Zuid-Afrikaanse evangeliste vlucht van Wit-Rusland naar Gouda
Antonette Theron (55) vluchtte vorige week vanwege de oorlog in Oekraïne vanuit Wit-Rusland naar Nederland. Samen met haar man Thys Theron (60), die achterbleef, evangeliseerde ze in het Oost-Europese land. Zelf ziet ze nu een roeping in Nederland.
„God riep ons in 1994, zes maanden na ons huwelijk, van Zuid-Afrika naar Wit-Rusland”, vertelt Antonette Theron. „Om in dat land te mogen blijven, moest je een beroep hebben. Daarom begon mijn man een schapenboerderij in de buurt van Pruzhani.” Thys is daarnaast predikant van een kleine kerk en Antonette werkt als psycholoog. Tot slot vangt het echtpaar kwetsbare mensen op in hun huis om tot rust te komen. Inmiddels woont het echtpaar al 28 jaar in Wit-Rusland.
Op de zaterdag na het begin van de oorlog was Theron in de Wit-Russische hoofdstad Minsk voor een lezing. Ze zag dat veel inwoners van die stad bedrukt en bang waren. Ze wilden direct vluchten, maar dat is voor velen niet mogelijk. Kees Eijkelboom (46) uit Gouda, bij wie Theron verblijft, vult aan: „Er is dienstplicht in Wit-Rusland. Maar bijna iedere Wit-Rus heeft vrienden of familie in Oekraïne. Broeders uit beide landen moeten elkaar nu gaan bevechten.”
Theron besloot te vertrekken uit Wit-Rusland omdat het al lange tijd lastig was om het land uit te gaan en omdat ze bang was dat het snel onmogelijk zou worden. „Mijn drie kinderen wonen allemaal in het buitenland.”
Theron wilde graag naar Nederland omdat ze Eijkelboom al 22 jaar kent. „Kees’ kinderen hadden al een kamer voor mij geregeld, dat kon ik niet weigeren.” Eijkelboom: „Mijn vrouw Eline en ik stuurden Antonette onafhankelijk van elkaar hetzelfde bericht: wees welkom!”
Bondgenoot van Rusland
Toen Theron vluchtte was haar man Thys in Namibië. Ondanks de oorlogsdreiging is hij weer teruggekeerd naar zijn boerderij in Wit-Rusland. Theron: „Hij zegt dat het nog rustig is daar. Thys vindt het belangrijk dat ik veilig ben. Hij is teruggegaan voor zijn 250 schapen op de boerderij en voor de geestelijke schapen van de gemeente. Maar ik weet niet hoe lang hij nog veilig is en wat de sancties voor hem gaan betekenen.”
Terwijl Theron vlucht, krijgt ze bij de Poolse grens om onduidelijke redenen geen toestemming om te passeren. Na bemiddeling door Eijkelboom krijgt ze alsnog toestemming om Polen binnen te gaan. In Berlijn ontmoet ze Eijkelboom, die haar per trein tegemoet is gereisd. Een dag na aankomst in Gouda vertrekt Theron alweer naar Polen om gevluchte Oekraïense kennissen op te halen.
„Ik doe wat mijn hand vindt om te doen”, zegt Theron, inmiddels weer terug in Gouda. Ze wil graag Oekraïense vluchtelingen helpen om hun trauma’s te verwerken. „Ik ben psycholoog en ik ken de taal en de cultuur. Wellicht kan ik ook Nederlandse vrijwilligers opleiden, zodat we duizenden vluchtelingen psychische hulp kunnen bieden.”
Theron weet niet wanneer ze weer terug kan naar Wit-Rusland. „Zo lang president Loekasjenko aan de macht is, is het niet veilig”, zucht ze. De afgelopen twee jaar, na de laatste verkiezingen, merkte de Zuid-Afrikaanse een verharding van de kant van de overheid. „Iedereen wordt in de gaten gehouden. Er is veel meer geweld tegen onschuldige burgers. Je kunt je eigenlijk niet meer thuis voelen in zo’n land.”
Het doet haar verdriet dat de Westerse wereld nu zo negatief kijkt naar Wit-Rusland als bondgenoot van Rusland. „De bevolking is gedwongen om onder een regime te leven dat Rusland steunt.” Theron is niet somber over de christenen in Wit-Rusland. „Hun recente geschiedenis is een geschiedenis van verdrukking. Ze zijn wat meer tegenslag gewend dan Nederlandse christenen. Ze houden het wel vol, met Gods hulp.”