Mens & samenlevingHet gesprek

Richard Groenenboom: Mijn ontmoeting met een strijder van Boko Haram zal me altijd bijblijven

16 May 2025 15:11
Richard Groenenboom was als kind al nieuwsgierig naar de verhalen van andere mensen. Later ging hij journalistiek studeren. „De gesprekken die ik nu voer verrijken mijn leven en verbreden mijn blik.” beeld Niek Stam

Hij spreekt voor zijn werk met vervolgde christenen in Pakistan, Noord-Korea, India en Nigeria en merkt bij hen een groot verlangen om mensen bij Jezus te brengen. Dicht bij huis moet echter ook Richard Groenenboom (49) een drempel over om een niet-gelovige buurvrouw uit te nodigen voor een gesprek.

Met een microfoon verstopt onder zijn kleding sprak hij als eerste journalist de Pakistaanse christin Asia Bibi in de gevangenis. Hij zat ook urenlang aan tafel met een voormalige strijder van Boko Haram, een terreurorganisatie in Nigeria. De man had de meest vreselijke misdaden begaan tegen christenen.

Gesprekken als deze hebben hem als gelovige blijvend veranderd, legt Groenenboom uit op de bank in zijn huis in Waddinxveen. Hij zoekt naar manieren om de lessen van vervolgde christenen in zijn eigen leven toe te passen. In zijn gezin, maar ook buiten de deur bij zijn werk als woordvoerder en spreker van SDOK (Stichting De Ondergrondse Kerk). Hij geeft lezingen bij pinkstergemeenten en binnen de Gereformeerde Gemeenten. Overal komt hij christenen met geloofsvragen tegen. Juist in deze westerse samenleving, waar iedereen zo veel heeft, maar tegelijk worstelt met controle, vertrouwen en geloofszekerheid.

De gesprekken die Groenenboom voert raken hem soms diep. Juist omdat hijzelf ook heeft geworsteld met de vraag of Gods genade voor hem was. Hoewel hij Nederlandse christenen toerust met lessen van vervolgde christenen, gaat het toepassen van deze lessen ook bij hem niet vanzelf. „Mijn valkuil is om de controle van mijn leven zelf in handen te willen houden. Ik kreeg een keer een kaartje met daarop een treffende tekst: „Wat je zelf in handen probeert te houden, zul je verliezen, maar wat je in Gods handen legt, zal Hij voor je bewaren.” Dat kaartje zit nu achter een plastic raampje in mijn portemonnee. Ik wil er telkens aan herinnerd worden.”

U maakt regelmatig reizen naar gevaarlijke landen. Kijkt u dan extra vaak naar dat kaartje?

„Ik kan soms rationeel naar mijn werk kijken en denken: een gevaarlijk land bezoeken hoort erbij. Maar ik moet me telkens realiseren dat ik de dingen niet in mijn hand heb. Daarom heb ik dat kaartje nodig. Dingen lopen vaak zo anders.”

Heeft u dat weleens meegemaakt?

„Recent nog. Ik zou deze maand naar Nigeria gaan, maar ik heb duidelijk ervaren dat God de deur dichtgooide. Oorspronkelijk was het de bedoeling met een delegatie van de SGP te reizen, maar dat ging vanwege omstandigheden niet door. Dus toen ben ik zelf verder plannen gaan maken. Er was akkoord gegeven voor de reis. Een collega wees me erop dat het gebied waar ik naartoe wilde in een rode zone lag, dat het erg gevaarlijk was. Dat betekende dat er een extra gesprek moest plaatsvinden. Tijdens dat gesprek baden we voor de situatie en zochten Gods leiding. Ik besprak het ’s avonds met Mirjam, mijn vrouw. Ze zei, en dat is nog nooit eerder gebeurd: Ik heb niet het idee dat je daarnaartoe moet. Op dat moment kreeg ik een Bijbeltekst in mijn hoofd. Vrij vertaald: „Wees niet dwaas, waarom zou je sterven voor je tijd?” De volgende morgen kwam precies die tekst uit Prediker 7:17 terug op mijn Bijbelrooster. Toen heb ik mijn conclusies getrokken en de reis geannuleerd.

Vroeger zou ik eerder hebben gedacht: doe eens nuchter. Ik ben al vijf keer eerder in Nigeria geweest en het is toch altijd goed gegaan? Maar het begint met het gevoel dat je geen innerlijke rust of vrede hebt bij een besluit. Er knaagt iets. Ik geloof dan echt dat de Heilige Geest je een bepaalde kant op stuurt.”

Zijn er bepaalde reizen of ontmoetingen die u extra zijn bijgebleven?

„In de tijd dat ik nog bij de Evangelische Omroep werkte, interviewde ik de Pakistaanse christin Asia Bibi. Zij was gevangengezet op beschuldiging van blasfemie tegen de profeet Mohammed. Via via kon ik haar ontmoeten in een wachtkamertje van de gevangenis. Het leek een soort dierentuin met de gevangenen allemaal in een kooitje. Ik kon Asia niet recht aankijken, want ze was helemaal gesluierd uit veiligheid. Christenen vrezen in Pakistan voor hun leven omdat blasfemie een heel gevoelig onderwerp is. Een paar maanden daarvoor waren twee christenen net vrijgesproken door de rechter toen ze buiten de rechtbank meteen op straat werden doodgeschoten. Ik vond het indringend hoe Asia in die omstandigheden vertelde over haar geloof en de kracht die ze daaruit haalde.

„Mijn stereotype van terroristen ging volledig tegen de vlakte toen ik een voormalige strijder van terreurbeweging Boko Haram ontmoette”

Richard Groenenboom, woordvoerder van de SDOK

Ook mijn ontmoeting met een voormalige strijder van de terreurbeweging Boko Haram in Nigeria zal me altijd bijblijven. Mijn stereotype van terroristen ging volledig tegen de vlakte. Ik zag een wat stille, maar aardig overkomende man. Die mij tot in detail vertelde over de vele christenen die hij koelbloedig had neergeschoten terwijl ze hem smeekten om genade. Hij is nu christen en worstelt met zijn verleden.

Na zo’n gesprek besef je nog meer dat het een zegen is om op te groeien in een christelijke omgeving. Veel mensen die deze dingen doen, zijn ook slachtoffer van waar ze geboren zijn en de denkbeelden die ze hebben. Ik realiseerde me dat Jezus ook voor deze mensen naar de aarde is gekomen. Gods liefde en genade zijn zo groot, dat er voor de grootste zonden vergeving is. Soms is het best moeilijk om als mens daarnaar te kijken. Dan schrijf je iemand toch af op grond van de verschrikkelijke dingen die hij deed. Dat merk ik bij mezelf ook. Een gesprek als dit houdt me een spiegel voor over mijn eigen positie als christen.”

Wat ziet u dan?

„Dat het offers vraagt om als christen uit je comfortzone te stappen. Die offers zijn in ons land geen fysiek lijden, maar wel een stukje eenzaamheid. Dat je je vaak alleen of afgewezen voelt als gelovige in deze samenleving.”

Heeft u het nu over uzelf?

„Ja, ook. Ik zie bij veel vervolgde christenen een groot verlangen om mensen bij Jezus te brengen. Hun bewogenheid is groter dan hun angst om afgewezen te worden of vervolgd. Zelf moet ik ook een drempel over om het Evangelie met anderen te delen. We hebben een keer onze buurvrouw bij ons thuis uitgenodigd voor een maaltijd en met haar gebeden. Ze was geen christen. Vroeger zouden we dat minder snel gedaan hebben. Je voelt je al snel opdringerig of een beetje apart. Maar het is wel de opdracht van Jezus om het Evangelie ook met anderen te delen. Dat mag je op je eigen manier of plek doen, maar het is zaak om over die angst heen te stappen.”

„Het leuke aan journalist zijn vind ik nog steeds dat je mensen kunt bellen die je normaal niet zo gemakkelijk spreekt”

Richard Groenenboom, woordvoerder van de SDOK

U begon uw carrière als journalist bij de EO. Wat is de aantrekkingskracht van journalistiek voor u?

„Nieuwsgierigheid naar de verhalen van mensen. Als kind stelde ik al voortdurend vragen. En ik wilde altijd plekken verkennen waar andere mensen niet mochten komen. In de supermarkt achter de deuren van het magazijn spieken.

Het leuke aan journalist zijn vind ik nog steeds dat je mensen kunt bellen die je normaal niet zo gemakkelijk spreekt. Al die gesprekken verrijken je leven en verruimen je blik. Later kwam er het verlangen bij om in mijn werk te laten zien wat God wereldwijd doet.”

