Taal: Wat betreft de spelling van plaatsnamen is Nederland nogal behoudend
Wie door het prachtige Brabant rijdt, ziet daar plaatsnamen die qua uitspraak wat vraagtekens kunnen oproepen. Tussen ’s-Hertogenbosch en Tilburg tref je op de borden bijvoorbeeld Cromvoirt, Helvoirt en Oisterwijk aan. Wat moeten mondspieren en stembanden daar eigenlijk mee doen?
Gewoon uitspreken als Cromvoort, Helvoort en Oosterwijk. Maar, waarom staat dat dan niet op de borden? Omdat Nederland op het gebied van plaatsnaamspelling nogal conservatief is.
Tot er in 1804 een nieuwe spelling kwam, was het heel gebruikelijk om ”oi” te schrijven als je ”oo” bedoelde. De i werd achter de o geplakt om duidelijk te maken dat die o als lange klinker uitgesproken moest worden. In België was dit zelfs tot 1863 gangbaar. Maar bij de zuiderburen tref je geen plaatsnamen meer aan met een als ”oo” bedoelde ”oi”. Ze zijn daar wat progressiever en hebben die namen gemoderniseerd.
In Nederland zijn we daar dus terughoudender in. Niet alleen in Brabant. In Gelderland heb je bijvoorbeeld Loil (uitspraak: Lool), in Limburg ligt Oirsbeek (Oorsbeek) en in Zuid-Holland heb je natuurlijk de Rotterdamse wijk Charlois (Sjaarloos) – maar dat is misschien gewoon de dialectische versimpeling van een Franse naam.
Behalve de i werd vroeger ook de e gebruikt om een klinker lang te maken. Onder meer Nuenen en Aerdenhout zijn daar nog getuigen van.
In de Statenvertaling tref je ook woorden aan met een i die er alleen als langmaker staat. In Genesis 2:1 bijvoorbeeld: „Alzo zijn volbracht de hemel en de aarde, en al hun heir.” Dit geldt dus ook voor ”heirscharen”.
Ik durf overigens niet uit te sluiten dat deze woorden ooit wel werden uitgesproken zoals je ze tegenwoordig schrijft. In de eerste editie van de Statenbijbel staan ze namelijk met een Griekse ij: heyr en heyrscharen. En volgens mij klonk de y in combinatie met de e destijds altijd als ei. Maar dat was toen…
Het wemelt in die eerste editie van de Statenbijbel overigens van de lang makende e’s. In Genesis 1:12 staat: „Ende de aerde bracht voort gras-scheutkens, cruyt zaetzaeyende nae sijnen aert, ende vruchtdragende geboomte, welckes zaet daer in was, nae sijnen aert: ende Godt sach dat het goet was.”
Waarom schreef men in plaats van ”ae” niet gewoon twee a’s? Omdat die uitsluitend gebruikt werden voor woorden (namen) waar je ook werkelijk twee a’s hoort. Zoals: Isaak, Aaron, Canaan, Kibroth Taava.
Je moet wat, als je (nog) geen trema tot je beschikking hebt.
Redacteur Chris Klaasse bespreekt een taalkwestie. Reageren? chris@rd.nl