Rutte: Poetin zal net als Hitler doorgaan
DEN HAAG. Premier Rutte erkent dat hij te veel op de achtergrond is gebleven tijdens de maatschappelijke onrust over het stikstofbeleid en de stijgende gasprijzen als gevolg van de Oekraïne-oorlog.
Hij zei dat maandagavond in een speciale uitzending van de talkshow Op1. Rutte werd voor die gelegenheid geïnterviewd vanuit het Catshuis door journalist Sven Kockelmann, zodat hij zich alsnog over dergelijke heikele kwesties kon uitlaten.
Voorafgaand wilde Rutte hebben gezegd dat hij het niet eens is met de kritiek dat het kabinetsoptreden in tijden van crisis te traag zou zijn. Problemen op het gebied van bijvoorbeeld asiel of stikstof zijn „uiterst complex”, benadrukte hij.
Gaandeweg kreeg zijn optreden meer het karakter van een oproep en spoorde hij burgers aan solidair te blijven met Oekraïne, ook nu duidelijk is dat daar in de vorm van de oplopende energierekeningen een prijskaartje aan hangt. Nederlanders zijn bereid die prijs te betalen, aldus Rutte, mits ook het kabinet daar een aandeel in neemt.
Vorige week kondigde het kabinet op Prinsjesdag halsoverkop aan dat er een prijsplafond komt, waarmee de uitgaven aan stroom en gas tot aan een bepaalde mate van verbruik gelimiteerd blijven. De premier wilde echter nog niet vooruit lopen op de exacte invulling daarvan.
Over de Oekraïneoorlog zei hij dat Nederland onverminderd doorgaat met de wapenleveranties aan Zelensky, zodat het land zich kan blijven verdedigen. „Als we toegeven aan bruut geweld, aan deze kolonisering van Oekraïne, dan weten we van Hitler dat het niet stopt bij één land”, zei de premier.
In het interview becommentarieerde hij verder de verkiezingswinst van Fratelli d’Italia in Italië, die naar het zich laat aanzien de weg vrijmaakt voor een ultrarechtse regering met de partij van Giorgia Meloni, aangevuld met onder meer Lega en Forza Italia. „De leiders van deze drie partijen hebben uitspraken gedaan, waarvan je zegt: er is reden voor waakzaamheid”, aldus Rutte.
De premier heeft Meloni nog niet gefeliciteerd met haar overwinning, maar dat is volgens hem gebruikelijk pas te doen wanneer zij daadwerkelijk premier is. Is dat zover dan staat hij open voor samenwerking: „Je moet niet naïef zijn, maar je moet haar wel een kans geven.”
Rutte sprak zijn zorgen over Italië uit nadat hij Hongarije en Polen noemde. Die landen liggen al langere tijd op ramkoers met de rest van de EU, onder meer vanwege hun omgang met de rechtstaat. De Europese Commissie wil Hongarije een sanctie opleggen van 7,5 miljard euro, om zo de Hongaarse president Viktor Orbán te dwingen corruptie en fraude in zijn land tegen te gaan.