EU gaf in 2021 record aantal verblijfsvergunningen wegens werk af
De EU-landen hebben vorig jaar gezamenlijk 2,95 miljoen eerste verblijfsvergunningen afgegeven aan burgers van buiten de EU. Dat is volgens het Europese statistiekbureau Eurostat een stijging van 693.700, oftewel 31 procent, ten opzichte van 2020. Het aantal verblijfsvergunningen vanwege werk bereikte een recordhoogte van 1,3 miljoen, ofwel bijna de helft (45 procent) van alle toegekende verblijfsvergunningen.
Het aantal afgegeven eerste verblijfsvergunningen aan niet-EU-burgers ligt nu weer op ongeveer hetzelfde niveau als voor de coronacrisis. Dat geldt ook voor Nederland. Vorig jaar kregen 103.580 vreemdelingen toestemming zich in ons land te vestigen, nadat het in 2020 vanwege de coronareisbeperkingen maar om 73.511 mensen ging. In 2021 gaf Nederland 12.740 Syrische vluchtelingen een verblijfsvergunning, maar werden ook onder meer 11.799 mensen uit India, 8336 Turken, 6637 personen uit China inclusief Hongkong en 5595 Amerikaanse burgers verblijd met een verblijfsdocument om te komen wonen, werken, studeren of zich bij familie te voegen.
De meeste eerste verblijfsvergunningen in de Europese Unie werden vorig jaar toegekend aan Oekraïners (875.800), die zich voornamelijk voor werk in de EU vestigden. Ze gingen vooral naar Polen, Spanje en Frankrijk. Daarna volgden mensen uit Marokko (150.100), die in hoofdzaak vanwege familiehereniging een verblijfsvergunning kregen, voor de helft in Spanje.