China importeert meer Russische energie ondanks oorlog
China heeft sinds het begin van de oorlog in Oekraïne meer fossiele brandstoffen gekocht van Rusland dan een jaar eerder. Daarmee blijft het land in grote mate afhankelijk van Russische energie.
In totaal kocht China sinds het uitbreken van de oorlog voor 35 miljard dollar (omgerekend bijna 35 miljard euro) aan onder meer ruwe olie, gas en steenkool van Rusland. Vorig jaar was dat nog voor zo’n 20 miljard dollar.
Alleen in de maand juli kocht China voor ruim 7 miljard dollar aan Russische energie. In dezelfde maand vorig jaar was dat nog krap 5 miljard dollar. Ook de import van ruwe olie en vloeibaar gemaakt gas (lng) lag in juli hoger dan een jaar eerder. De energie-import was in juli daarmee goed voor 70 procent van de totale invoer uit Rusland.
Rusland is nu China’s belangrijkste energieleverancier, waarmee het land Indonesië heeft verdrongen. Het Zuidoost-Aziatische land verhoogde eerder de prijzen waarmee het kopers afschrikte. Rusland daarentegen verkoopt brandstoffen aan China soms tegen een gereduceerd tarief.
Verder importeerde China in juli een recordhoeveelheid steenkool van ruim 7 miljoen ton, een stijging van 14 procent op jaarbasis. De hoeveelheid cokeskolen, bedoeld voor de staalindustrie, steeg in de maand met 63 procent.