Richard Groenenboom specialiseerde zich tijdens zijn baan bij de EO in het thema christenvervolging. Hij reist voor de SDOK nu de hele wereld over om te spreken met vervolgde christenen. beeld Niek Stam

Vandaar ook de keuze om bij de EO te gaan werken?

„Ik wist al tijdens mijn studie dat ik het geloof graag met de journalistiek wilde combineren. Bij de EO mocht ik allerlei kerkelijke nieuwsprogramma’s maken. Ik heb een documentaireserie gemaakt over de groei van het christendom wereldwijd, waarvoor ik reizen maakte naar Brazilië en Korea. Later specialiseerde ik me juist in het thema christenvervolging. Maar ik werkte voor Radio 1 en ik merkte dat er na verloop van tijd op de zender minder ruimte kwam voor verhalen waarvan mijn hart sneller ging kloppen. Dus ben ik iets anders gaan zoeken. Maar ik kijk met plezier terug op mijn tijd bij de EO. Ik heb er veel geleerd, er goede contacten opgedaan en ik kom er zo af en toe nog eens.”

En toen kwam u als woordvoerder en spreker bij Stichting De Ondergrondse Kerk terecht.

„Ik vond het een prachtige baan, maar om eerlijk te zijn moest ik ook wennen. Ik was een groot journalistiek bedrijf gewend met directe communicatie van collega’s als een idee slecht was. Zo van: Bam, morgen is er een uitzending, we hebben een deadline, nu moeten we knallen en presteren. Bij de SDOK was het wat bezadigder, wat liever. Daar ben ik goed ingegroeid uiteindelijk. En de organisatie is ook groter geworden en geprofessionaliseerd.”

U schreef op basis van de reizen die u maakte voor de SDOK het boek ”Diepgeworteld”, met lessen van vervolgde christenen. Wat zijn die lessen voor u?

„Een belangrijke les is dat Jezus volgen meer betekent dan op zondag in de kerk zitten. In mijn boek schrijf ik dat God geen kerkgangers zoekt, maar volgelingen. Het is mijn diepste verlangen dat we als Nederlandse christenen net zo toegewijd worden als veel christenen die ik tijdens mijn reizen ontmoet.

Ik denk dat een stukje lauwheid of zelfgenoegzaamheid een grote valkuil kan zijn voor ons als Nederlandse christenen. Dat geldt ook voor mij. Gelukkig krijg ik dan een realiteitscheck van de mensen die ik ontmoet en van de geestelijke strijd waar zij dagelijks in moeten leven. Tegelijk besef ik maar al te goed dat we zelf ook onderdeel zijn van een geestelijke strijd.”

Hoe uit die geestelijke strijd zich hier dan?

„Ik geloof dat satan je gedachten kan verduisteren. Dat je denkt: als ik gewoon naar de kerk ga en trouw nog wat andere dingen doe, dan is het wel prima. Ergens probeer je God dan tevreden te stellen. Maar genade betekent juist dat ik er zelf niets aan kan bijdragen, maar dat ik uit dankbaarheid voor wat God voor mij heeft gedaan door het werk van de Heilige Geest steeds meer verlangen krijg om tot Zijn eer te leven.”

Richard Groenenboom. beeld Niek Stam

Is het werk van de Heilige Geest voor westerse christenen, met eerbied gesproken, soms ook een beetje ingewikkeld?

„Het is inderdaad een onderbelicht thema. Mensen zijn er snel huiverig voor, maar ik denk dat je soms meer met geestelijke ogen mag kijken naar dingen die we nu rationeel benaderen. Natuurlijk zijn er periodes waarin God stil is, en dan is volharden in het bidden en Bijbellezen heel belangrijk. Maar sinds ik met meer verwachting de Bijbel lees, hoor ik God ook vaker spreken. Mijn besef dat ik onderdeel ben van een geestelijke strijd is de afgelopen jaren gegroeid. Het is niet voor niets dat Paulus in de brief aan de Efeziërs spreekt over het dragen van een wapenrusting als strijd tegen geestelijke machten. Daarbij is het belangrijk dat we geworteld zijn in het Woord van God. En dat we met de waarheid van Zijn Woord de satan te lijf gaan.”

Zou het niet zo zijn dat elke gelovige zijn eigen valkuilen heeft?

