Dossier Orgaandonatie

Orgaandonatie
Weinig 18-jarigen reageren op brief donorregistratie
Het aantal 18-jarigen dat het formulier voor donorregistratie terugstuurt, valt tegen. Op dit moment heeft precies eenderde van deze categorie jongeren het formulier teruggestuurd. Minister Borst van Volksgezondheid rekende op 41 procent.
(28 oktober 1999)

„Donorregistratie is mislukking”
Orgaandonatie houdt de gemoederen bezig. Alle Nederlandse huishoudens hebben een donorregistratieformulier ontvangen. Maar velen sturen het formulier niet terug. Volgens drie Rotterdamse hoogleraren moet de operatie als een mislukking worden beschouwd.
(17 juni 1998)

Elke volwassen Nederlander krijgt donorregistratieformulier
Voor het uitnemen van donororganen is nog steeds toestemming van de patiënt en zijn familie nodig. Dat geeft problemen. De patiënt kan zijn toestemming niet meer geven en familieleden zijn veelal zwaargeschokt. In de Wet op de orgaandonatie is daarom een systeem van donorregistratie vastgelegd. De overheid verzoekt elke Nederlander ouder dan 18 jaar zijn visie op orgaandonatie kenbaar te maken.
(24 januari 1998)

Wetten komen en wetten gaan
In Nederland is er een dringend tekort aan donoren. Er bestaan lange wachtlijsten met patiënten. De nieuwe wet op orgaandonatie moet dat probleem oplossen. Daarin is een evenwicht tussen de verschillende visies bereikt. De praktijk zal uitwijzen of de wet aan de verwachtingen voldoet.
(22 september 1995)

Bezinning op moeilijke kwestie
Er bestaat geen eenduidig christelijk standpunt over orgaandonatie. Dr. Op ‘t Hof is afwijzend, uit eerbied voor het lichaam. Dr. Seldenrijk meent juist dat het gebod van naastenliefde tot voorzichtige acceptatie dringt. Twee visies naast elkaar.
(22 september 1995)

Offer toestemmingsprincipe donor niet op
Hoewel ze transplantatiegeneeskunde positief waardeert, is juriste Elisabeth van Dijk geen voorstander van het toestemmingsprincipe. „In het ”geen-bezwaarsysteem” ontbreekt de positieve wilsuiting van de donor”, schrijft ze. „Dit ontkracht het geschenk. Schenken is immers een bewuste daad?”
(2 maart 1995)

„Orgaantransplantatie mist bijbelse grond”
„Als er iets duidelijk is bij het vraagstuk van orgaantransplantatie, dan is het wel dat de mens zelf wil en blijkbaar mag beschikken over zijn lichaam en de organen daarin”, schrijft B. van der Ros in een opinieartikel. Hij benadrukt dat de Bijbel niet alleen aan de menselijke ziel, maar ook aan het lichaam grote waarde toekent.
(25 april 1998)

Ds. Schreuder over orgaandonatie
Hoewel hij vindt dat het hier en nu in de gezondheidszorg te veel centraal staat, is ds. Schreuder, voorheen arts, niet tegen orgaandonatie. Naastenliefde vindt hij echter geen valide argument. De Beekbergense predikant koestert uiteindelijk echter een de medische wetenschap overstijgende visie. „Het eigendom van Jezus Christus te zijn: dat is pas levenskwaliteit”.
(7 februari 1998)

„Orgaandonatie maakt inbreuk op de integriteit van het lichaam”
De beslissing om post mortem orgaandonor te worden heet vrijwillig, maar velen voelen zich moreel gedwongen om hier positief op te reageren, vindt rabbijn Evers. Hij weet dat dat voor het joodse bevolkingsdeel een moeilijke en zwaarwegende beslissing is.
(2 april 1998)

