. beeld AFP, Hector Retamal

Onlangs is ergens op de wereld de acht miljardste burger geboren. Dat is aanleiding voor hernieuwde verhitte discussies over de draagkracht van onze aarde. Hoeveel mensen kunnen op een duurzame manier en met voldoende voedsel op deze planeet leven? Het ene kamp meent dat een ecologische ramp alleen te vermijden is bij minder mensen. Het andere kamp denkt dat de klimaat- en voedselproblemen zijn op te lossen door slimme technologie.

Wetenschappers debatteren al sinds de 18e eeuw over dit demografische vraagstuk. Het begon met de publicatie in 1798 van ”An essay on the principle of population” van Thomas Malthus. Deze Britse econoom en predikant zag als eerste een zorgwekkende relatie tussen bevolkingsgroei en schaarste. Maar de Industriële Revolutie, die kort daarna begon, bracht een wereld van overvloed en temperde Mal
thus’ sombere voorspellingen.

De bestseller ”The population bomb” van de Amerikaan Paul Ehrlich rakelde in 1968 de discussie weer op. Deze hoogleraar in de ecologie aan de Stanford University (Californië) pleitte voor onmiddellijke actie om verdere bevolkingsgroei in te tomen. Die aanbeveling werd enkele jaren later overgenomen door de Club van Rome, een internationaal netwerk van wetenschappers en industriëlen. Zij kwamen in 1972 met het alarmerende rapport ”Grenzen aan de groei”. Hierin werd een verband blootgelegd tussen toenemende consumptie en de eindigheid aan grondstoffen, zoals olie en gas.

Misvatting

Het is waar dat sommige technologieën hebben geleid tot een efficiëntere productie (denk aan kunstmest) en zo de invloed van de bevolkingsgroei op de beschikbaarheid van grondstoffen hebben beperkt. Maar het blijft lastig om in te schatten hoeveel mensen de aarde kan hebben zonder dat er problemen ontstaan. Het politieke debat gaat er simpelweg van uit dat een hogere levensstandaard zal leiden tot minder geboortes. En dat de wereldbevolking dus zal afnemen wanneer continenten als Azië en Afrika hetzelfde ontwikkelings
niveau hebben bereikt als Europa en de Verenigde Staten.

De misvatting in deze argumentatie is de aanname dat alleen bevolkingsaantallen ertoe doen. Vergeten wordt dat welvaart en rijkdom eveneens een erg bepalende rol spelen. Dit kan gemakkelijk leiden tot een paradox: De levensstandaard van vele landen wordt continu hoger door een toename van de consumptie per hoofd van de bevolking. Dat leidt weliswaar tot een kleinere bevolking, maar die zet wel een veel grotere stempel op de ecologie.

Neem China. Het aantal Chinezen groeide in de jaren zeventig nog jaarlijks met 3 procent, maar dit jaar is de bevolking voor het eerst in absolute aantallen afgenomen. Er zijn nu minder Chinezen dan vijftig jaar terug. In de afgelopen vijftig jaar ging evenwel het totale consumptieniveau met sprongen omhoog. Dat resulteerde in een zeer negatieve impact op het milieu. Hetzelfde gaat op voor India en andere landen waar de economie zich snel ontwikkelt. Wanneer deze trend doorzet, stevenen we weliswaar af op een kleinere wereldbevolking, die echter een veel vernietigender effect heeft op onze planeet.

Repareren

Het is daarom de hoogste tijd om onze houding ten opzichte van wat welvaart betekent te veranderen. We moeten andere manieren vinden om de levensstandaard te verhogen dan langs de weg van steeds meer consumptie. Economische groei moet vervangen worden door het streven naar meer sociaal en ecologisch welzijn. Dit zal automatisch leiden tot afname van materiële consumptie zonder aantasting van de levenskwaliteit.

Wat betekent dat in de praktijk? De politiek zal een betere balans tussen werk en leven moeten aanmoedigen. Het energiegebruik moet veel efficiënter worden, omdat veel energie (ook groene energie) wordt verbruikt voor onnodige producten. Nodig zijn ook regeneratieve praktijken. Dat wil zeggen: geen nieuwe dingen, maar gebruikte kleding en apparaten kopen; geen zaken weggooien, maar repareren. Laten we zoveel mogelijk voedsel zelf verbouwen en niet van ver weg halen. Nu gaat tijdens de voedselproductie en -verwerking een derde van het voedsel al verloren door verspilling.

Juiste balans

Deze nieuwe aanpak kan alle landen, ook de arme, helpen om over te stappen naar een andere manier van ontwikkeling. Een overgang die een hoge kwaliteit van leven combineert met een minimale impact op het milieu. Het maakt het verschil tussen een op groei gebaseerde, lineaire economie die grondstoffen omzet in emissies en een circulaire economie die geen afval produceert, omdat de output van het ene proces wordt gebruikt als input voor een ander proces.

Er is genoeg ruimte voor verbetering. Ons geluk hangt immers niet af van overmatige materiële consumptie, maar veel meer van de kwaliteit van onze sociale verbanden en de omgeving waarin we leven. Uiteindelijk zal een hoge levensstandaard die in evenwicht is met het milieu ons helpen de juiste balans te vinden, zonder dat we erop achteruitgaan. Op naar de 10 miljard wereldbewoners in 2050.

De auteur is freelance wetenschapsjournalist.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer