Taal: Poppie, purkie, zuigeling, baby
Hoe noemden we een pasgeboren kind voordat we zo iemand baby gingen noemen? Dat werd me onlangs gevraagd door iemand uit Staphorst.
Sinds een eeuw lenen we het woord ”baby” uit het Engels. Voor die tijd waren er tal van andere benamingen in omloop. De vraagsteller vertelde me dat in de streek waar zij woont de woorden poppie, poppe en kleine werden gebruikt.
Die woorden tref ik ook aan op een kaartje met dialectwoorden. In de regio waarin Staphorst ligt, spreekt men Zuidwest-Zuid-Drents. En daar schijnt poppe hét woord voor baby te zijn. In het gewone Drents is dat: poppie. En ”kleine” klinkt iets zuidelijker, aan de noordkant van de Veluwe.
In het Urker dialect heet een pasgeborene een balder. Aan de overkant van de vroegere Zuiderzee, in het West-Fries, heeft men het over een pop, een poppie of een purkie. Prachtige woorden, als je het mij vraagt.
In en rondom de Vlaamse stad Lochristi kennen ze een minder fraaie benaming. Volgens het dialectkaartje noemen ze daar een baby een labbekakkere. Dat doet denken aan het woord ”labbekak”, dat volgens de Dikke Van Dale kletskous, kwaadspreker, bangerik of slappeling betekent. Het werkwoord labbekakken betekent onder andere: lanterfanten. Misschien is Lochristi een nogal ijverige stad, waar baby’s worden beschouwd als weinig ontwikkelde burgers die geen bijdrage aan de broodwinning leveren?
„Volgens mij is ”zuigeling” een van de oudste voorlopers van ”baby””
Zo’n 30 kilometer ten zuiden van Lochristi ligt de Vlaamse gemeente Brakel. In die streek klinkt het woord voor baby stukken vriendelijker: zuigelingsken. Wie de laatste vier letters daarvan weglaat, houdt een woord over dat we ook in Nederland kennen. Het wordt volgens Van Dale in de geneeskunde nog steeds gebruikt om een kind onder de 1 jaar aan te geven.
Volgens mij is ”zuigeling” een van de oudste voorlopers van ”baby”. Het woordenboek noemt 1526 als jaar van de eerste bekende notering. Een van de oudste noteringen die ik in een krantenarchief vond, komt uit 1796. In een ontroerend familiebericht in de Goudasche Courant van 3 maart. De tekst luidt: „Myn geliefde Huisvrouw GEERTRUYDA MARIA DE VISSCHER, Oud circa 25 Jaaren, overleed heeden morgen, om elf uuren, my eene tedere Zuigeling van tien dagen nalatende; verzoeke my, myne Overledene Vrouws Ouderen, en verdere aanhorigen, de bittere droefheid, door Brieven van Rouwbeklag, niet te vernieuwen.” Was getekend: Aelb. van den Kerckhoven.
Redacteur Chris Klaasse bespreekt een taalkwestie. Reageren? chris@rd.nl