Compassion, Red een Kind, Woord en Daad en World Vision organiseren samen de Week van de Kindsponsoring, die van 8 tot 14 mei duurt.

Tijdens de actieperiode kunnen potentiële sponsors via een online test nagaan of kindsponsoring ook iets voor hen is. Initiatiefnemer Tiemen Westerduin, werkzaam bij Compassion: „Een sponsorporject moet wel bij je passen. Je hebt contact met kinderen en schrijft hun af en toe een brief. Kindsponsoring is voor de langere termijn. Er zijn mensen die liever eenmalig doneren aan noodhulp, zodat ze nergens aan vast zitten.”

Volgens de gezamenlijke woordvoerder heeft corona zijn weerslag gehad op de levens van de sponsorkinderen: „Door de pandemie konden veel kinderen van onze sponsorprojecten niet meer naar school. In Oeganda bijvoorbeeld waren de scholen de afgelopen twee jaar dicht. Om extra bij te dragen aan de teruggelopen gezinsinkomsten werden veel kinderen aan het werk gezet. Een deel van de onderwijzers liet zich omscholen om toch geld te kunnen verdienen.”

Juist nu de gevolgen van corona kleiner worden, merken de organisaties het belang van een sponsorprogramma voor kinderen. „Bij een project in Ghana gingen 60 van de 240 kinderen na de pandemie niet meer naar school. Doordat de leerlingen bij lokale organisaties in beeld zijn en de kerk contact legt met de families, zijn er van hen nog maar 15 over. De rest zit allemaal weer op school.”

Het doel van kindsponsoring is volgens de initiatiefnemer onder meer dat het op lange termijn nuttig is voor het hele dorp. „We proberen sowieso de kinderen uit de cirkel van armoede trekken, maar investeren tegelijkertijd in gezondheidszorg, infrastructuur en beroepstrainingen voor ouders, zodat ze een vak leren.”

Keuzevrijheid

Maar is dat niet een al te rooskleurig plaatje? En kiezen sommige kinderen er niet voor om vroegtijdig hun opleiding af te breken en alsnog op jonge leeftijd aan het werk te gaan? Westerduin: „Onze lokale medewerkers doen er alles aan om kinderen zo goed mogelijk te begeleiden, maar soms kiezen ouders en kinderen er toch voor om vroegtijdig het sponsorprogramma te verlaten. We hebben te maken met keuzevrijheid.”

Toch hoort de initiatiefnemer veel verhalen van kinderen die jaren later goed terecht zijn gekomen. Volgens hem maken „heel weinig middelen juist een ontzettend groot verschil”. „Veel tieners zeggen: „Ik ben door het sponsorproject bevrijd van extreme armoede, omdat er iemand was die met me optrok en naar me omzag”. Een kind sponsoren heeft dus daadwerkelijk zin en heeft daarmee invloed op jonge levens.”

Ongeveer 80.000 donateurs sponsoren via de vier christelijke organisaties zo’n 100.000 kinderen in diverse ontwikkelingslanden. „De cijfers rondom armoede zijn soms zo overweldigend. Je kunt je er lamgeslagen door voelen. Kindsponsoring geeft mensen de mogelijkheid om impact te hebben op in ieder geval één kind in extreme armoede.”

Patronen

Juist kinderen hebben die hulp volgens de woordvoerder van de gezamenlijke actie nodig. „Kinderen zijn het meest kwetsbaar en krijgen vaak letterlijk de klappen als er geleefd wordt onder moeilijke omstandigheden.” Tegelijkertijd zitten kinderen nog niet vast in patronen en dragen ze het meeste vermogen in zich om uit de vicieuze cirkel van armoede te stappen, licht Westerduin toe.

De betrokken medewerkers van de hulporganisaties zijn blij met de samenwerking, merkt de woordvoerder. „Door met elkaar op te trekken, leren we elkaar beter kennen en waarderen. Uiteindelijk hebben we allemaal dezelfde drijfveer: de liefde van God. Vanuit onze verschillende organisaties geloven we dat God iedereen op deze wereld heeft geschapen en met elk kind een plan heeft.”

Armoedebestrijding is daarmee volgens Westerduin een onderdeel van hulp aan de naaste. „Waar uitzicht voor kinderen in armoede ontbreekt, proberen we hun vertrouwen in de toekomst en hoop in God mee te geven.”