Schilders van de Gortelse school
Vereniging Het Mosterdzaadje in Gortel –evangelisatie en basisschool in één– is op een schilderij gestuit. ”De Gortelse schaapskooi” werd in 1926 geschilderd door kunstenaar Jan van Vuuren.
„Dit schilderij hoort dus thuis in Gortel”, vindt schooldirecteur Frans Jan Roos. „Bovendien biedt het prachtige aanknopingspunten voor kunstprojecten in ons onderwijs. Het is een schilderij met veel verhalen.”
Het landschap van heide en zand rond Gortel verdroeg ruim een eeuw geleden nauwelijks akkerbouw, het waren vooral schapen die het gebied bevolkten. Na een dag grazen vonden ze rust in de schaapskooien. Dat waren potstallen waar de mest werd vermengd met heideplaggen, wat zich opstapelde (oppotte) tot de boer de stal leegschepte en de mest verspreidde over de kleine akkers die de Gortelse keuterboeren een slecht belegde boterham opleverden. De aankoop van de grond door prins Hendrik rond 1910 bracht in zoverre verandering dat grote arealen bos werden aangeplant. Voor houtkap en vooral voor de jacht. Voor de boer bleef het ploeteren, al waren de verdiende dubbeltjes voor het werken in het bos een welkome aanvulling.
De Gortelse schaapskooi aan de Oranjeweg werd rond 1970 door de eigenaar, het Kroondomein, afgebroken. Wat rest is het schilderij van Van Vuuren, waarvan niemand nog wist wat het precies voorstelde. De vereniging Het Mosterdzaadje heeft het schilderij veiliggesteld, omdat het van historische waarde is voor Gortel, aldus schooldirecteur Frans Jan Roos. „Zo’n historisch stukje van Gortel kun je maar één keer kopen. Het hoort gewoon hier thuis. Wij gaan alles op alles zetten om het geld voor het kunstwerk bijeen te brengen.”
De Gortselse schaapskooi
De negentiende-eeuwse schaapskooi stond zo’n 50 meter van het schoolgebouw, aan de Oranjeweg in Gortel, direct naast een boerderij. De weg, die nu is geasfalteerd, was nog een zandweg. De huidige bewoonster van het perceel, Dinie van Essen (79), kan de plek precies aanwijzen. „Toen ik in 1969 introuwde op de boerderij stond de schaapskooi er nog, hoewel deze al erg vervallen was. Mijn man gebruikte de potstal als kolenopslag en parkeerde er zijn auto in. Al na een enkel jaar besloot het Kroondomein de schaapskooi te slopen.” Wederopbouw was niet aan de orde. Later is men pas de cultuurhistorische waarde van de schaapskooien in het landschap gaan zien.
Volgens Dinie van Essen lijdt het geen twijfel of de geschilderde schaapskooi is die van Gortel. „Alleen, links op het schilderij zie je prachtige blauwe lucht. Maar daar stond een grote lindeboom. Die is pas jaren na de sloop van de schaapskooi omgehakt.”
Dichterlijke vrijheid van de schilder
De beroepskunstschilder Jan van Vuuren (1871-1941) kon je overal op de Veluwe tegenkomen. Met zijn schildersezel op zijn rug en in zijn houten koffer een palet, tubes olieverf en kwasten in soorten en maten. De uitvinding van de zinken verftubes maakte het voor hem mogelijk zijn ezel op te zetten waar hij maar wilde. Hij schilderde, zoals dat heette, in de vrije natuur (en plein air). Bij watermolens, in Veluwse dorpen, bij een vaart of een idyllisch boerderijtje. Hij klapte de ezel uit en ging aan de slag.
Kunstschilders nemen het soms niet nauw met de waarheid. Om het schilderij zo mooi mogelijk te maken laat de schilder een minder fraai huis of een boom die het beeld verstoort, wegvallen. Zo zijn er ook zeegezichten bekend waarop de zeilen van een schip tegen de wind in opbollen. Dat maakt het schilderij wellicht mooier, maar de historische betrouwbaarheid onzekerder. Ook Van Vuuren zette de werkelijkheid soms naar zijn hand. Een historische foto van de schaapskooi bewijst dat links van de kooi een grote lindeboom heeft gestaan. Die heeft hij niet geschilderd, om een betere compositie in het schilderij te krijgen en de schaapskooi meer reliëf te geven.
Veel armoede, veel tegenslag
Eigenlijk kwam Van Vuuren niet van de Veluwe, maar van een boerderij in het Zuid-Hollandse Molenaarsgraaf. De burgemeester daar zag dat de jongen talent had en hij betaalde de tekenlessen bij bekende schilders. Dankzij zijn goede opleiding behaalde Van Vuuren aktes, diploma’s en won hij zelfs een gouden medaille. Hij trok door het land en woonde in Dordrecht, Amsterdam, Den Haag, Elspeet, Epe en Elburg. In Elburg ontmoette hij zijn vrouw, Anna Margaretha Heijman. In 1904 vonden zij definitief een plek in Nunspeet, waar al veel meer schilders woonden.
Van Vuuren werkte hard, stond bekend als een bescheiden man, die van kunstenaarspoespas weinig moest hebben. Verdriet was er in het gezin toen een achtjarig dochtertje, Tonny Maria, in 1912 overleed, armoede was er tijdens de oorlog van 1914-1918. Daarna leek het even beter te gaan. Maar ziekte van een andere dochter, Anny, plunderde Van Vuurens portemonnee opnieuw. Soms was er een meevallertje. Bijvoorbeeld toen koningin Emma een schilderij kocht, of toen uitgeverij Waanders vier werken van de kunstenaar aanschafte.
