Kabinet wil laagste inkomens nog dit jaar te hulp schieten
Het kabinet wil nog dit jaar maatregelen nemen om de mensen met de laagste inkomens te helpen, nu de koopkracht door de torenhoge inflatie een flinke klap dreigt te krijgen. Dat zegt minister Karien van Gennip (Sociale Zaken) in een eerste reactie op de jongste koopkrachtramingen van het Centraal Planbureau (CPB).
Het kabinet is volgens Van Gennip al hard aan het werk om te kijken wat er mogelijk is om de gevolgen van met name de forse stijging van de energieprijzen te dempen. „Nu we deze cijfers hebben gekregen, kunnen we daar ook snelheid mee maken”, zegt zij.
Tegelijkertijd waarschuwt Van Gennip dat niet iedereen op evenveel hulp kan rekenen. „We moeten ons wel realiseren dat we het niet voor iedereen kunnen oplossen. Als land worden we collectief armer door de hogere energieprijzen. Dat betekent dat we met zijn allen minder te besteden hebben.”
De extra steun voor de allerarmsten „zal niet morgen of overmorgen op de rekening staan”, erkent Van Gennip, maar wel „in de loop van het jaar”. Sneller kan volgens haar echt niet. Zij wijst erop dat de oorlog in Oekraïne, die de prijzen verder omhoog heeft doen schieten, nog maar net begonnen is. Ook benadrukt zij dat het „heel uitzonderlijk” is dat een kabinet in een lopend jaar ingrijpt om iets aan de koopkracht te doen.
Hoeveel geld het kabinet precies aan koopkrachtreparatie wil besteden, kan Van Gennip nog niet zeggen. Maar dat het om grote bedragen gaat staat wel vast. „U weet dat we vorig jaar ruim 3 miljard aan de energierekening gecompenseerd hebben, het is zeker zo’n orde van grootte.”