150 opvangplekken per veiligheidsregio moeten Ter Apel ontlasten
De 25 veiligheidsregio’s streven ernaar om de komende drie weken per regio 150 opvangplekken voor asielzoekers te realiseren. Daarmee wordt het asielzoekerscentrum in Ter Apel ontlast. Het betreft een kortetermijnoplossing. Over drie weken wordt er in het Veiligheidsberaad gesproken over een structurele oplossing.
Die boodschap had staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) maandagavond na het Veiligheidsberaad, de vergadering van de voorzitters van de Nederlandse veiligheidsregio’s. Volgens Van der Burg is er sprake van een crisis in de reguliere opvang, en daarom moet deze ook als zodanig worden benaderd. „Zodat we niet meer dat gesleep met mensen hebben en ervoor zorgen dat er een overloop is voor Ter Apel”, aldus de staatssecretaris.
Door het inrichten van de plekken is volgens de bewindsman ook het vervoersprobleem verholpen, waardoor asielzoekers soms niet naar andere opvangplaatsen buiten Ter Apel konden. „Op het moment dat we weten dat in elke regio plekken zijn, dan kan je het vervoer ook voor de aankomende drie weken regelen. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) is daar verantwoordelijk voor.”
Met de 150 crisisopvangplekken per regio worden verspreid door Nederland in theorie 3750 plekken gecreëerd. Volgens de voorzitter van het Veiligheidsberaad, burgemeester Hubert Bruls van Nijmegen, kan dat op verschillende manieren. Daarbij kan worden gedacht aan het beschikbaar stellen van plekken die eerst bedoeld waren voor Oekraïense vluchtelingen.
„Wat het belangrijkste verschil is met de vorige situatie, is dat we wat meer rust in het proces gaan brengen”, legt Bruls uit. „Ter Apel was nu dusdanig vol, dat we permanent mensen moesten doorsturen. Met de 150 plaatsen kunnen we wat meer rust in het proces brengen.”
Toch is de periode na deze drie weken het belangrijkst. „Er moet een aantal grotere opvanglocaties komen en er moeten drie aanmeldcentra zoals die in Ter Apel bij. Dan ga je echt werken aan structurele oplossingen”, betoogt Bruls. „De oplossing ligt uiteindelijk bij de reguliere huisvesting. Dat is niet zo zeer een rol voor de veiligheidsregio, maar die verantwoordelijkheid hebben we als gemeente en Rijksoverheid.”