Een handreiking bij orgaandonatie
Met zijn „Wilt u donor zijn?” wil drs. Teeuw een praktisch pastorale handreiking bij orgaandonatie bieden. Prof. Velema constateert in zijn recensie dat daarin zonder veel nadruk het ”ja” tot donatie overheerst, terwijl de auteur bijna evenveel begrip voor het ”neen” kan opbrengen.
(3 december 1997)

Orgaandonatie en rouwverwerking
Voor de verwerking van het verlies van een plotseling overleden geliefde is het onbelangrijk of de overledene zijn organen heeft beschikbaar gesteld. Dat zeggen twee Leidse onderzoekers. Zij stellen vast dat nabestaanden vaak onwetend zijn over de omstandigheden rond orgaandonatie.
(14 februari 1998)

„Een hersendode kan er nog zijn”
„Als de overheid inderdaad neutrale informatie over orgaandonatie wil verschaffen, moeten ook de vraagtekens die sommigen zetten achter de stelling ”hersendood is dood”, daarin worden betrokken”. Stichting Bezinning Orgaandonatie vraagt zich af hoe dood hersendood is. „Een hersendode kan er nog zijn”
(31 januari 1998)

”Een hersendode is gestorven”
Donatie van vitale organen als hart, longen en lever is pas mogelijk als er sprake is van hersendood. Dat hersendood inderdaad dood betekent, is soms moeilijk te geloven: de borstkas beweegt, de huid is roze en warm. Voor artsen is een patiënt echter overleden als de hersenen zijn uitgeschakeld.
(31 januari 1998)

Daniëlle kan weer helder zien
Daniëlle is zeven jaar als ze een ernstige virusinfectie krijgt in haar linkeroog. Allerlei behandelingen baten niet. Integendeel, haar hoornvlies raakt steeds zwaarder beschadigd en haar gezichtsvermogen vermindert. Een hoornvliestransplantatie biedt uitkomst. Op haar vijftiende kan Daniëlle weer helder zien.
(28 februari 1998)

Elly Non-Maas ontvangt nier van vader
Elly Non-Maas is een van de 91 mensen die in 1997 een nier van een familielid ontvingen. Voor haar vader was het duidelijk: „Als je je kind zo ziet lijden, maak je er helemaal geen punt van. Zonder nieren mis je het leven en dat leven kon ik haar nu als het ware teruggeven”.
(24 januari 1998)

Nierdonor na de laatste hartslag
In het laboratorium van het Academisch Ziekenhuis Maastricht staat een hele rij draagbare perfusiemachines. Klaar om een donornier te ontvangen, door te spoelen en te koelen. Het lab speelt een belangrijke rol in het non-heart-beating-donornierenprogramma in Nederland.
(14 februari 1998)

Orgaantransplantatie: tot (w)elke prijs?
Met de orgaandonatiewet wil de overheid het aantal orgaandonoren vergroten. Veel wetenschappers vermoeden echter dat het orgaantekort een blijvend probleem is. Zij zien niet de mens, maar genetisch gemanipuleerde varkens als dé orgaanleveranciers van de toekomst. Xenotransplantatie kan, maar mag het ook?
(17 augustus 1995)

Na “toestemming” en “geen bezwaar”...
Het wetsvoorstel over orgaandonatie verenigt letterlijk de voor- en tegenstanders van orgaandonatie. Nu zullen er vast meer donororganen komen. Maar de ontwikkelingen in de celbiologie houden daarmee niet op. Experimenten met het kweken van organen en met xenotransplantatie werpen vruchten af. Hoe zit het met de ethische doordenking ervan?
(6 juli 1995)

Xenotransplantatie heeft nog hobbels te nemen
Baby Fae kreeg twee weken na haar geboorte in 1984 het hart van een jonge baviaan ingeplant. Ze leefde nog drie weken. Xenotransplantatie, waarbij dierlijke organen in mensen worden getransplanteerd, kampt tot nu toe met verschillende technische problemen.
(21 februari 1998)