Christenvervolging kent geen tijd
Uit de kerkgeschiedenis weten we dat christenen vervolgd werden. Oftewel: vroeger. Maar anno 2022 bloedt de kerk nog altijd uit duizend wonden. Het lijden van christenen om hun geloof kent geen tijd.
De bloeddoop in Vroege Kerk
De eerste eeuwen kenden enkele felle periodes van vervolging. Berucht zijn de wreedheden van keizer Nero, die christenen als fakkels zou hebben gebruikt. Stelselmatige vervolgingen door het gehele Romeinse Rijk vonden echter maar beperkt plaats, hoofdzakelijk in de derde eeuw. Veel vaker had de verdrukking een lokaal karakter.
Hoe moet je omgaan met vervolging? Het was een van dé vragen van de vroegchristelijke kerk. Christenen reageerden op uiteenlopende manieren. Van vluchten tot getuige (Latijn: martyr) zijn. Sommigen gingen zelfs zover dat ze het martelaarschap bewust zochten. Hiermee geconfronteerd, heeft een Romeinse gouverneur christenen eens geadviseerd zelf maar een einde aan het leven te maken, zo gebrand als ze waren om te sterven.
Verdeeldheid in de kerk van de eerste eeuwen ontstond over de terugkeer van christenen die door vervolging waren afgevallen van het geloof. Uitgesloten, aldus een deel van de kerk.
Verloochening was een van de hoofdzonden. In de Vroege Kerk leefde de overtuiging dat martelaren door hun zogeheten bloeddoop direct naar de hemel zouden gaan, ongeacht de gedane zonden. Afvallige christenen zagen in het martelaarschap de enige uitweg.
Vluchten of vreugde vinden in het lijden? Een terugkerende vraag in twintig eeuwen vervolging.
Het bloed der martelaren…
De gevleugelde uitspraak ”het bloed der martelaren is het zaad van de kerk” is zo bekend geraakt dat er soms –ten onrechte– gedacht wordt dat deze woorden in het Nieuwe Testament voorkomen. Ze zijn echter terug te leiden tot kerkvader Tertullianus. In zijn werk ”De Apologie” weerlegt hij vol vuur beschuldigingen tegen christenen. En hij wijst erop dat hun aantal groeit, ondanks pogingen om hen uit te roeien.
De veronderstelling ligt op de loer dat vervolging altijd leidt tot kerkgroei. Maar dat is onjuist. In tijden van vervolging in de vroegchristelijke kerk van Tertullianus vielen er soms meer christenen af van het geloof dan dat er standvastig bleven. Daarbij komt dat een aantal momenten van grote bloei in de Vroege Kerk juist gelijk vielen met tijden dat er geen vervolging was.
Toch bevat de uitspraak een zekere mate van waarheid. In China neemt de kerk in omvang toe, ondanks onderdrukking. De Chinese predikant Samuel Lamb (1924-2013) zei eens dat hij zijn huiskerk meer zag groeien wanneer hij in de gevangenis zat, dan wanneer hij vrij was. Zelfs in Noord-Korea, waar het christelijk geloof geen enkele kans krijgt, is de verspreiding daarvan niet te stoppen. Vervolging is geen garantie voor kerkgroei, maar de geloofsgetuigenissen kunnen wel een vruchtbare uitwerking hebben.
Islam: geduchte concurrent
In de regio waar het christendom is ontstaan, behoren christenen inmiddels in veel gevallen tot een (vervolgde) minderheid in overwegend islamitische samenlevingen. De opkomst van de islam in de zevende eeuw is weleens de grootste terugslag voor het christendom genoemd. Toen de kerkvader Augustinus in 430 stierf, telde de Noord-Afrikaanse kust nog zo’n 700 bisdommen. Na het eerste millennium waren er daar nog 5 van over, Egypte niet meegerekend.
De teloorgang van het christendom in de regio had in de eerste eeuwen na Mohammed niet zozeer te maken met vervolging, als wel met dat de islam een geduchte religieuze concurrent bleek. Veel bewoners van de regio bekeerden zich tot de nieuwe religie. Zij die christen bleven, werden beschouwd als tweederangs burgers. Toch zijn er ook voorbeelden van vreedzaam samenleven tussen joden, moslims en christenen. Vanaf de tiende eeuw komen christelijke en islamitische machten steeds meer tegenover elkaar te staan. Dat gaat gepaard met systematische en zware vervolging.
Ook in 2022 staat de christelijke aanwezigheid in het Midden-Oosten en (Noord-)Afrika onder druk. Jihadistische groepen en islamitische regimes zijn een bron van vervolging. De afgelopen jaren kenden een uittocht van christenen uit het Midden-Oosten. Zo slonk hun aantal in Irak van naar schatting 1,5 miljoen rond de eeuwwisseling tot enkele honderdduizenden nu.
Verlengstuk van Westen
Vanaf de vijftiende eeuw weten Europese machten grote delen van de wereld in hun bezit te krijgen. De zendelingen die in hun kielzog volgden, werden gezien als een verlengstuk van Westerse mogendheden. Deze geloofsgezanten brachten soms grote offers voor de verspreiding van het christendom. De Aziatische geschiedenis kent daar gruwelijke voorbeelden van.
Christenen vandaag de dag worden nog altijd geassocieerd met het kolonialisme en westerse bezetting. De kruistochten kunnen onder moslims hevige emoties oproepen. In het hedendaagse China wordt het christendom bestempeld als een manier van het Westen om de regering in Peking te ondermijnen. Met alle onvrijheid die daaruit voortvloeit.
Ook in het Westen heeft het verleden gevolgen voor de kijk op vervolging. De voormalige Britse minister van Buitenlandse Zaken Jeremy Hunt stelde in 2019 dat in het Westen een bepaalde terughoudendheid bestaat om over christenvervolging te praten. Het thema wordt volgens hem verzwegen vanwege het koloniale verleden dat nog altijd aan christenen kleeft. En dat terwijl die tegenwoordig de grootste vervolgde groep ter wereld vormen. Volgens Open Doors worden 360 miljoen christenen vervolgd vanwege hun geloof.
De twintigste eeuw: meer doden dan ooit tevoren
In de twintigste eeuw zijn meer christenen door vervolging gestorven dan in alle eeuwen daarvoor opgeteld. Exacte cijfers zijn er niet, maar mannen als Jozef Stalin (Sovjet-Unie), Mao Zedong (China), Kim Il-sung (Noord-Korea) en Pol Pot (Cambodja) hebben miljoenen doden op hun geweten, onder wie veel christenen. Ook de genocide op Armeense christenen in het Ottomaanse Rijk kostte honderdduizenden het leven.
Dat er in deze eeuw meer christenen stierven vanwege hun geloof dan ooit tevoren, heeft verschillende oorzaken. Zo is het aantal christenen dan enorm gegroeid. Het christendom is geworden tot een wereldgodsdienst van formaat. Een grote tegenstelling met de eerste eeuwen, toen slechts een paar procent van de wereldbevolking christen was. Hogere aantallen leveren al sneller meer slachtoffers op.
En in een periode waarin de wereld steeds ‘kleiner’ wordt en technologische ontwikkelingen grootschalige moordpartijen mogelijk maken, is het hoge aantal niet verwonderlijk.
De afgelopen eeuw wordt ook gekenmerkt door de opkomst van grote ideologieën –de ”ismes”– die de drijver waren achter repressie. Te denken valt aan het communisme, religieus nationalisme en islamisme.
Christen onder hamer en sikkel
Onder het communisme zijn christenen zwaar vervolgd. In de wereld achter het IJzeren Gordijn werd religie op z’n best getolereerd. Daar maakten de communistische regimes het christendom belachelijk, kregen kinderen atheïstisch onderwijs en verdwenen gelovigen in gevangenissen en strafkampen. Ook in China is geprobeerd het christendom uit te roeien.
Met de val van de Muur in 1989 kregen christenen in het Oostblok een ongekende vrijheid om hun geloof te belijden. Inmiddels heeft religie weer een plek gekregen in de Oost-Europese maatschappijen. Een meerderheid van de inwoners in de regio noemt zich orthodox. In Rusland draaien de autoriteiten wel de duimschroeven aan voor religieuze minderheden.
In voormalige Sovjetlanden als Kazachstan, Turkmenistan, Oezbekistan en Tadzjikistan is de islam de dominante godsdienst. Daar staan christenen onder druk van moslims en een argwanende overheid.
Nog altijd zijn er landen waar (een vorm van) het communisme een grote rol speelt en christenen het moeilijk hebben. Te denken valt aan China, Noord-Korea, Vietnam en Cuba. De vervolging onder de hamer en de sikkel is nog niet ten einde.
De vervolgde als vervolger
Door de eeuwen heen zijn christenen niet alleen slachtoffer geweest van vervolging, maar ook daders. Een hedendaagse voorbeeld is Eritrea.
De autoriteiten van het Afrikaanse land treden hard op tegen christenen die geen lid zijn van de door de staat erkende kerken. De Eritrees-Orthodoxe Kerk –die dat wel is, maar veel van de overheid moet dulden– doet daar echter nog een schepje bovenop. De kerk steunt actief pogingen om de groei van andere christelijke stromingen te voorkomen.
Een klassiek voorbeeld is het christendom in de vierde eeuw. Toen dat de overhand kreeg in het Romeinse Rijk en de staatsgodsdienst werd, veranderden de vervolgden in vervolgers. Niet alleen niet-christenen, maar ook als ketters beschouwde stromingen kregen er van langs.
Ook in de zestiende en zeventiende eeuw gunden christenen in Europa elkaar soms het licht in ogen niet. Godsdienstoorlogen wisselden elkaar af. Een fel vervolgde groep –door zowel protestanten als rooms-katholieken– vormden de dopersen.