Oud-KGB-spion Sergueï Jirnov: Poetin leeft in een virtuele wereld
Sergueï Jirnov was als KGB-agent een collega van de huidige Russische president Vladimir Poetin. Hij ontmoette hem in die tijd verschillende keren. „Hij is overduidelijk de gevaarlijkste man ter wereld.”
Sergueï Jirnov herinnert zich een koude stem, zonder emotie.
„Hoe is het gegaan?” vraagt de man tegenover hem.
„Hoe is wat gegaan?” antwoordt Jirnov.
Zijn gesprekspartner haalt daarop een rode identiteitskaart uit de binnenzak van zijn jasje en houdt die voor zijn neus. ”KGB” staat erop. En daaronder: ”Kapitein Poetin, Vladimir Vladimirovitch.”
Het is augustus 1980. Jirnov is 19 jaar oud en staat voor het eerst oog in oog met de latere president van Rusland. Hij is bij hem op het matje geroepen.
Poetin blijkt tot in detail te willen horen hoe een telefoongesprek van Jirnov met een Franse toerist is verlopen. Dat gesprek voerde hij als student-medewerker van een informatiecentrum over de Olympische Zomerspelen van 1980 in Moskou. Omdat Jirnov vloeiend Frans spreekt, is het zijn taak Franstalige buitenlanders te woord te staan.
Dagenlang belt er geen enkele Franstalige naar het infopunt, maar dan gaat op 1 augustus de telefoon. Aan de andere kant van de lijn een Fransman die simpelweg nieuwsgierig is hoe de informatielijn werkt en wat hij daar zoal te horen krijgt. Jirnov heeft nog nooit iemand uit Frankrijk gesproken en gaat enthousiast het gesprek aan. De langdurige conversatie gaat aanvankelijk over de Spelen en toeristische bezienswaardigheden in Moskou, maar later ook over het dagelijks leven in de Sovjet-Unie en in Frankrijk.
Het gesprek wekt wantrouwen, want Jirnov wordt direct daarop ontboden bij de KGB. Agent Poetin ondervraagt hem langer dan twee uur over het telefoongesprek en beschuldigt hem zelfs van verraad. Jirnov ervaart de conversatie als intimiderend en bedreigend, totdat Poetin hoort dat Jirnov een studievriend is van een kleinzoon van de secretaris-generaal van de Communistische Partij, Leonid Brezjnev. Daarmee is de ondervraging ten einde en Jirnov weer vrij.
Virtuele wereld
De wegen van Jirnov en Poetin zullen elkaar later nog een paar maal kruisen, als ook Jirnov zijn weg gevonden heeft bij de KGB. Ze zitten samen bij het Comité voor Staatsveiligheid, de gewapende arm van de Communistische Partij. Ze stromen ook samen in op het Instituut Andropov: de eliteschool voor Sovjetspionnen. Poetin wordt daar volgens Jirnov echter na een jaar alweer vanaf gestuurd „omdat hij de consequenties van zijn beslissingen niet goed kan overzien.”
Inmiddels heeft Jirnov zijn KGB-verleden allang achter zich. Na de val van Muur hield hij het vrij snel voor gezien bij de Russische inlichtingendiensten. In 2001 vroeg hij politiek asiel aan om zich vervolgens in Frankrijk te vestigen, waar hij nog altijd woont.
Over Poetin en de oorlog in Oekraïne schreef hij recent het boek ”L’Engrenage”, uitgegeven door Albin Michel. Hij schildert de Russische president daarin af als iemand die in een parallelle werkelijkheid leeft en met de oorlog in Oekraïne fout op fout stapelt. Hij is echter „overduidelijk de meest gevaarlijke persoon die er nu is”, concludeert hij aan het einde van het boek.
Jirnov (61) neemt in het kantoor van zijn uitgever in Parijs alle tijd voor een gesprek. Hij spreekt stellig en snel; soms neemt hij er een vel papier bij om posities van het leger in Oekraïne uit te tekenen. Of hij enig idee heeft wat er in Poetins hoofd omgaat? „Mijn overtuiging is dat Poetin zelf niet eens weet wat hij precies denkt”, zegt hij met een lach. „Hij leeft in een virtuele wereld, in zijn eigen creatie. Daarin is alles logisch, maar het is dat volstrekt niet voor de rest van de wereld.”
Welke logica zit er volgens u achter de invasie in Oekraïne?
„Poetin heeft een aantal redenen gegeven, zoals denazificatie en demilitarisering van Oekraïne. Maar dat is allemaal flauwekul. Ik ontken niet dat er neonazi’s in Oekraïne zijn, maar er zijn er tien keer zo veel in Rusland, ook op hoge posities. Poetin heeft maar één reden voor deze oorlog: hij houdt niet van Oekraïne. Het is te liberaal, te democratisch, te westers, ofwel: te normaal. Oekraïne heeft bovendien zijn marionet, Victor Janoekovitsj, in 2014 aan de kant geschoven. Daarmee weerstond het Oekraïense volk Poetins wil. Dat is naar mijn mening de enige echte reden van de oorlog.”
U ziet het als reactie op een puur persoonlijke krenking?
„Ja, inderdaad.”
Poetin heeft zelf gezegd het oude Russische rijk te willen herstellen.
„Als dat zijn echte doel is, gaat het nog heel gevaarlijk worden. Dan moet hij naast Polen en Finland zelfs Alaska gaan veroveren. Hij weet natuurlijk ook dat dit volstrekt onrealistisch is. Het is net zulke onzin als het verhaal dat hij zich bedreigd zou voelen doordat Oekraïne zich naar de NAVO zou toe bewegen. De naburige Baltische staten zijn allang onderdeel van het bondgenootschap, Turkije zelfs al sinds 1962. Vanuit al die landen kan de NAVO de belangrijke Russische steden als Sint-Petersburg en Moskou allang aanvallen. Strategisch verandert er met toetreding van Oekraïne dus helemaal niets.”
Retoriek of niet, Poetin krijgt daarmee wel bijvoorbeeld de Russisch-Orthodoxe Kerk mee.
„Hij krijgt alle steun van de kerk! Maar patriarch Kirill is dan ook zelf een oud KGB-spion. In 1972 zat hij als zodanig in de Wereldraad van Kerken. Poetin en hij zijn twee handen op één buik.”
Kirill was als priester een spion?
„Hij zat daar als officiële vertegenwoordiger van de KGB.”
Hoe kijkt u naar het verloop van de oorlog in Oekraïne?
„Het begin van de oorlog ligt al bij de inname in de Krim, in 2014. Dat was vanuit Russisch oogpunt een geslaagde operatie. Oekraïne was onvoorbereid: ze konden de Krim zonder een schot te lossen innemen. Maar het verloop van deze nieuwe oorlog is sinds het allereerste begin een opeenstapeling van fouten. Poetin heeft zich op alle mogelijke terreinen vergist: in de slagkracht van de Oekraïners, in Zelenski, Europa, de NAVO en de reactie van de internationale gemeenschap. Hij verkeek zich bovendien op de steun van de Russischsprekende bevolking in Oekraïne.”
Hoe bedoelt u?
„Overschat de steun van hen niet. Poetin heeft de strijd in Oost-Oekraïne altijd afgeschilderd als een intern conflict tussen zogenaamde Russischgezinde separatisten en de regering in Kiev. Ik zeg zogenaamde separatisten omdat de afscheidingsbeweging in hoge mate is georkestreerd door Moskou. Om maar iets te noemen: mijn werkloze Russische neef is gerekruteerd om naar de Donbas te gaan en daar ‘Oekraïner’ te worden. Zo zijn er veel meer. En denk aan meer dan 2300 e-mails die de Oekraïense hackersgroep CyberHunta in 2016 boven water kreeg van de Kremlinverantwoordelijke voor de Donbas, Vladislav Surkov. Daarbij zat een heel plan om de nationalistische en separatistische politici in Oekraïne te steunen.
Die interne bemoeienis met Oekraïne is overigens niets nieuws. Poetin kwam al in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van 2004 naar Oekraïne om de mensen er persoonlijk van te overtuigen dat ze op Janoekovitsj moesten stemmen. Hoe idioot! Zie je het al gebeuren dat Macron naar Nederland komt om een stemadvies te geven?”
Het is toch ontegenzeggelijk zo dat een deel van de Donbas Russischsprekend is en op de hand van Moskou.
„Zeker. Ik denk ook niet dat Oekraïne een verstandig beleid heeft gevoerd door het gebruik van Russisch als voertaal in sommige regio’s te verbieden. Maar Rusland heeft de boel er opgestookt. Wat Poetin doet, is precies hetzelfde als Hitler in 1937-1938 deed met Sudetenland in het toenmalige Tsjechoslowakije. Dat was de opmaat voor de Tweede Wereldoorlog.”
In uw boek schildert u Poetin af als niet erg intelligent.
„Je bent niet gek als je zolang president kunt blijven. Hij is slim, handig. Maar hij is niet intelligent. Zijn strategie is om mensen om zich te verzamelen die nog minder intelligent zijn dan hijzelf. Een zogenaamde denktank adviseert hem, maar die mensen weten niet eens hoe ze moeten denken. Het is een applausmachine. Denk je dat het hoofd van de inlichtingendiensten, die openlijk op televisie door Poetin werd vernederd, hem tegenspreekt?”
Hoe was de cultuur bij de KGB?
„Bij de KGB leerden we al snel dat iedereen in Rusland tegen elkaar liegt, ook binnen de Communistische Partij. De KGB moest de enige organisatie zijn waar de leugen geen plek had. Maar ook KGB’ers logen tegen elkaar: al snel was duidelijk dat je met een slechte boodschap geen promotie kreeg. Poetin weet dat. En toch creëert hij om zich heen precies weer zo’n leugenmachine?”
Is Poetin in zijn leugenmachine gaan geloven?
„Ik denk dat hij zelf ook niet meer weet wat hij doet. In de oorlog in Oekraïne maakt hij de ene strategische misser na de andere. De eerste fout was de erkenning van de Oekraïense deelstaten Loehansk en Donetsk als autonome republieken op 21 februari. Daarmee opende hij een doos van Pandora. Tot de Russische Federatie behoren 85 leden, waarvan er 22 erkend zijn als republiek. Ze hebben hun eigen talen, tradities en cultuur. Waarom zouden zij dan niet ook als autonoom erkend worden?
