Kerk & religie
Borsjtsj koken bij inloop Oekraïners in Utrechtse kerk

De vloer ligt bezaaid met speelgoed. Op de tafels staan kannen met koffie en thee, flessen frisdrank en schalen met speculaasjes. Een zaal in het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente (gg) in Utrecht biedt dagopvang aan Oekraïense vluchtelingen.

Michiel Bakker ​
Oekraïense moeders en kinderen bezoeken de dagopvang voor vluchtelingen in het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente in Utrecht. beeld Erik Kottier
Oekraïense moeders en kinderen bezoeken de dagopvang voor vluchtelingen in het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente in Utrecht. beeld Erik Kottier

Een meisje met een hoofddoek is in de weer met een houten speelgoedtrein. Aan een tafel zitten drie jongens te kleuren. De Oekraïense Aleksandra is druk met hen in gesprek. Een van de drie is haar vijfjarige zoon, Zheyna. Over een van de andere jongens zegt ze, via een vertaal-app op haar telefoon: „Dat is mijn vriend. Hij is bang. Het is moeilijk voor hem in een vreemd land.”

Aleksandra is „een paar dagen” in Nederland. Ze typt weer iets op haar telefoon en de app vertaalt: „We zijn ondergebracht bij een heel vriendelijke familie.” Ze geniet van de inloop in de Nieuwe Westerkerk in de Utrechtse wijk Leidsche Rijn. „We zijn hier vrolijk. De mensen zijn aardig en mijn kind is rustig.”

Pan soep

Diaken Bas van Hell en ouderling Dirk-Jan Nijsink lopen deze woensdagochtend de kerk binnen, nadat ze buiten met een Oekraïense jongen een potje hebben getennist. Van Hell wijst op de dozen die in de hal staan. Een jongen loopt er stuiterend met een bal tussendoor. „Een rooms-katholieke school in de buurt heeft kleding en speelgoed ingezameld. Het liep storm. Ze hadden al snel vijftig verhuisdozen vol met spullen en hebben een aantal hier gebracht. Het is ongelooflijk wat er loskomt in de samenleving.”

Ook de gg kwam snel in actie toen bekend werd dat er Oekraïense vluchtelingen naar Utrecht zouden komen. Voor eerste opvang kunnen dezen terecht in de Jaarbeurs om daarna in gastgezinnen te worden geplaatst. Vanuit de gg hebben acht gezinnen hun huis of een onderkomen op hun erf, zoals een bakhuisje, opengesteld voor drie of meer vluchtelingen.

Sinds maandag biedt de Nieuwe Westerkerk, die in juli 2019 werd geopend, vijf dagen per week vanaf tien uur een inloopmogelijkheid voor de Oekraïners. Op een spandoek op de gevel staat in het Nederlands en Oekraïens: „Welkom.” Bezoekers die voor het eerst komen, krijgen een welkomsttasje met onder meer thee, chocola en een opschrijfboekje.

18103581.JPG
Diaken Bas van Hell l. en ouderling Dirk-Jan Nijsink zijn nauw betrokken bij de ondersteuning van Oekraïense vluchtelingen in Utrecht. beeld Erik Kottier

Van Hell: „Er komen gemiddeld tien tot vijftien vluchtelingen per dag. Hier kunnen ze elkaar ontmoeten, samen koken en eten. Maandag hebben een paar vrouwen een flink pan borsjtsj –soep– gemaakt. Dat ze hier overdag heen kunnen, ontlast de gastgezinnen.”

De hulp aan Oekraïners wordt in de kerkelijke gemeente breed gedragen, zegt Van Hell. „Iedereen vraag zich af: Wat kan ik bijdragen? We doen het echt met elkaar.” Ook buurtgenoten die niet tot de gg behoren, helpen als vrijwilliger mee. Sommigen zijn aangesloten bij de samenwerkingsgemeente van vrijgemaakt gereformeerden en Nederlands gereformeerden in de wijk. „Een oproep in die gemeente leverde in twee dagen acht vrijwilligers op.”

Spannend

Een van de vrijwilligers is Nettie Bosch, sinds 1985 lid van de gg in Utrecht. „Toen er een oproep kwam voor vrijwilligers, heb ik me gemeld. Ik werk niet meer en heb alle tijd. Hier kan ik m’n handen laten wapperen, dat vind ik heerlijk. We komen ’s ochtends met z’n vieren en verdelen de taken. Zo zorgt de een voor de catering en een ander let op de kinderen. Je moet erg oppassen dat ze niet weglopen.”

De eerste keer vond ze het „heel spannend”, bekent ze. „Het is echt pionieren.” Een gesprek voeren met de gasten is vanwege de taal „erg lastig. Maar met handen en voeten kom je ook een eind. En verder hebben we een vertaal-app en er is soms een tolk aanwezig.”

De komende tijd wil de kerkelijke gemeente zo veel mogelijk inspelen op vragen en behoeften van de Oekraïners, zegt Nijsink. „We kijken hoe de contacten zich ontwikkelen. Komende zondag wil een klein groepje vluchtelingen naar de dienst komen. De evangelisatiecommissie werkt aan een uitleg van de liturgie in het Russisch en Oekraïens en we zijn bezig een tolk voor de dienst te regelen.”

In Utrecht is ook een Russisch-orthodoxe kerk, zegt Nijsink. „Ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die daarheen willen. De orthodoxe liturgie is toch iets anders dan die in een gereformeerde gemeente. Misschien kunnen we ook een keer een aparte samenkomst voor deze mensen houden. Onze predikant is bereid pastorale zorg te geven als daar behoefte aan is, maar vanwege de taal zal dat wel ingewikkeld zijn.”

Ziekenhuis

De Oekraïense Irina woont al jaren in Utrecht en heeft contact met diverse mensen van de Nieuwe Westerkerk. „Pas vroegen ze me: Wil je iets doen voor je landgenoten? Precies op het moment dat ik erover nadacht wat ik voor hen kon betekenen.”

Als tolk biedt Irina geregeld haar diensten aan. „Ik luister naar de verhalen en informeer wat de mensen verwachten, welke vragen ze hebben. Dat geef ik door aan bijvoorbeeld het gastgezin. Ik ben blij dat ik dit kan doen.” Het vrijwilligerswerk heeft veel impact op haar. „Ik hoor allemaal dramatische verhalen, vreselijk. Eerlijk gezegd kijk ik niet meer naar het nieuws over Oekraïne, want dan kan ik daarna twee nachten niet slapen.”

Wat valt haar op in de verhalen van de vluchtelingen? „De mensen schamen zich om hulp te vragen. Ze willen geen bedelaars zijn, maar zelf iets doen. Iedereen wil terug naar Oekraïne, maar zo lang ze hier zijn, willen ze graag werken, niet lui op iemands rug zitten. Sommigen vragen: „Hoelang blijven we hier en wat is de volgende stap?” Ik zeg: „Blijf rustig. Je zit niet meer in oorlogsgebied en de zon schijnt. Probeer een beetje te ontspannen en te genieten.””

Zaterdag bezocht Irina een Oekraïense vrouw die in Utrecht in het ziekenhuis ligt en inmiddels is geopereerd. Haar kinderen verblijven in een gastgezin, haar man is in Oekraïne. „Het was heel zwaar om die vrouw in het ziekenhuis te zien liggen, heel zwaar. Terwijl ik bij haar was, belde haar man en sprak met haar en de kinderen. Hij werkt bij de brandweer in Charkiv en zei dat er zo’n dertig brandmeldingen per dag binnenkomen. De kinderen zwaaiden via de telefoon naar papa. Hij zei: „Jullie moeten je goed gedragen, ik hoop jullie snel weer te zien.””

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer