Gezellig, het blijft een bijzonder woord
Chris ontdekte dat de betekenis van het woord ”gezellig” niet zo oppervlakkig is als hij dacht.
Dieren blaffen, piepen, kakelen, burlen, tjirpen, fluiten. Prachtig allemaal. Maar mensen kunnen nog iets veel mooiers: praten. En gesproken woorden begrijpen. Schrijven. En geschreven tekst lezen. Die intermenselijke communicatie blijft fascinerend. Redacteur Chris Klaasse mijmert er tweewekelijks over in RDMagazine.
Chris ontdekte dat de betekenis van het woord ”gezellig” niet zo oppervlakkig is als hij dacht.
Veruit de meestgestelde taalvraag die Chris krijgt, luidt: Hoe zit het ook alweer met hen en hun?
Hoe noemden we een pasgeboren kind voordat we zo iemand baby gingen noemen?
In een vorige taalbijdrage ging het over ”de nodige gebruikssporen” van een zekere tafel. Ik schreef: „Die gebruikssporen zijn wel een noodwéndig gevolg van het gebruik van een tafel. Maar daarmee zijn ze nog niet nódig.”
Eindelijk was het er vorig week, een hoofdlijnenakkoord voor een programkabinet. Over de inleiding van zo’n document zal op tekstueel vlak vast goed worden nagedacht. Maar wie op taalkundige missers jaagt, kan er naar hartenlust op schieten.
In het inleidende gedeelte van een interview met Pieter Moens (RDMagazine 26-04) stond deze zin: „Het meubel kent de nodige gebruikssporen en moet nodig vervangen worden, zo verontschuldigt het echtpaar zich.”
Een onder veel RD-lezers bekende gehandicaptenzorgorganisatie heeft een slogan die in taalkundig opzicht nogal curieus is: ”Zorg wat er écht toe doet!”
Als een volk uitdijt, zoals het Nederlandse de afgelopen decennia, ontkomen dorpen en steden er niet aan dat ze samensmelten. Zo verging het Amsterdam en enkele omliggende dorpen. De hoofdstad heeft onder andere Sloten, Sloterdijk en Osdorp opgegeten.
Om de haverklap verschijnt er weer eentje, een boek over taal. Over nieuwe woorden, of juist over antieke naamgevingen. Lichtvoetig, of juist bloedserieus.
Wie door het prachtige Brabant rijdt, ziet daar plaatsnamen die qua uitspraak wat vraagtekens kunnen oproepen. Tussen ’s-Hertogenbosch en Tilburg tref je op de borden bijvoorbeeld Cromvoirt, Helvoirt en Oisterwijk aan. Wat moeten mondspieren en stembanden daar eigenlijk mee doen?