Recept: schorseneren uit de oven
Ze zien er niet erg gebruiksvriendelijk uit: schorseneren. Allereerst omdat deze lange stengels vaak onder het zand zitten. De schil daaronder is trouwens ook zwart – wat voor voedsel niet per se een aantrekkelijke kleur is. En dan hebben ze ook nog eens een onhandig formaat: ze zijn soms wel een halve meter lang. Iets korter dan prei, maar het scheelt niet veel.
Ik maakte jaren geleden kennis met deze markante groente toen we een groenteabonnement hadden bij een biologische winkel. In die zakken zaten in de winterperiode regelmatig schorseneren. Best lekker, enigszins vergelijkbaar met asperges. Omdat ze niet vaak te koop worden aangeboden was ik ze eigenlijk een beetje uit het oog verloren. Maar toen ik ze pas opeens weer zag liggen kon ik het niet laten er een stelletje aan te schaffen. Hè ja, schorseneren!
Wat ik was vergeten is dat ze er niet alleen niet erg gebruiksvriendelijk uitzien, maar dat ze ook niet zo gebruiksvriendelijk zíjn. Als je ze schilt, komt er namelijk een kleverig goedje vrij dat je maar moeilijk van je handen krijgt. Het lijkt wel lijm, die plaklaag, en dan van een hardnekkige soort. Om die reden werd deze vergeten groente –naar men zegt– wel keukenmeidenverdriet genoemd. Nog een veelzeggende naam uit de oude doos: armeluisasperges.
Schorseneren uit de oven
Ingrediënten (voor 4 personen)
1 kg schorseneren
azijn of citroensap
50 g boter
50 g bloem
500 ml melk
50 g pittige kaas
(versgeraspte) nootmuskaat
peper en zout
Bereiding
Was of boen het zand van de schil van de schorseneren. Zet een bak of teil water met een scheutje azijn of citroensap klaar. Schil de schorseneren; dat gaat het handigst met een dunschiller of kaasschaaf. Gebruik eventueel voor de zwarte ‘pitjes’ een mes. Leg ze na het schillen zo snel mogelijk in het water, anders worden ze bruin. Snijd de schorseneren in stukjes van een paar centimeter. Verwarm de oven voor op 180 graden.
Breng een pan met ruim water aan de kook. Voeg opnieuw een scheutje azijn of citroensap toe en zout naar smaak. Laat de stukken schorseneren hierin in 10 tot 12 minuten beetgaar koken. Test of ze zover zijn door er met een mes of vork in te prikken. Stort de schorseneren in een vergiet en laat de groente uitdampen.
Rasp ondertussen de kaas voor de bechamelsaus. Zet een pan met een dikke bodem op laag vuur. Doe de boter en de bloem erin en roer tot de boter is gesmolten en de bloem is opgenomen. Laat het mengsel een paar minuten zachtjes garen. Voeg een deel van de melk toe en roer goed met een garde. Doe de rest van de melk erbij en breng de saus aan de kook. Roer regelmatig. Laat de saus 10 tot 15 minuten zachtjes koken. Doe dan de helft van de kaas erbij en nootmuskaat en peper en zout naar smaak. Roer goed tot de kaas is opgenomen.
Leg de stukken schorseneren in een ovenschaal. Verdeel de saus erover. Bestrooi de bovenkant met de rest van de kaas. Zet de schorseneren 10 tot 15 minuten in de oven tot de bechamellaag een mooi bruin korstje heeft. Eet er bijvoorbeeld gekookte aardappelen of pasta bij.