Binnenlandnoodhulp oekraïne

Vrijwilliger wil Oekraïense vluchteling in Harskamp laten merken dat hij welkom is

Ze zijn nog maar kortgeleden de oorlog in Oekraïne ontvlucht. Zo’n 850 ontheemden uit dat land verblijven nu in de noodopvang in Harskamp. Daar staan vrijwilligers voor hen klaar. „De beelden uit Oekraïne gaan me aan het hart. Ik wil deze vluchtelingen laten voelen dat ze welkom zijn.”

19 March 2022 08:25
Kinderen vermaken zich tussen de barakken in de noodopvanglocatie voor Oekraïense vluchtelingen in Harskamp. beeld André Dorst
Kinderen vermaken zich tussen de barakken in de noodopvanglocatie voor Oekraïense vluchtelingen in Harskamp. beeld André Dorst

Dinsdagochtend, kwart voor tien. In een paviljoentent op de noodopvanglocatie voor Oekraïners op een defensieterrein in Harskamp zitten nog enkele bewoners aan het ontbijt. Intussen druppelen de vrijwilligers binnen van Coördinatie Vrijwilligers Vluchtelingen Ede (CVVE). Zij gebruiken vanaf tien uur een deel van de eetzaal voor kinderactiviteiten. Op twee rijen tafels in de hoek leggen ze knutselspullen klaar. Tegen de wand staan vier kinderbedjes vol knuffels.

Phia Dekens coördineert de CVVE-activiteiten in de noodopvang in Harskamp, gemeente Ede. Een vrijwilligster van het Rode Kruis klampt haar direct bij binnenkomst aan. Ze vertelt dat een kinderwagen die beschikbaar was gesteld, snel een bestemming heeft gevonden. „Er is hier een moeder met een baby van twee weken.”

Badslippers

Dekens laat weten dat er net een lading badslippers is gearriveerd die de afgelopen dagen op verzoek is ingezameld. Ze schat dat er duizend paar zijn, die de vluchtelingen kunnen gebruiken als ze in een van de barakken op de legerplaats gaan douchen. Tegen de Rode Kruis-vrijwilligster: „Als er andere spullen nodig zijn, laat het ons weten.”

In korte tijd is Dekens in het werk in de noodopvang gerold. „Ik ben een week geleden ingevlogen. De beelden uit Oekraïne gaan me aan het hart. Het is prachtig om iets te kunnen betekenen voor deze vluchtelingen, hun te laten voelen dat ze welkom zijn.” De legerplaats Harskamp is voor haar bekend terrein. „Vorig jaar heb ik hier kinderwerk gedaan toen er Afghanen werden opgevangen.”

Inmiddels is het tien uur. Een aantal kinderen zoekt samen met een moeder of vader een plek aan een van de tafels. Aan de wand prijken vrolijke tekeningen en kleurplaten, van bloemen en dieren, Nederlandse en Oekraïense vlaggen. Ze zijn gemaakt door kinderen uit de omgeving. „Welkom in Nederland”, staat er bij.

Op een tafel liggen nog meer kindertekeningen die zijn bezorgd. „Wij denken aan jullie”, staat er in het Nederlands en Russisch op een fleurige plaat met een regenboog, vlaggen en bloemen. En een kunstwerk van Micha, Nienke en Simeon vermeldt bovenaan in twee talen: „We bidden voor jullie.”

Brood, bed en bad

Buiten de paviljoentent staan tafels waar bewoners koffie en thee tappen. Twee jochies rijden rond op een grote speelgoedtractor. Een Oekraïense vrouw loopt op een grasstrook naast een barak. Ze veegt met een bezem bladeren op een hoop. Op een picknicktafel ligt een Russisch kinderboek.

Donderdag 3 maart kwamen de eerste Oekraïense vluchtelingen in Harskamp aan, zegt locatiemanager Rob Schilthuis van het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers (COA). In principe ligt de verantwoordelijkheid voor noodopvanglocaties bij gemeenten en veiligheidsregio’s, maar in Harskamp neemt het COA die bij uitzondering voor zijn rekening. „We hebben hier alles nog geen twee weken geleden bloedsnel ingericht”, zegt Schilthuis.

Het terrein telt 8 barakken, die elk plaats bieden aan maximaal 112 personen, verdeeld over kamers met 8 bedden. Op dit moment verblijven er zo’n 850 mensen die uit Oekraïne zijn gevlucht, van wie ongeveer 20 procent oorspronkelijk uit andere landen, zoals Nigeria en Syrië, komen. De inrichting is sober. „We bieden brood, bed en bad: dat is onze opdracht.”

De in allerijl gestarte noodopvang bevindt zich nog in de opstartfase, zegt de locatiemanager. Zo is het de bedoeling dat de kinderen binnenkort onderwijs krijgen, maar het is nog onduidelijk waar. „In ieder geval buiten dit terrein, want hier hebben we er geen ruimte voor.”

De sfeer in de opvanglocatie is overwegend rustig, zegt Schilthuis. „Er zitten hier veel mensen dicht op elkaar, dus op enig moment zullen er irritaties ontstaan. Maar tot nu toe valt het alles mee.”

De noodopvang krijgt op allerlei manieren hulp aangeboden. „Dat loopt via het Rode Kruis en de CVVE, zodat zaken centraal worden afgestemd. De komende tijd zullen diverse activiteiten worden gestart. Dat is belangrijk, want anders doet verveling zijn intrede als mensen hier wat langer zitten.”

18084452.JPG
Phia Dekens in de noodopvang in Harskamp: „Vrijwilligers staan te popelen om iets te doen.” beeld RD

Potje voetballen

Bas Sturm (29) uit Harskamp is een van de vrijwilligers die zich direct meldden toen er Oekraïners onderweg waren naar het dorp. „Vorig jaar heb ik kleding ingezameld voor de Afghanen die hier zaten en met een groep van hen gevoetbald. Toen bekend werd dat er Oekraïners zouden komen, kreeg ik al snel telefoontjes: „Hé Bas, wat ga je doen?” Zo is het balletje gaan rollen.”

Evenals vorig jaar organiseert Sturm ook nu sportmomenten voor de vluchtelingen. „De gemeente heeft de sporthal in Harskamp ter beschikking gesteld zodat we daar elke vrijdagavond anderhalf uur lekker een potje kunnen voetballen. Afgelopen vrijdag waren er al zo’n twintig mannen.”

Het valt Sturm op dat er onder de vluchtelingen nogal wat mensen zijn die oorspronkelijk niet uit Oekraïne komen, maar uit onder meer Afrikaanse landen. „Ze waren eerder naar Oekraïne gevlucht of bijvoorbeeld als student naar dat land gegaan.”

Sturm begrijp dat deze mensen zich onder de vluchtelingen bevinden, maar merkt dat dit bij sommige dorpsgenoten vragen oproept. „Er was gezegd: Er komen 950 vrouwen en kinderen in Harskamp. Als je dan ineens allemaal mannen in het dorp ziet, snap ik de vraagtekens. Maar ik zou zeggen: Wees oprecht geïnteresseerd en ga het gesprek met hen aan.”

Kerkklokken

Wat motiveert Sturm –getrouwd en vader van twee kinderen– om dit vrijwilligerswerk te doen? „Ik denk dat het iets van naastenliefde is, een Bijbelse taak ook. En verder: wat zou je zelf willen als je op zo’n manier in een ander land komt? Dat mensen je aan je lot overlaten of dat je wordt opgevangen? Als je je openstelt voor de ander, krijg je daar veel liefde voor terug. Dat geeft mij energie.”

De Harskamper vond het mooi dat zondagochtend veertien Afrikaanse mannen de kerk binnen kwamen, tijdens de dienst van de hervormde gemeente. „Na afloop hebben we met hen koffiegedronken. Hoewel sommige dingen bij ons anders gaan dan ze in hun eigen kerk gewend zijn, hebben ze aandachtig geluisterd. En ’s avonds waren ze er weer. Dat vond ik bijzonder.”

Een van de mannen vertelde Sturm dat hij zondag graag naar de kerk wilde. „Hij liep door het dorp en bad tot God of hij een kerk mocht vinden, en opeens hoorde hij kerkklokken luiden. Zo kwam hij bij ons terecht. Dat raakte me. Hij kon ook veel over zijn geloof delen.”

Twee keer gevlucht

Het aantal vrijwilligers dat zich meldt om iets te betekenen voor de Oekraïners in Harskamp is „enorm”, zegt Phia Dekens van CVVE. „We krijgen dagelijks tientallen mailtjes en telefoontjes binnen van mensen die staan te popelen om iets te doen. Het aanbod is hartverwarmend. Binnenkort willen we beginnen met onder meer vrouwenactiviteiten.”

Dekens kijkt ook uit naar de eerste Meet & Eat, waarbij Nederlanders Oekraïners uitnodigen om bij hen thuis te eten. „Dat hebben we vorig jaar met de Afghanen ook gedaan. Vaak zag je dat mensen aan het eind van de avond telefoonnummers uitwisselden en daarna contact hielden, waardoor er mooie vriendschappen ontstaan. We hopen dat dit nu bij de Oekraïners net zo zal gaan.”

De deze week gestarte kinderclub in de noodopvang blijkt in ieder geval in een behoefte te voorzien. Tegen het eind van de dinsdagochtend zit er nog steeds een groep te kleuren, knippen en plakken. Een meisje met een roze muts rent naar buiten en laat aan haar familie zien wat ze samen met haar moeder heeft gemaakt. Een rond kartonnen vel hebben ze omgetoverd tot een vrolijk gezicht.

Een oom die Engels spreekt, vertelt dat ze christelijke Syriërs zijn, jaren geleden vanuit Homs gevlucht naar Oekraïne. „Nu zijn we voor de tweede keer gevlucht, vanuit Kiev”, zegt hij, terwijl zijn telefoon overgaat. Na een kort gesprek blijkt de verbinding verbroken. „Dat was een vriend van me uit Kiev, een dokter”, zegt de Syriër, die sinds tien dagen in Nederland is, met zijn vrouw en drie kinderen in tienerleeftijden. „Hoe gaat het hier eigenlijk met school? Dat is belangrijk voor mijn kinderen.”

Binnen zitten twee jongens zwijgend aan een tafel te kleuren. Een vrijwilligster heeft geprobeerd een praatje met hen te maken, maar dat bleek niet goed mogelijk. Wel weet ze intussen hoe de jongens heten: Alex en Rinat. „Ik heb geprobeerd erachter te komen uit welke plaats in Oekraïne ze komen, maar dat is niet gelukt.”

Verderop staat vrijwilliger Margreet Rienks uit Ede met een Oekraïense vader gebogen over een vertaal-app op de telefoon. „Hij wilde iets vragen voor zijn kind, maar ik begreep het niet. Het bleek dat hij plakband nodig had”, zegt ze even later.

In het verleden heeft Rienks, moeder van vijf kinderen, voor de christelijke organisatie World Servants kinderwerk gedaan in het buitenland. „Vorig jaar heb ik hier ook geholpen, toen de Afghanen in de noodopvang zaten. Toen ik hoorde dat er Oekraïners zouden komen, heb ik me meteen weer aangemeld. Ik wil graag iets voor hen betekenen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer