„Coronaperiode was geestelijk goed voor mij”
De coronacrisis confronteerde ons dagelijks met de dood. Welke existentiële en geestelijke vragen riep dat bij mensen op? En bij wie konden ze daarmee terecht? Vier personen reageren.
Iets minder dan de helft van de lezers van het Reformatorisch Dagblad heeft corona gehad. Dat blijkt uit de resultaten van een enquête die deze krant in januari van dit jaar hield onder 1617 personen. Een kleine 5 procent kreeg de ziekte meer dan één keer. Inmiddels zullen de cijfers door de snelle verspreiding van de omikronvariant hoger liggen.
Met name jongeren liepen corona op. In de leeftijdsgroep van 30 tot 39 jaar heeft 30 procent geen corona gehad, bij de 70-79-jarigen gaat het om 67 procent, bij de 80-plussers om 76 procent. Gezinnen met (deels) thuiswonende kinderen kregen te maken met een hoog aantal besmettingen. Bijna 2 procent van de deelnemers lag vanwege een coronabesmetting in het ziekenhuis.
Een op de tien lezers leed een verlies in de nabije familiekring als gevolg van een coronabesmetting. Dat betrof (groot)ouders, broers en zussen of (klein)kinderen. Voor 2 procent van de respondenten ging het om meerdere nabije familieleden.
De meeste RD-lezers (90 procent) deden in de afgelopen twee jaar geen bijzonder beroep op kerkelijke bijstand vanwege corona. Waar dat wel gebeurde, betrof dat vooral (5 procent) het vragen van voorbede in de kerk of het ontvangen van praktische bijstand (anders dan geld of pastoraat) vanuit de gemeente (2 procent). Slechts sporadisch (1 procent) deden mensen een verzoek om pastorale hulp bij een ambtsdrager of een beroep op diaconale hulp.
Wezenlijke vragen
Wezenlijke, existentiële vragen –bijvoorbeeld over het geloof of de zin van het leven– zijn bij een meerderheid van de lezers (52 procent) meer gaan leven door de crisis. Voor zo’n 47 procent van de lezers zijn die vragen niet meer of minder gaan leven dan voor de crisis; voor ongeveer 1 procent juist minder.
Dat herkent een deel van de kerkenraden. Van hen geeft 44 procent aan dat zulke vragen „iets meer dan voorheen” leven in de gemeente.
Respondenten uit de Hersteld Hervormde Kerk (60 procent) en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (57 procent) gaven het vaakst aan dat wezenlijke vragen meer zijn gaan leven, het minst vaak zeiden lezers uit de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk (46 procent) of uit de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland (49 procent) dit.
De impact van de coronacrisis op het kerkelijk leven ervoeren veel lezers als „groot”, „heftig”, „moeilijk” en „ingrijpend”. Met grote regelmaat werd de zorg genoemd voor afhakers; jongeren of mensen die al „aan de rand” stonden.
Positieve gevolgen waren er ook. Een lezer schreef: „Ontberen doet waarderen. Door de vanzelfsprekendheid die er altijd was, werd de waarde van de kerkdiensten onderschat.”
serie Kerk en corona
De redactie kerk ondervroeg lezers en kerkenraden over de gevolgen van twee jaar coronacrisis op het kerkelijk leven. Zaterdag deel 8 (slot): gesprek met drie predikanten.