Treinende NS-topman biedt reiziger hoop
De treincoupé, nog niet eens zo heel lang geleden een fijne plek om ’s morgens vroeg wakker te worden met een krant in de hand of een laptop op schoot, is verworden tot een oord van chagrijn.
Zelfs een staanplaats is al langere tijd geen garantie meer in de rijtuigen van de Nederlandse Spoorwegen. Tijd voor het ombuigen van de neerwaartse spiraal.
Het spoorbedrijf verwelkomde dinsdag zijn nieuwe topman, oud-minister van Sociale Zaken Wouter Koolmees. Die is naar eigen zeggen grootverbruiker als het om reizen per trein gaat. Dat scheelt weer bij het inwerken en inpraten.
Zich inléven kan hij dus ook. Want op perrons en in coupés wordt pijnlijk duidelijk wat eraan schort bij de NS. Personeelstekorten dwingen het bedrijf flink te snoeien in de dienstregeling. Minder ritten betekenen meer uitval, meer vertragingen en meer gedrang in de trein. Per volgende week wordt er nog verder afgeschaald.
Wie niet regelmatig het spoor verkiest boven andere vormen van vervoer, kan zich waarschijnlijk maar moeilijk een voorstelling maken van wat zich dagelijks in de trein afspeelt. Met een exploderende klachtenstroom van reizigers als gevolg.
De NS werken hard om nieuwe medewerkers te werven, maar klagende reizigers doen het imago van het ooit zo fiere staatsbedrijf geen goed. Wie wil daar graag werken? Daar komt bij dat het personeelsbestand van de NS aan de andere kant nog zal krimpen doordat veel collega’s binnen afzienbare tijd met pensioen gaan. Dat zelfs kantoorpersoneel wordt gevraagd als assistent-conducteur bij te springen, geeft aan hoe hoog de nood is.
Het is veel te gemakkelijk om te stellen dat het bedrijf alles fout doet. Tijdens de coronacrisis verdampte het aantal dagelijkse reizigers, terwijl nagenoeg alle treinen moesten blijven rijden. Zo’n 20 procent van de reizigers is na de coronatijd niet teruggekeerd in de coupé en het is de vraag of dat nog zal gebeuren nu hybride werkvormen hun bestaansrecht hebben bewezen.
Personeelstekorten zijn overigens ook bepaald geen exclusief NS-probleem. En het bedrijf haalt wel degelijk alles uit de kast. Voor het moderniseren van intercity’s zetten de NS bijvoorbeeld statushouders in, die op de arbeidsmarkt nogal eens het etiket kansloos krijgen opgeplakt.
De treinreiziger is op korte termijn vooral de dupe. Veel kaartjes worden duurder, de kans dat een trein niet rijdt neemt alleen maar toe en het schrikbeeld van een opeengepakte, dampende mensenmassa in een kleine ruimte is al rauwe werkelijkheid.
Oud-minister Koolmees, nu dus de grote baas bij de NS, heeft bewezen wat in zijn mars te hebben. Zijn opgewekte karakter zal hem van pas komen bij zijn nieuwe titanenklus. Het kan niet anders dan dat de gegarandeerde zitplaats met een beker koffie erbij hem als muziek in de oren klinkt. Dat moet de gefrustreerde treinreiziger enige hoop geven.