Column: Investeerders gezocht!
Een investering doen betekent dat je iets opzijzet voor de toekomst. Wanneer je een bepaald doel wilt bereiken, moet je vaak vooruitdenken. Je kunt zelf geld opzijzetten met als doel later ”een appeltje voor de dorst” te hebben. Er komt een tijd dat je niet meer kunt werken en dan is het fijn als je nog steeds de huur kunt betalen.
We leren onze kinderen spaarzaam te zijn. Geef niet alles wat je verdient gelijk uit, want later wil je je rijbewijs halen of misschien zelfs een huis kopen. En stop niet al je tijd in onzinnig tijdverdrijf, want later heb je echt een diploma nodig. Je kunt je geld of je tijd dus beter stoppen in iets wat waarde heeft voor de toekomst. Investeren doet dus iedereen.
Soms lees je over investeringen die je de wenkbrauwen doen fronsen. Bijvoorbeeld van meneer Musk, die zich in de afgelopen periode bereid toonde om het onvoorstelbare bedrag van 44 miljard dollar neer te tellen voor het aankopen van het communicatieplatform Twitter. Dat is echt geen vrijgevigheid, maar een investering om gewoon nóg rijker en machtiger te worden. De inkomsten uit advertenties via zo’n platform zijn gigantisch en wanneer je de inhoud van sociale media kunt sturen, heb je zomaar invloed op de verkiezingen in Amerika of op het verloop van de oorlog in Oekraïne.
Of je leest het recente bericht dat iemand (misschien ook meneer Musk wel, wie zal het zeggen) een bedrag van maar liefst 195 miljoen neertelt voor een schilderij van de beroemde schilder Warhol. Het bedrag is natuurlijk volledig uit verhouding met de tijd en het geld die het ooit gekost heeft om het schilderij te maken. Maar de koper heeft er vast mee op het oog dat de prijs van dat schilderij (of van andere schilderijen van Warhol) in de toekomst flink verder omhoog zal gaan.
Ook lees je steeds berichten van mensen die in bitcoins beleggen. Ik begrijp dat systeem van cryptomunten nog steeds niet helemaal goed, maar ook dan kan je inleg van vandaag volgend jaar zomaar het dubbele waard zijn.
Beleggingen die heel veel geld opleveren, lijken op het eerste gezicht erg aantrekkelijk en verstandig. Maar ze hebben ook een zeer duistere kant. Want wanneer de investeerder in één klap gigantisch rijk wordt, kan het niet anders of anderen worden er in één klap enorm veel armer van. Het geld moet nu eenmaal érgens vandaan komen. Kortom, het zijn investeringen die asociaal zijn. Het is niet om het even waarin je investeert. Met enige regelmaat roepen advertenties in deze krant ook op tot investeringen die wellicht meer inspelen op hebzucht dan op verstandige zorg voor de toekomst. Je wordt er rijker door ten koste van anderen.
Gelukkig zijn er ook mogelijkheden om op een heel andere manier te investeren. Vorige week kwam een viertal christelijke hulporganisaties samen in actie om meer mensen in Nederland kennis te laten maken met het sponsoren van kinderen die in extreme armoede leven. Wereldwijd verkeren meer dan 350 miljoen (!) kinderen in zulke omstandigheden. Geen eten, geen opleiding, geen medische zorg. En dus eigenlijk ook: geen toekomst. De vier organisaties melden dat er door 80.000 donoren samen ongeveer 100.000 kinderen worden gesponsord. Mooi, maar eigenlijk ook schrikbarend weinig. Want het is minder dan 0,03 procent van alle kinderen die sponsoring nodig zouden hebben.
Eigenlijk is sponsoring van kinderen voor ons de beste vorm van investeren. Een beetje geld voor eten kan het verschil tussen leven en dood betekenen. Een beetje hulp bij de opleiding kan de hele toekomst van een kind op een heel ander spoor zetten. Een kleine investering in medische hulp kan voorkomen dat iemand gehandicapt door het leven moet.
Zulke investeringen leveren direct een enorm rendement voor de toekomst. Je hoeft er niet rijk voor te zijn, want kleine bedragen maken al een groot verschil. En ook zonder eigen geld kun je met bijvoorbeeld een uurtje per week taalhulp aan een asielzoeker al een groot rendement realiseren. Sponsoring is sociaal investeren. Het levert enorme rendementen voor de ander op en je wordt er zelf bepaald niet armer van. Investeerders gezocht!
De auteur is hoogleraar kinderlongziekten.