„Ja, dat is waar. Aan de andere kant is het belangrijk om te weten dat er kwade machten bestaan. Ik kom ook in landen als India, waar hindoes die tot geloof komen vaak bevrijding nodig hebben vanwege hun grote angst voor geesten waar ze mee zijn opgegroeid. Ik was heel naïef op dat terrein, tot ik het zelf heb ervaren.”

Heeft u daar een voorbeeld van?

„Jaren geleden, toen ik nog bij de EO werkte, was ik in India met een RTL-verslaggever. Die bleek in het esoterische wereldje te zitten. Hij vertelde me van alles over reïncarnatie, numerologie (een soort waarzeggerij, AdB) en de kracht van woorden. Ik kreeg er een heel apart gevoel bij. Hij zei tegen me: Als ik bepaalde woorden hardop uitspreek, kan dat schadelijk voor je zijn. Maar ik kan het tegen jou zeggen, want Jezus zal je beschermen. Toen zei hij iets wat ik me nu niet meer kan herinneren. Het klonk als een soort toverspreuk.

Eenmaal terug op mijn hotelkamer ben ik nog nooit zo bang geweest. Ik voelde een duisternis en durfde mijn lampen niet meer uit te doen. Toen ben ik psalmen gaan zingen en werd ik uiteindelijk gelukkig rustig. Ik ben het nooit meer vergeten. Die duistere krachten bestaan dus wel en die moeten we ook niet onderschatten. Gelukkig zijn we dan veilig bij God. Niet omdat wij als christenen zo sterk zijn, maar omdat Hij ons beschermt.”

Hoe is het voor uw vrouw en kinderen dat u reizen maakt naar gevaarlijke gebieden?

„Met de kinderen heb ik het er niet zo veel over, want dan wordt het zo’n ding. Onze dochter van vijftien zit op het moment trouwens in Nepal voor Woord & Daad, dus ze gaat al een beetje haar vader achterna.

Mijn vrouw weet dat het onderdeel van mijn werk is, ik doe het ook al jarenlang. Ik bespreek de risico’s wel met haar. Al ligt dat ook aan de bestemming. Ik ben nu bezig met de voorbereiding van een reis naar Turkije en Mexico. Dat is toch een ander verhaal dan Nigeria of Pakistan. Maar ze steunt mijn werk en de roeping die ik daarin ervaar.”

Heeft uw werk jullie leven ook concreet veranderd?

„Ja, ik denk het wel. Ook als het gaat om de rol van het geloof in het gezin. De kerk is belangrijk, maar zeker ook hoe je huisgodsdienst in je gezin vormgeeft. We ervaren nog meer een verantwoordelijkheid naar de kinderen toe. Wij zijn voor hen de eerste identificatiefiguur in hoe we het geloof voorleven.”

Richard Groenenboom: „Mijn vrouw weet dat het reizen naar gevaarlijke gebieden onderdeel van mijn werk is, ik doe het ook al jarenlang. Ik bespreek de risico’s wel met haar.” beeld Niek Stam

Hoe geeft u dat vorm in de praktijk?

„Door elke dag een moment te hebben, vaak aan tafel, waarop we met elkaar lezen, bidden en zingen. Daarnaast doen mijn vrouw Mirjam en ik individuele Bijbelstudie met onze kinderen.

Ik ben dankbaar als ik zie dat mijn oudste dochter met vriendinnen van school bezig is met een Bijbelstudiegroepje. Dan merk je dat God toch doorgaat. Wij kunnen onze kinderen niet bekeren, maar we hebben wel een roeping als ouders om ze voor te leven in het geloof.”

Kent u ook moeilijke momenten in uw werk?

„Ja, ik kan soms spanning ervaren bij de voorbereiding van een lezing. Het gebeurde een keer dat de organisator van de bijeenkomst waar ik moest spreken van tevoren aangaf dat er best wat vragen leefden rond het thema heilszekerheid. Dit is een onderwerp waar ik zelf ook mee geworsteld heb, en ik ervoer dat ik juist hierover moest spreken. Nou, ik heb nog nooit zoveel spanning en angst gehad over een lezing, terwijl ik heel vaak op een podium sta en geen spreekangst heb. Eerlijk gezegd hoopte ik dat ze zouden afbellen. Dit heb ik als geestelijke strijd ervaren.

