Dichter Willem Wilmink ziet alledaagse dingen
De bundel ”’t Kon minder” van Willem Wilmink is opvallend vormgegeven: hoog, smal en in dundruk. Het boekje bevat een uitgebreide selectie van het nog veel uitgebreidere oeuvre van deze Twentse dichter.
Want zo mag hij met recht genoemd worden; Wilmink werd in Enschede geboren en stierf er, hij was verknocht aan zijn stad en aan zijn streek en zette zich in voor het daar gesproken Nedersaksisch, dat hem lief was.
Wilmink (1936-2003) is typisch zo’n schrijver die regelmatig opduikt in de media. De Twentse cabaretier Herman Finkers noemt en citeert hem wel eens, bij een bekend liedje wordt benoemd dat de tekst van Wilmink is. In 2019 verscheen zelfs een biografie over hem: ”In de man zit nog een jongen” van Elsbeth Etty. Wie echter de moeite neemt om Wilmink op te zoeken in ”De geschiedenis van de Nederlandse literatuur”, vindt in het deel over de tweede helft van de twintigste eeuw (”Altijd weer vogels die nesten beginnen”) maar een paar regels over hem. Een naam die dus redelijk bekend blijft, maar een reputatie als grote dichter van het vaderland heeft Wilmink bepaald niet.
Wat is dan de blijvende charme van zijn werk –als die er is– en waarom valt hij toch steeds buiten de lijstjes met ‘grote’ Nederlandse schrijvers?
Hugo Brems omschrijft (in ”De geschiedenis van de Nederlandse literatuur”) een groep schrijvers waartoe ook Wilmink behoort als dichters „die ondanks grote verschillen met elkaar gemeen hadden dat ze op een verstaanbare manier en met veel aandacht voor de alledaagse werkelijkheid over al dan niet geëxpliciteerde persoonlijke thema’s dichtten.” Voorwaar een mooie volzin, maar ook goed opgemerkt. Wilminks teksten (niet alleen zijn poëzie) zijn toegankelijk en begrijpelijk en hij weet de aandacht van de lezer knap te richten op dagelijkse en alledaagse dingen. Maar dan wel dingen die voor de mensen die ze meemaken heel belangrijk kunnen zijn of hen diep kunnen raken. De geluiden en geuren van het ouderlijk huis, dromen uit de kindertijd, een eerste zoen.
Wilmink weet zulke thema’s niet alleen pakkend onder de aandacht te brengen, hij doet dat ook liefdevol, bijna teder soms. Vaak is er daarbij een melancholieke ondertoon en zelfs heftige gebeurtenissen worden zonder veel drama verteld. Juist daardoor maken ze indruk en krijgt de lezer het gevoel van heel dichtbij het verhaal mee te maken.
Onopgesmukt
Ook opvallend aan zijn werk is de bescheidenheid ervan. Bijbelvaste lezers kennen de term ”een gouden kleinood” wel. Dat gaat over teksten die met liefde en aandacht zijn gemaakt, als door een goudsmid. Ze zijn de moeite waard en kunnen kostbaar zijn, maar het blijven kleine dingetjes. Zo zijn ook de teksten van Wilmink doorgaans kort, onopgesmukt, nuchter soms, maar met veel aandacht voor taal, sfeer en onderwerp liefdevol in elkaar gezet.
Dat Wilmink bij het grote publiek vooral bekend is van zijn liedteksten (of van zijn op scholen veel gebruikte vertalingen van middeleeuwse meesterwerken) onderstreept niet alleen zijn veelzijdigheid. Het plaatst hem ook in een literair kader. Hij was onderdeel van een stroming schrijvers die, net als bekende kopstukken als Annie M. G. Schmidt, Tonke Dragt en Paul Biegel, kinder- en jeugdliteratuur schreven die veel ruimte liet voor stijl en creativiteit, maar vooral voor fantasie en speelsheid. De verbeelding van de jonge lezers moest worden geprikkeld en lezen moest vooral genieten zijn. Daarbij ging het zeker niet alleen om de vorm, maar ook om de inhoud; lezende jongeren moesten wel degelijk worden opgevoed en dienden daarom kennis te maken met alle aspecten van het leven. Nadrukkelijk ook met zaken als discriminatie, oorlog, seksualiteit en maatschappelijke problemen. Ook in deze verzamelbundel is er (mede) daarom soms sprake van grof taalgebruik en van expliciet seksuele passages. Dat past in deze literatuuropvatting die, hoewel dus in zekere zin opvoedend, ook heel duidelijk antiautoritair is: het kind moet vooral zichzelf worden. Er is daarom aandacht voor de gevoelens en dromen van het individu.
Vanaf 1972 schreef Wilmink (samen met Hans Dorrestijn en anderen) vele teksten en liedjes voor populaire tv-programma’s als ”De Stratenmakeropzeeshow”. De liedjes, met name van Wilmink, waren vernieuwend. Niet alleen in vorm en taal, of in het doorbreken van taboes, maar ook in de focus op de belevingswereld van kinderen. Dat die liedjes zo bekend en populair werden was te danken aan de ongekend snelle verspreiding ervan via de tv-series waarin ze gezongen werden; andersom was het succes van die programma’s zeker ook te danken aan de kwaliteit van het schrijverschap van Wilmink en de andere schrijvers.
Persoonlijk
Los van al die achtergronden en theorie is voor de houdbaarheid van literatuur vaak de belangrijkste vraag: werkt het (nog)? Wat mij betreft geldt voor veel teksten van Wilmink een volmondig ”ja”. De korte verhalen over zijn jeugd zijn ontwapenend en ontroerend tegelijk. De manier waarop hij schrijft over de relatie met zijn vader, wiens verval gelijke tred hield met de aftakeling van de Twentse textielindustrie, is knap en persoonlijk. Zo weet hij ook een scherp beeld te schetsen van de tijd en de streek waarin hij opgroeide. De dilemma’s van zijn tienerjaren, zijn ontwikkeling als lid van de literaire wereld; het is allemaal met aandacht en toewijding in mooie taal gevat.
Dat ook zijn gedichten na vijftig jaar en meer nog heel goed werken, merkte ik niet alleen aan mijn eigen leesplezier, maar ook aan de gulle lach die ze op het gezicht van mijn kinderen weten te brengen.
Zeker, zo’n bloemlezing blijft altijd arbitrair. Er staan ook teksten tussen die misschien gemist konden worden. Anderzijds blijven zijn vertalingen van prachtige middeleeuwse teksten en vanuit andere talen helemaal buiten beschouwing. Dat is logisch maar ook jammer, want ze zijn zeer de moeite waard.
Misschien laat zich de hernieuwde aandacht voor het werk van Wilmink het beste samenvatten zoals Vic van de Reijt, de samensteller, zeer trefzeker in de titel heeft gedaan, in de woorden van de dichter zelf. Daarin klinkt gelijk de humor en het heerlijke gevoel voor understatement van deze taalmeester mee. Hoe staat het met de waardering voor Willem Wilminks werk in lezend Nederland? ’t Kon minder.
’t Kon minder. De mooiste liedjes, gedichten en verhalen, Willem Wilmink (samengesteld door Vic van de Reijt); uitg. Van Oorschot; 304 blz.; € 27,50