En dan de hele voorbereiding van de oorlog. Dat is een complex gebeuren, met veel logistieke uitdagingen. Poetin had lang niet voldoende slagkracht voor zo’n grote oorlog. Op het verloop ervan heeft hij zich volledig verkeken. De verliezen in manschappen van het Russische leger zijn nu al bijna net zo hoog als in tien jaar Sovjetoorlog in Afghanistan. Wie succesvol wil aanvallen, moet ten minste drie keer overwicht hebben op de tegenstander, liefst vijf of zelfs zeven keer. Poetin begon met 150.000 man op zes fronten een oorlog. Op elke militaire academie zou zo’n operatie als onzinnig worden bestempeld.”
Maar nu vechten nagenoeg alle troepen in de Donbas.
„Hij heeft daar een overmacht van zeven staat tot één. Maar zelfs daarmee winnen de Russen maar heel langzaam terrein. Het gaat Rusland niet lukken de regio op de lange termijn te behouden. De 150.000 man van het Russische leger staan in feite tegenover 45 miljoen Oekraïners. Zo’n strijd kun je niet winnen met conventionele wapens.”
Hoe was Poetin als spion?
„Hij was een goede bokser. Goede sporters gooiden hoge ogen in de Sovjet-Unie. Binnen de KGB schopte hij het echter niet tot de hoogste klasse. Het kostte hem negen jaar om toegelaten te worden tot de topopleiding in Moskou, maar na één jaar werd hij weer van de opleiding verwijderd.”
U zegt dat hij de opleiding moest staken omdat hij de gevolgen van zijn daden niet kon overzien. Wat betekent dat voor een leider van een militaire grootmacht?
„Dat maakt hem uiterst gevaarlijk. Het is duidelijk dat hij de consequenties van zijn handelen niet overziet. Met deze oorlog isoleert hij zijn land volledig, terwijl het in hoge mate afhankelijk is van westerse technologiebedrijven: voor chips, auto-onderdelen, noem maar op. En van alle geconsumeerde goederen in Rusland komt 90 procent vanbuiten. Dit grote strategische genie zet dat met deze oorlog allemaal op het spel.”
Waarom besloot u uiteindelijk de Russische geheime dienst te verlaten?
„Mijn laatste missie was in Frankrijk. Dat is overigens nog wel een mooi verhaal. Ik deed me voor als journalist voor de Russische televisie om informatie in te winnen over de elitieopleiding ENA (École Nationale d’Administration, MW). Maar na een langdurig gesprek vroegen ze mij of ik er als Rus niet wilde komen studeren. Lange tijd was dat onmogelijk, maar onder president Gorbatsjov kwam er in het buitenland meer ruimte voor Russen. Ik was natuurlijk zeer opgewonden, maar speelde theater en zei zoiets als: „Dat weet ik nog niet.” Ze dachten vervolgens dat het op geld vastzat en zeiden dat de Franse regering wel voor me wilde betalen. Moet je je voorstellen hoe ik die avond mijn KGB-chefs op de hoogte bracht van het feit dat Frankrijk mijn spionagewerk wilde bekostigen!
In oktober 1991 ontmantelde Gorbatsjov de KGB, kort daarop hield de Sovjet-Unie op te bestaan. Ik maakte nog een jaar deel uit van de nieuwe inlichtingendienst, maar besloot toen mijn baan op te zeggen.”
In hoeverre was uw vertrek ideologisch ingegeven?
„Ik was al lange tijd kritisch op het communisme en voelde er in toenemende mate afstand toe. Sinds mijn zestiende geloofde ik er eigenlijk al niet meer echt in. De geheime dienst gaf echter goede carrièremogelijkheden en gelegenheid om bijvoorbeeld te reizen. Dat was in die tijd verder nauwelijks mogelijk als Sovjetburger.”
Het klinkt als verraad aan uzelf.
„Dat zie ik niet zo. Ik ben ook niet geheel vrijwillig ingetreden bij de KGB. Ze dwongen me er min of meer toe, mede vanwege mijn talenkennis. Ik wilde niet echt, maar maakte wel mijn berekening. Als ik weigerde, zou ik weinig meer kunnen bereiken. Ik wilde niet aan het begin van mijn loopbaan al mijn carrière verliezen. Het klinkt cynisch, maar het was een pragmatische keuze. Maar toen de mogelijkheid zich voordeed, ben ik eruit gestapt.”
Is het voor u gevaarlijk zich nu openlijk uit te spreken tegen het regime in Moskou?
„Het voelt voor mij als vrijheid. Als spion kun je nooit vrijuit spreken. Het is voor mij een opluchting dat nu wel te kunnen doen en ook een vorm van verwerking. Mijn publieke optredens vervangen de bank bij de psychiater. Het geeft me ook het idee nuttig te zijn. Ik ben misschien wel de enige oud-KGB-spion in het Westen die zich openlijk kan uitspreken.”