„Raad van State erkent belang metingen naar hinder houtstook”
Marleen en Dieter Pientka uit ’s-Gravenpolder zijn blij dat de Raad van State hen in het gelijk heeft gesteld in een geschil met de gemeente Borsele over overlast door houtstook. De gemeente liet na, gedegen onderzoek te doen naar de hinder die het echtpaar zegt te ondervinden van houtkachels in hun buurt.
„Het is goed dat Borsele nu opnieuw onderzoek moet doen”, vertelt Marleen Pientka. Het stel vroeg de gemeente in februari 2020 handhavend op te treden tegen houtstook van hun buren. „Maar er is toen alleen een boa in een auto met zijn raam op een kier door de straat gereden terwijl deze wist dat er juist die dag niet werd gestookt, omdat het RIVM dat in een stookalert had geadviseerd”, aldus Pientka. „Dat kun je niet een representatief onderzoek noemen.”
Het echtpaar schakelde de Raad van State in nadat de gemeente vervolgens weigerde handhavend op te treden tegen de overlast van het stoken van de houtkachel bij hun buren. De Raad van State concludeert nu dat Borsele voorafgaand aan die beslissing te weinig onderzoek ter plaatse verrichtte.
Het doet Pientka deugd dat de Raad ook keek naar de metingen van het fijnstofgehalte in en rond hun woning in ’s-Gravenpolder die haar echtgenoot had uitgevoerd. „We gaven de uitkomst van die metingen destijds aan de gemeente Borsele maar die deed er niets mee. De Raad van State betoogt dat deze metingen voor de gemeente aanleiding hadden moeten zijn voor nader onderzoek naar de schadelijkheid van houtrook.”
Pientka benadrukt „dat het in deze zaak niet zozeer om onze situatie gaat; deze uitspraak is een opsteker voor alle andere burgers in het hele land die regelmatig zelf de hinder van houtstook meten. Deze groep wordt nu op de kaart gezet en dat is de grootste winst van de uitspraak. Want niemand mag ongevraagd worden blootgesteld aan schadelijke houtrook, ook niet de postbode, de wijkverpleegkundige of kinderen in de speeltuin in de buurt.”
Verantwoordelijk wethouder van Borsele Arno Witkam (PvdA, Milieu en Leefomgeving) zegt in een reactie dat hij „met de uitspraak zal moeten leven”. Witkam: „Er is nu bepaald dat wij binnen twaalf weken een nieuw besluit moeten nemen over het handhavingsverzoek van het echtpaar Pientka, en dat zal ook gebeuren.” De wethouder houdt staande dat er destijds goed onderzoek is gedaan door de gemeente naar de door de familie Pientka gesignaleerde stookhinder. „Als wij een toezichthouder op pad sturen, ga ik ervan uit dat die zijn taak gedegen uitvoert. Als er destijds meerdere onderzoeken waren uitgevoerd weet ik niet of er een andere conclusie was uitgekomen dan dat er geen sprake was van overlast. Maar het blijft lastig, de een heeft nu eenmaal minder last van houtrook dan de ander, zeker als die ander iets mankeert aan de luchtwegen.” Witkam erkent wel dat gemeenten „over niet heel veel instrumenten beschikken om op overlast van houtrook te handhaven”.