Uiteindelijk is het een heel bijzondere bijeenkomst geworden. Ik heb eerlijk verteld over mijn eigen zekerheidsvragen. Ik geloof dat de twijfel over de vraag of het Evangelie wel voor jou is, van de duivel vandaan komt. Dat stemmetje in je hoofd: het Evangelie is niet voor jou. Maar dat is niet de boodschap die Jezus geeft. Hij wil dat je naar Hem toekomt met al je zonden en dat je Hem om vergeving vraagt, omdat je het uit jezelf nooit kunt. En als je dat doet, ontstaat er zoveel vrede.

Na afloop kwamen verschillende mensen met betraande ogen naar me toe. Ze waren bemoedigd door de boodschap die ik bracht. Ik besefte: dit is het werk van de Heilige Geest.”

„Het raakt me als mensen veel vragen hebben over hun heilszekerheid, omdat ik er zelf ook zo mee heb geworsteld”

Richard Groenenboom, woordvoerder van de SDOK

Het wordt even stil.

Geëmotioneerd: „Ik vind het echt heel erg dat mensen daar zo in kunnen vastlopen. Het raakt me, omdat ik er zelf ook zo mee heb geworsteld.”

Met die heilszekerheid?

„Sommige mensen worden in één radicale omslag bekeerd. Bij mij is het een geleidelijk proces geweest. Ik worstelde met de gedachte dat ik te weinig besefte hoe zondig ik was. Ik kom uit een christelijke gereformeerde gemeente en ik merkte dat mijn ouders de Heere dienden. Als kind werd ik veel aangemoedigd te vragen om een nieuw hart. Dat deed ik, maar er gebeurde niets. Ik raakte teleurgesteld en dacht dat ik niet voldeed aan de voorwaarden om gered te worden. Via een geleidelijk proces liet God me zien dat Jezus geen voorwaarden schept om mij te redden. In plaats van lijdelijk afwachten roept God me op om tot Hem te komen.

Nadat ik wist dat mijn redding vastligt in Christus, was ik nog vaak onzeker. Ik dacht: heb ik me niet vergist? Ben ik wel gered? Ik moest leren: het feit dat ik blijf zondigen, verandert niets aan mijn positie die ik in Christus ontvangen heb. In Hem ben ik geheiligd.”

Naar wat voor kerk gaat u nu?

„Als ik spreek, zeg ik bewust niet naar welke kerk ik ga. Ik weet dat het gebruikelijk is om dat bij dit interview te vermelden. Daar wil ik graag van afwijken, omdat ik merk dat veel christenen in Nederland het fijn vinden om je in een hokje te kunnen plaatsen. Maar ik spreek in veel verschillende kerken, en namens SDOK breng ik een boodschap die kerkmuren overstijgt. Als we straks voor Gods troon staan, zal niet de vraag zijn naar welke kerk je ging. Maar wel: wie is Jezus voor je en wat heb je voor Zijn Koninkrijk gedaan?”

Is het verkeerd de behoefte te hebben om iets in een context te plaatsen?

„Nee, maar de wereld is zo veel complexer dan dat. Misschien denk ik hier ook zo over door mijn internationale ontmoetingen met christenen. Op reizen zit iedereen van alle kerkelijke denominaties gebroederlijk en gezusterlijk naast elkaar. En thuis gaan we dan weer in ons eigen kerkje zitten.”

U schreef een opinieartikel voor het RD over bestand zijn tegen de seculiere cultuur. Hoe doe je dat als christen?

„Ik pleit voor het belang van radicaliteit. Dat is een wat vies woord geworden. Maar het gaat erom dat je vasthoudt aan de Bijbel als onfeilbaar Woord van God. Ik zie in christelijk Nederland soms de ontwikkeling dat de eigen cultuur boven de Bijbel wordt gesteld. Dat is gevaarlijk. Jezus navolgen betekent dat je als gelovige in de branding staat en je eerlijk op grond van de Bijbel zegt hoe je over dingen denkt.”

_Wat drijft iemand in zijn of haar leven? Hoe is hij of zij gevormd? In deze rubriek een persoonlijk interview met een meer of minder bekend persoon uit de breedte van de samenleving. Deze aflevering: Richard Groenenboom. Volgende week: ds. G. Clements. _

Vond je dit artikel nuttig?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer