Auteur van passie over homogeweld: Ik kaap de lijdensgeschiedenis niet
In Utrecht is deze vrijdag het jaarlijkse Festival Oude Muziek weer van start gegaan. Een van de onderdelen die in het oog springen is de ”Utrechter Passion”: muziek van Bach bij een nieuw verhaal over het lijden van lhbtqai’ers.
Thema van de 41e editie van het bekende festival, dat tien dagen duurt, is dit jaar ”Galanterie”. Daarbij staat in meer dan 250 concerten en evenementen in de Utrechtse binnenstad de galante en verfijnde 18e-eeuwse rococostijl centraal.
Tijdens het festival vindt woensdag in de Grote Zaal van TivoliVredenburg de presentatie plaats van een nieuw werk: de ”Utrechter Passion”. Het stuk, dat wordt uitgevoerd door het nieuwe ensemble ĀRT HOUSE 17, is een creatie van de Duitse auteur en regisseur Thomas Höft (60).
In zijn ”passion” heeft Höft het „aangedurfd” om op de „onwerelds mooie muziek” van de wereldberoemde ”Johannes Passion” van Bach een nieuwe tekst te schrijven over de discriminatie van lhbtqia±personen in verleden en heden, aldus de organisatie. Niet het lijden en sterven van Jezus staan centraal, maar „impactvolle verhalen uit de ”queer”-geschiedenis”, waarmee „de focus wordt verlegd van de kerk naar het stadsplein.”
In de tijd van Bach vonden in Utrecht de beruchte ”sodomieprocessen” plaats: in 1730 en 1731 werden homoseksuelen vervolgd en een aantal van hen werd veroordeeld tot de doodstraf. Ook elders in het land werden homo’s opgepakt en terechtgesteld. In het Duitse Halberstadt was even daarvoor de Pruisische Anastasius Lagrantinus Rosenstengel ter dood veroordeeld omdat ze zich uitgaf voor een man en samenleefde met een vrouw.
Deze beide historische gebeurtenissen staan centraal in de ”Utrechter Passion”, terwijl er ook aandacht is voor recent geweld tegen lhbtqia+’ers, waaronder het bloedbad in een homoclub in Orlando (Florida) in 2016.
Desgevraagd vertelt Höft vanuit Keulen dat het thema van zijn nieuwe werk hem als homoseksueel persoonlijk raakt. In zijn jeugd in Duitsland rustte er een taboe op homoseksualiteit en net als veel anderen vluchtte hij in de wereld van de kunst. Hoewel de situatie inmiddels heel anders is, zegt Höft dat er nog steeds sprake is van achterstelling, onderdrukking, geweld en schaamte, juist ook in de sector van de klassieke muziek. „Ik zie het als mijn plicht om daar iets aan te doen.”
Hoe kwam u op het idee om de ”Johannes Passion” te gebruiken voor dit thema?
„Drie jaar geleden was ik betrokken bij het maken van ”een opera die Bach nooit geschreven heeft”. Aanleiding was het 100-jarig jubileum van de Nederlandse Bachvereniging. Uiteindelijk ontstond het stuk ”J. S. Bach – De Apokalyps”, waarvoor ik een nieuwe tekst schreef. De muziek van dit werk was samengesteld uit Bachs cantates, concerto’s en oratoria. Het stuk is in februari dit jaar in Den Haag uitgevoerd. Nadien wilde ik heel graag proberen iets dergelijks te doen met een compleet stuk van Bach. Juist de ”Johannes Passion” diende zich aan: dat werk is zo dramatisch gecomponeerd. Denk maar aan de dialogen tussen Jezus en Pilatus, of aan de koren waarin het volk aan het woord is. Ik vroeg me af hoe het zou zijn om deze ongelooflijk mooie en krachtige muziek te gebruiken voor een totaal ander thema. Zou de kwaliteit minder worden? Of wordt de uitdrukkingskracht juist sterker omdat je het oude vertrouwde op een geheel nieuwe manier hoort?”
Veel mensen zullen er niet van gediend zijn dat u Bachs muziek, voor velen ‘heilig’, met zo’n nieuwe tekst combineert.
„Ik kan me zeker voorstellen dat mensen bedenkingen hebben. Maar vergeet niet: Bach zelf componeerde ook wereldlijke, vaak zelfs heel zinnelijke muziek. En hij gebruikte wereldlijke muziek om later geestelijke teksten op te zetten, en omgekeerd. Natuurlijk, daarbij was het Bach zelf die het deed. De fundamentele vraag is of zoiets als muziek heilig en onaantastbaar kan zijn. Ik denk van niet. De Franse kunstenaar Marcel Duchamp schilderde op de beroemde ”Mona Lisa” van Leonardo da Vinci een snor. De Amerikaanse componist Chuck Berry veranderde de muziek van Beethoven in rock-’n-roll. Of je het leuk vindt of niet: het schaadt het origineel niet. De opvatting dat iets wat door een mens gemaakt is heilig zou zijn, deel ik niet. Maar ik heb dan ook een lutherse achtergrond.”
De ”Johannes” gaat over het lijden van Christus. U maakt er een stuk van over het lijden van homoseksuelen en andere lhbtqia±ers. Kunt u zich voorstellen dat christenen daar grote moeite mee hebben? Dat ze denken: nu wordt ook nog de lijdensgeschiedenis gekaapt door de queer-beweging?
„Deze gedachte wil ik krachtig tegenspreken. Ik kaap de lijdensgeschiedenis niet, ik vertel een ander verhaal met gebruikmaking van dezelfde muziek. Ik was er zelf bij in de jaren 80 in Hamburg toen de beroemde choreograaf John Neumeier een ballet over Bachs ”Matthäus Passion” opvoerde waarin Jezus en Zijn discipelen als een groep homoseksuelen werden neergezet. Een enorm schandaal. Maar dat is niet wat ik doe. Jezus, discipelen, Pilatus, Joden – ze komen in ons stuk niet voor. Het gaat over heel andere personen, vaak uit de tijd van Bach, die een verschrikkelijk lot hebben gehad omdat ze vanwege hun seksualiteit werden vervolgd en omgebracht. Dat kan eigenlijk geen enkele christen als provocatie opvatten. Met als uitzondering misschien gereformeerden die ervan overtuigd zijn dat homo- of transseksualiteit tegen Gods wil is, een zonde die veroordeeld moet worden. Maar juist die opvatting verklaart de vervolging en haat die homoseksuelen hebben moeten ondergaan, zoals bij de sodomieprocessen in Utrecht. Wie ervan overtuigd is dat God homoseksualiteit verafschuwt, zal zich echter noch door ons stuk noch door welke theologische argumentatie ook maar van die gedachte laten afbrengen.”
Wat wil u met deze productie bereiken?
„Vooral twee dingen. Ik hoop dat de muziek van Bach, die voor velen zo vertrouwd is, met onze nieuwe, eigentijdse tekst dezelfde schok teweegbrengt als destijds in de 18e eeuw in Leipzig gebeurde. Deze muziek kan helemaal opnieuw gehoord worden en emoties losmaken die door een lange uitvoeringstraditie ondergesneeuwd zijn. Alle mensen die al een proef gehoord hebben, zeggen dat ze nu ook het origineel veel intensiever en als nieuw beleven.
Bovenal is dit project voor mij een krachtig statement voor diversiteit en gelijkberechtiging. Zo veel mensen hebben ontzettend moeten lijden omdat hun geaardheid niet overeenkwam met hoe de meerderheid van de samenleving dacht. Dat geweld is nog steeds niet ten einde. Denk maar aan de taliban, de Hongaarse populist Viktor Orbán of de Russische president Poetin, die hun wandaden presenteren als strijd tegen de immoraliteit van het Westen, dat door de lhbtqia±beweging verdorven zou zijn. Daar kun je, vooral als christen, niet krachtig genoeg tegen ingaan.”