In Michigan kunnen gedetineerden academische graad halen
„Ik moet me haasten, want ik moet naar de gevangenis”, zegt prof. Micah Watson uit Grand Rapids aan het einde van het gesprek. Wat moet een gerespecteerd hoogleraar achter de tralies? „Ik geniet als ik daar ben.”
Een keer in de twee weken gaat Watson naar de Richard A. Handlon Correctional Facility in Ionia, een plaats zo’n drie kwartier rijden ten oosten van Grand Rapids. Daar, achter de tralies, doceert hij dan het vak politieke filosofie – net zoals hij dat aan Calvin University geeft.
Zijn studenten in Ionia dragen allemaal hetzelfde uniform, blauw met op de schouders een brede oranje streep; het tenue van alle gevangenen in Handlon. „Ik heb daar een zeldzaam betrokken publiek”, zegt Watson. „Aan zo’n groep geef je voor je genoegen les. Ordeprobemen heb je totaal niet en ze luisteren als vinken.”
Watson is een van de hoogleraren die betrokken zijn bij het ”Calvin Prison Initiative” (CPI) dat in 2015 werd opgestart. Het project is een initiatief van Calvin University en Calvin Theological Seminary in samenwerking met het gevangeniswezen in de staat Michigan. Door dit project krijgen gedetineerden de kans om binnen de gevangenismuren te studeren voor een academische graad.
De lessen worden allemaal achter de tralies gegeven. Hoogleraren van Calvin komen naar Ionia om colleges te geven en tentamens af te nemen. „Er is een overaanbod van docenten die dit willen doen”, zegt Watson. „Ik voel me bevoorrecht dat ik dit werk mag doen.”
Arbeidsmarkt
Doel van het CPI is gedetineerden weer perspectief te bieden door ze een gedegen opleiding te laten volgen. Wanneer ze een erkend diploma behalen, hebben ze na hun eventuele vrijlating meer mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Daarmee zou de kans op recidive verminderen.
Overigens volgen niet alleen gevangenen die weer vrij komen het CPI-programma. Twee derde van de deelnemers kreeg een levenslange gevangenisstraf. Watson: „Aanvankelijk wilde het gevangeniswezen alleen gedetineerden die met enkele jaren vrij zouden komen voor dit programma selecteren, maar Calvin heeft direct gezegd ook levenslang gestraften de kans te willen bieden. Dat zijn ook mensen die geschapen zijn naar Gods beeld en die voor Hem, ondanks al hun zonden en misdaden, waardevol zijn. Als zij de opleiding hebben afgerond, kunnen ze binnen de gevangenismuren van betekenis zijn.”
Inmiddels weten ze in de gevangenis van Ionia dat CPI-deelnemers een positieve invloed hebben op het leven binnen de gevangenismuren. „De harde cultuur die er doorgaans in gevangenissen bestaat, wordt menselijker,” zegt Watson. „Daar is het studieprogramma ook op ingericht. Want naast de collegereeksen die de studenten op de campus in Grand Rapids ook volgen, wordt binnen het CPI veel gedaan aan vorming en training. Daardoor leren studenten beter omgaan met emoties.”
Daling
Dat laatste was ook een belangrijke drijfveer voor de initiatiefnemers van het CPI. Ze kwamen op het idee het project te beginnen nadat enkele hoogleraren van Calvin in 2014 een bezoek hadden gebracht aan de Angola Penitentiary, een beruchte mannengevangenis in Louisiana. Daar was een significante daling van geweldsincidenten geconstateerd nadat een opleidingsprogramma was gestart.
„Dat willen we ook in Michigan gaan doen”, hadden de professoren op de terugreis gezegd. Met steun van de universiteit en met particuliere gelden kon begonnen worden aan het onderwijs aan een groep van twintig gedetineerden per jaar. In 2020 kon de eerste groep de bachelorsbul in ontvangst nemen.
De nu 48-jarige Michael Duthler is een van de afgestudeerden. Begin jaren 90 maakte hij Grand Rapids onveilig als lid van een misdaadbende. Hij was betrokken bij de moord op een lid van een rivaliserende groep en werd gearresteerd. Op 5 november 1992 werd hij vanwege betrokkenheid bij die moord en vuurwapenbezit veroordeeld tot levenslang, met een mogelijkheid van voorwaardelijke vrijlating.
In 2016 begon Duthler zijn studie. Aanvankelijk aarzelde hij wel. Opgegroeid in Grand Rapids, wist hij dat Calvin strenge regels hanteert. Hoe zouden die Calvin-professoren zich opstellen binnen het cellencomplex? Kon hij wel veilig door de gevangenis lopen, of moest hij elke keer over zijn schouders kijken of een jaloerse medegevangene hem niet te grazen wilde nemen? Nadat een gevangenismaat hem had gezegd dat hij het gerust kon doen, meldde hij zich aan. En zijn aanmelding werd gehonoreerd. Hij behoorde tot het twintigtal geselecteerden.
Verademing
„Ik wist niet wat ik meemaakte”, zei hij bij zijn diploma-uitreiking. „Alleen al de sfeer binnen het lokaal was een verademing. In de gevangenis word je met je nummer geroepen, tijdens de lessen werd ik bij mijn naam genoemd. Ik had al meer dan twintig jaar niet meegemaakt dat iemand me gewoon Mike noemde. En we mochten vrij gebruik maken van computers. Prachtig. Maar het mooiste was dat het leven weer zin kreeg. Niet alleen omdat er kennis werd overgedragen, maar vooral omdat buiten de lesstof werd gesproken over de diepste levensvragen. De Bijbel ging open en aan het begin van de lessen werden de handen gevouwen. Dat maakte indruk en maakte veel los. Nadat we voor de eerste keer hadden gebeden bij de start van de lessen, kon ik niet verder. Ik moest huilen. Dat had ik ook al twintig jaar niet meer gedaan.”
Todd Cioffi, directeur van het CPI, is trots op het project. „Het geeft gevangenen weer hoop.” Hij vertelt dat sommige afgestudeerden inmiddels een baan vonden na het verlaten van de Handlon-gevangenis. „Vaak is het voor ex-gedetineerden uiterst moeilijk om werk te vinden. Niemand wil hen hebben. Deze afgestudeerden hebben redelijk gemakkelijk werk gevonden. Bedrijven en instellingen zijn vaak onder de indruk dat deze mannen in moeilijke omstandigheden een bul wisten te halen.” De meeste afgestudeerden zullen nooit vrij komen. „Maar binnen de gevangenis kunnen zij aan de slag. Ze helpen medegevangenen met fysieke, mentale of cognitieve stoornissen. Ze geven cursussen voor het overwinnen van een verslaving, ze tolken als dat nodig is en niet-zelden leiden ze godsdienstige samenkomsten of Bijbelstudiegroepen. Dat is belangrijk werk, want de helft van de gedetineerden kampt met geestelijke gezondheidsproblemen.”