Filosoof Jan Verplaetse over de vrije wil
Heeft de mens een vrije wil? Nee, zegt de moderne hersenwetenschapper. Ja, zegt onze intuïtie. De filosoof en neurowetenschapper Jan Verplaetse verdedigt de opvatting dat wij niet verantwoordelijk zijn voor wat we doen en laten.

Anders dan je zou denken, komt deze overtuiging volgens hem zowel het persoonlijke als het maatschappelijke leven ten goede. Het klassieke recht heeft een solide uitgangspunt: de mens is normaliter verantwoordelijk voor wat hij doet. Wij zijn verantwoordelijk voor onze keuzes en staan schuldig als we de wetten en normen overtreden. Toch gaan er steeds meer stemmen op die dit uitgangspunt ontkennen. De belangrijkste oorzaak daarvan is het hersenonderzoek. Dat heeft, zo menen velen, aangetoond dat onze bewuste beslissingen slechts de uitkomst zijn van onbewuste, biologische processen.
Jan Verplaetse is filosoof en neurowetenschapper aan de faculteit rechtsgeleerdheid van de Universiteit Gent. Hij schreef een knap en helder boek over vrije wil, schuld en verantwoordelijkheid. Wat zijn boek tot een verademing maakt in vergelijking met bijvoorbeeld de uitlatingen van de hersenprof Dick Swaab, is dat Verplaetse de filosofische vragen serieus neemt. Hij erkent ten volle dat filosofische en levensbeschouwelijke vragen niet zo simplistisch met wetenschappelijk onderzoek kunnen worden beslist als Swaab en de zijnen gemakshalve doen voorkomen.
Op filosofisch zorgvuldige wijze betoogt Verplaetse waarom de tegen ons gevoel indruisende gedachte (contra-intuïtieve positie) dat wij geen vrije wil hebben, toch de juiste zou zijn. Vervolgens gaat hij in op wat dit dan betekent op zowel het persoonlijke als het maatschappelijke vlak. De rechtspraak moet zijns inziens niet meer uitgaan van schuld, maar van preventie.
Ik heb grote waardering voor de helderheid, zorgvuldigheid en grondigheid van dit boek. Studenten of anderen die zich willen oriënteren op de huidige debatten inzake de menselijke wilsvrijheid, kunnen hier uitstekend terecht. Toch maak ik enkele kritische opmerkingen.
Theologie
Verplaetse laat de theologische dimensies van het vrijewildebat volledig buiten beschouwing. De verzoeningsleer in het christendom geeft een wezenlijke plaats aan het begrip schuld: wij zijn schuldig omdat wij vrijwillig zondigen (zie ook zondag 4 van de Heidelbergse Catechismus). De christelijke theologen van de Vroege Kerk en de middeleeuwen hebben als geen ander nagedacht over de menselijke wilsvrijheid. Ook nu nog nemen christenen een prominente plaats in het debat in (bijvoorbeeld Alvin Plantinga en Peter van Inwagen). Maar op geen enkele wijze geeft Verplaetse hieraan aandacht. Dat zal te maken met zijn eigen atheïstische levensovertuiging. Maar het maakt wel duidelijk hoezeer veel tegenwoordige filosofische vraagstukken van hun historische wortels zijn afgesneden.
De grote vooronderstelling van Verplaetse is dat zijn lezer meegaat in wat hij een ”wetenschappelijke mensvisie” noemt. Daaronder verstaat hij dat de werkelijkheid ten diepste alleen uit materie bestaat (het zogenoemde materialisme of fysicalisme). De opvatting dat er naast materie méér is (wat en hoe dat ook moge zijn), schuift hij al te gemakkelijk terzijde. Toch hebben de meeste denkers van de wereldgeschiedenis het fysicalisme verworpen. Dit materialistische uitgangspunt geeft het boek iets verbazingwekkends. Wat ligt er meer voor de hand dan dit: als de mens niet meer is dan materie, dan heeft hij geen vrije wil. Is voor die conclusie zo veel denkwerk nodig? Graag had ik gezien dat Verplaetse veel meer aandacht had gegeven aan de echt spannende vraag: Is de kracht van onze intuïtie dat wij wilsvrijheid hebben, mogelijkerwijs een belangrijk argument tegen het fysicalisme? Maar die vraag komt helaas niet aan bod.
Volgens Verplaetse is schuld slechts „een normatieve fictie.” Het strafrecht moet veranderen in maatregelenrecht, vindt hij. Straf moet altijd gericht zijn op de toekomst (preventie), nooit op het verleden (vergelding). Daarmee gooit hij het begrip rechtvaardigheid overboord en ontkent hij dat er een objectieve morele orde in de werkelijkheid is. Maar is het verlangen naar gerechtigheid bij slachtoffers van de Holocaust nu echt een misvatting? Heeft de Joodse gevangene Simon Wiesenthal met zijn levenslange zoektocht naar nazibeulen zich schandalig vergist? Volgens Verplaetse eigenlijk wel. Want schuld, verantwoordelijkheid en rechtvaardigheid bestaan niet.
Traditie
Het boek van Verplaetse laat zien dat de discussie over de vrije wil geen vrijblijvende kwestie is. De gevolgen voor de samenleving zijn verstrekkend. Dat betekent tevens dat christenen niet kunnen volstaan met de louter theologische bewering dat de mens geen vrije wil heeft. Wellicht is de vraag naar de menselijke wilsvrijheid vandaag de dag belangrijker dan ooit. Het is daarom dringend gewenst dat er vanuit christelijk perspectief een tegengeluid komt tegen de fysicalistische werkelijkheidsbeschouwing. De lange traditie die de kerk heeft in de bezinning op de menselijke wilsvrijheid zou juist in dit opzicht wel eens onvermoede rijkdommen kunnen bevatten.
Boekgegevens
”Zonder vrije wil. Een filosofisch essay over verantwoordelijkheid”, door Jan Verplaetse; uitg. Nieuwezijds, Amsterdam, 2011; ISBN 978 90 5712 328 3; 237 blz.; € 19,95.