Eén schilderij, van de watermolen van Kasteel De Cannenburgh in Vaassen, wilde Van Vuuren nooit verkopen. Het was zijn beste werk, vond hij en liet het in zijn atelier hangen. Nadat Jan van Vuuren in 1941 overleed, ging dat kunstwerk naar zijn huisarts. Een vergoeding voor geboden medische hulp.
Cadeautje voor de burgemeester
De buurtschap Gortel behoort van oudsher tot de gemeente Epe. Vanaf 1889 zwaaide baron Sweerts de Landas daar als burgemeester de scepter. Behalve de burgemeestersketen droeg de baron bij gelegenheden nog een officieel uniform, compleet met steek. De baron zette zich in voor de gemeente Epe en werkte veel samen met ds. Prins. Hij zag het belang in van toerisme en startte met een VVV. Hij stimuleerde het onderwijs, dat ook in Gortel plaatshad. Zo opende hij in 1906 het nieuwe schoolgebouw van Het Mosterdzaadje en woonde in 1915 het 25-jarig jubileum bij. Zijn vrouw startte –in opdracht van koningin Wilhelmina– in de Gortelse kapel een naai- en breischool voor kinderen uit de buurt. Na ruim 37 jaar legde de burgemeester zijn ambt neer. Bij zijn vertrek in 1926 wilde de gemeenteraad hem eren met een mooi schilderij. De bekende kunstenaar Jan van Vuuren had de schaapskooi in Gortel op het doek gezet. Dat moest het worden. De burgemeester kreeg het officieel overhandigd en er kwam een stukje van in de krant van 17 augustus 1926.
Reis door de tijd
Hoe lang de burgemeester plezier heeft gehad van het schilderij is niet bekend. Wel is zeker dat de Hoogevener Henk van ’t Hul het schilderij, minstens vijftig jaar later, in zijn bezit kreeg. Van ’t Hul, leraar geschiedenis aan het Menso Alting College in Hoogeveen, hield van historie en nam in 1984 het initiatief tot een Historische Kring in Hoogeveen. Daarbij was hij verwoed verzamelaar van schilderijen, vooral uit de Noord-Veluwe en hij was liefhebber van het werk van Jan van Vuuren. Maar ook het leven van Van ’t Hul nam een einde, in 2021.
Zijn kunstverzameling –waaronder ”Een boerenschuur”– kwam terecht in de etalage bij Galerie Niemeijer in Wilsum, en daarmee op internet.
Het is de Eper fotograaf Jan Paasman die dan het schilderij ontdekt. Zoekend op internet ziet hij gelijkenis tussen een foto in de Provinciale en Zwolsche Courant van 17 augustus 1926 en het schilderij. Hij tipt een bestuurslid van de historische vereniging ”Ampt Epe”, Aline van Dam. Zij wil het schilderij graag voor Epe behouden. De gemeente heeft zeker belangstelling, maar heeft er geen budget voor. Dan pakt zij de telefoon en belt naar Gortel, naar de enige persoon die zij daar kent: schooldirecteur Frans Jan Roos.
Een schilderij in de klas
„Al eerder deed onze school mee aan de zogenoemde Kunstweken, een steunproject voor basisscholen”, zegt Roos. „Want bezig zijn met kunst is goed voor de ontwikkeling van het kind. Het brein wordt flink aan het werk gezet; geheugen, fantasie, emotie. Je nodigt bijvoorbeeld een schilder uit een gastles te geven en elke groep gaat met een eigen thema aan de slag. De schilder, zijn stijl, zijn gereedschap, de historie en dergelijke.
Je kunt het ook als een zelfstandig project voor de hogere klassen uitwerken. Leg de kinderen bijvoorbeeld de originele notulen van Het Mosterdzaadje voor waarin staat hoe burgemeestersvrouw Sweerts de Landas in de Gortselse kapel een breikrans belegde. Kinderen worden zo nieuwsgierig gemaakt. Laat ze vervolgens (begeleid) zoeken naar krantenknipsels over de burgemeester en zijn vrouw. Dan komt het afscheid van de burgemeester in beeld. Stel je toch eens voor dat het schilderij van de Gortelse schaapskooi, dat hij bij zijn afscheid cadeau kreeg, nog eens boven water zou komen… Dat daagt de kinderen uit. Je gaat met hen op zoek. Eerst gaan ze informatie verzamelen (weten); over de kunstenaar, over de historie van Gortel. Die informatie moeten ze verwerken (denken en onderzoeken).
Maar ook gaan ze natuurlijk zelf aan de slag (doen). Neem ze mee naar buiten en zet ze neer op het plekje waar Van Vuuren zijn ezeltje uitklapte. Leer ze kijken door de ogen van de schilder. En laat ze tekenen of schilderen als een kunstenaar. Het kan prachtige kunstwerkjes opleveren. Je kunt ook gastlessen organiseren, of met de kinderen naar Elburg gaan en kijken waar Van Vuuren schilderde en het vergelijken met een schilderij van die plek. Of je neemt ze mee naar galerie Niemeijer in Wilsum, waar het schilderij hangt. Laat ze het kunstwerk daar ontdekken.
En waarom zullen we de burgemeester van Epe niet vragen het vervolgens te onthullen in Gortel? Natuurlijk worden alle resultaten van het project gedeeld met de ouders. En de werkstukjes? Die worden geveild, het schilderij moet tenslotte ook worden betaald. Dat kan niet van onderwijsgeld, en mag natuurlijk niet uit het potje van de evangelisatie.”