Column: Christelijke partijpolitiek vereist operationele discipline
Geloof en politiek hebben een boodschap voor elkaar. Een betekenisvolle interactie met de samenleving vereist dat kerken zich terughoudend opstellen in politieke stellingnames. Evengoed mag van politieke partijen terughoudendheid in het geestelijke domein verwacht worden.
Na een afgelaste en een digitale editie werd in Biddinghuizen de bekende Pinksterconferentie van Stichting Opwekking weer gehouden volgens het oude normaal. Een evenement waarbij behalve de nodige maatschappelijke organisaties ook traditiegetrouw politici van de ChristenUnie aanwezig zijn. Niet op persoonlijke titel, maar herkenbaar en aanspreekbaar als Kamerlid, minister of staatssecretaris.
Op zichzelf is het natuurlijk goed als politici en bestuurders hun licht opsteken tijdens dit soort evenementen. Op weinig andere plekken kun je in zo’n korte tijd zo veel mensen spreken. De Pinksterconferentie biedt een unieke mogelijkheid om mensen van allerlei pluimage te ontmoeten. Jong en oud, rijk en arm, evangelisch, hervormd en vrijgemaakt, alles loopt door elkaar heen. Evenementen als die van Stichting Opwekking geven een betere dwarsdoorsnede van de bevolking dan een gemiddeld partijcongres. Vooral naartoe blijven gaan dus.
Tegelijkertijd hangt er ongemak omheen: de vraag is of je als politieke partij een stand moet willen bemannen. Mensen komen eerst en vooral naar Biddinghuizen om uiting te geven aan hun geloof. Ze komen er met een verwachting van geloof, hoop en liefde. Dat is iets wat een politieke partij per definitie niet kan geven en ook niet dichterbij kan brengen.
Vanzelf zijn geloof en politiek geworteld in sociale praktijken. Voor de geloofwaardigheid van beide is het echter gezond om enige afstand tot elkaar te bewaren. Aan partijpolitiek zit per definitie een element van macht en competitie: wie ergens namens een politieke partij te gast is, manifesteert zichzelf. Dat kan expliciet met een herkenbare boodschap (dít is het probleem, dát is de politieke oplossing) of meer impliciet door simpelweg ergens aanwezig te zijn (al dan niet in afwezigheid van andere politieke partijen).
Andersom is het overigens een interessante vraag of seculiere partijen ook welkom zijn in Biddinghuizen. Als het bestuur van Stichting Opwekking niet op voorhand voorkeur heeft voor één bepaalde partij, dan zouden ook GroenLinks of JA21 welkom moeten zijn. Maar geef je aan iedereen een podium, dan kun je je afvragen of het aardse en het hemelse burgerschap niet te veel gaan samenvallen. De bedoelingen zijn natuurlijk goed, maar politiek en kerk horen elkaar op afstand te houden.
Even ongemakkelijk is wat zich soms voordoet in bepaalde reformatorische kerken. In het openbare gebed wordt dan specifiek voor de partij „die ons lief en dierbaar is” een zegen gevraagd. De politieke voorkeur van de predikant laat in zo’n geval weinig aan de verbeelding over en is daarmee een verkapt stemadvies. Beter is het om (naar 1 Timotheüs 2) in algemene zin voorbede te doen voor iedereen met een politieke of bestuurlijke taak, en het daar verder bij te laten. De kerk en de politiek hebben beide de taak om het eigen domein af te bakenen: inhoudelijk, maar evengoed organisatorisch. Concreet vraagt dat bijvoorbeeld om een weloverwogen en gewetensvolle invulling van zogenoemde tijdredes. Wie vraag je voor een voordracht en met welke motieven en verwachtingen? Tijdredes schieten hun doel voorbij als ze gebruikt worden als spirituele legitimatie van politieke idealen. Het heeft iets bedenkelijks als een geestelijke duiding van de tijd gevolgd wordt door een collecte voor de partijkas van de plaatselijke kiesvereniging.
Nog opportunistischer heb ik het eens meegemaakt bij een (protestantse) kerkdienst in Noord-Limburg, een aantal weken voor de verkiezingen. De predikant van dienst mocht stilstaan bij een ambtsjubileum en kreeg ogenschijnlijk onaangekondigd felicitaties van een aantal katholieke broeders en zusters. Behalve door de parochie werd de bos bloemen ook overhandigd namens de plaatselijke afdeling van het CDA. Maar dat was natuurlijk bijzaak.
De auteur is politicoloog, politiek filosoof en werkzaam als politiek adviseur.