PolitiekDebat staatsschuld
Debat staatsschuld luwde in tien jaar tijd

Het nieuwe kabinet heeft bij de presentatie van het regeerakkoord aangekondigd ongekend veel geld te gaan uitgeven. De aanpak van het stikstof- en klimaatvraagstuk kost tientallen miljarden euro’s. Hoe komt het dat er in het politieke debat weinig gediscussieerd wordt over het forse prijskaartje van de maatregelen?

Segers (CU), Kaag (D66), Rutte (VVD) en Hoekstra (CDA) presenteren het regeerakkoord in de Tweede Kamer. beeld ANP, Bart Maat
Segers (CU), Kaag (D66), Rutte (VVD) en Hoekstra (CDA) presenteren het regeerakkoord in de Tweede Kamer. beeld ANP, Bart Maat

„Het is niet alleen de VVD die van gedachten is veranderd. Nee, er is sprake van een ontwikkeling die zich afspeelt in alle geledingen van de maatschappij. Tenminste, dat is mijn indruk.” De opvattingen over de omvang van de overheidsschuld veranderen, merkt Jakob de Haan, hoogleraar politieke economie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij promoveerde ooit op het onderwerp overheidsschuld en heeft de achterliggende decennia de politieke en maatschappelijke discussie over dit onderwerp op de voet gevolgd.

De gedachtegang van velen is anno 2022 volgens de hoogleraar als volgt. „Eén: Er zijn grote problemen in de samenleving. Twee: Bij grote problemen moet de overheid ingrijpen. Drie: De overheid kan gratis lenen, dus we maken ons niet zo druk.” Deze redenering is communis opinio onder hoogleraren economie, economen, bij politieke partijen, maar ook bij maatschappelijke organisaties zoals werkgeversorganisaties, meent De Haan.

De Groningse hoogleraar staaft zijn onderbuikgevoel met cijfers uit een jaarlijks terugkerende Europese enquête. De Europese Commissie peilt de publieke opinie in alle EU-lidstaten over tal van onderwerpen. Zo’n duizend Nederlanders werken aan de vragenlijst mee op een totaal van 26.500 Europeanen. Een van de vragen in de enquête is wat de twee belangrijkste uitdagingen zijn waar het land van de respondent op moment van invullen mee te kampen heeft.

In 2010, toen de vraag voor het eerst in de vragenlijst zat, stond overheidsschuld nog in de top 5. Van de Nederlandse bevolking gaf 14 procent aan bezorgd te zijn over de omvang van de staatsschuld. De bezorgdheid nam toe tot een hoogtepunt tijdens de eurocrisis. In mei 2012 gaf 28 procent van de Nederlanders aan de omvang van de staatsschuld als een van de belangrijkste uitdagingen te zien. In de jaren daarna nam de ongerustheid snel af. In het voorjaar van 2021, een jaar nadat de overheid tientallen miljarden uittrok voor het bestrijden van de coronacrisis, is het percentage gedaald tot 3 procent.

De Haan merkt ook in zijn eigen omgeving dat de visie op overheidsuitgaven en -schuld verandert. Hij schreef anderhalf jaar geleden samen met een collega een opiniestuk dat geplaatst werd in Het Financieele Dagblad. De hoogleraren betoogden dat het verstandig is om, zodra de economie van de ergste klap van de coronacrisis bekomen is, een jaarlijks begrotingstekort van 1 procent na te streven. Als dan de economie ieder jaar 2,5 procent groeit, daalt de staatsschuld op de lange termijn naar 40 procent van de omvang van de economie. Bij een lagere schuldquote heeft de overheid een buffer om ook in de toekomst een economische crisis te kunnen opvangen, is een belangrijk argument in hun stuk. De Haan: „Bijna iedereen verklaarde ons voor gek. Het geluid dat wij vertolkten wordt niet meer zo breed gedragen als in het verleden.”

De anekdote illustreert het publieke debat over de overheidsfinanciën. In het eerste debat waarin kabinet en Kamer de degens kruisten over het onlangs gepresenteerde regeerakkoord zocht alleen SGP-leider Van der Staaij op dit punt de confrontatie met premier Rutte.

Reden daarvoor was de financiële doorrekening van de kabinetsplannen door het Centraal Planbureau (CPB). Het onafhankelijke instituut becijferde dat de staatsschuld op lange termijn kan oplopen tot 92 procent van de omvang van de economie. Dat is ver boven de Europese norm. Of het daadwerkelijk zover komt, hangt er onder andere vanaf of de door de coalitie aangekondigde klimaatuitgaven daadwerkelijk eenmalig zijn. Daarover verschillen coalitie en planbureau van mening.

Staatsschuldbarometer

Bij de interruptiemicrofoon hoopte Van der Staaij vast dat de Mark Rutte uit 2009 tegenover hem stond. In september dat jaar, de dag na Prinsjesdag, neemt de VVD-leider de staatsschuldbarometer in gebruik. Op een klein podium op het Plein in Den Haag verschijnt na een korte speech van de VVD’er een fors getal in beeld. De overheidsschuld bedraagt op dat moment ruim 341 miljard euro. Het tikkende geluid op de achtergrond maakt duidelijk dat de teller elke seconde verder oploopt. „Als het kabinet nu niks doet, en daar ziet het naar uit…”, klinkt het in de toespraak van de leider van de op een na grootste oppositiepartij.

Hoogleraar De Haan ziet dat ook andere politieke partijen zich inmiddels niet meer zo druk maken over een hoge staatsschuld. „Laat ik oud-minister van Financiën Wim Kok (PvdA) als ijkpunt nemen. Kok maakte zich wel degelijk grote zorgen over de overheidsfinanciën. Tegenwoordig maken PvdA en GroenLinks zich minder druk dan toen. Het gaat niet om een paar politieke partijen, maar maatschappijbreed schuift het denken over de overheidsfinanciën gewoon op.”

Het is volgens de Groningse hoogleraar nog te vroeg om op grond van de berekeningen van het Centraal Planbureau vast te stellen of er sprake is van een trendbreuk in termen van financiële uitkomsten. Wat hem wel opvalt aan de financiële paragraaf in het regeerakkoord is dat het kabinet de bewuste keuze maakt om „grote problemen in de samenleving op te lossen door veel geld uit te geven.” De hoogleraar is er echter niet van overtuigd dat meer overheidsuitgaven altijd de beste manier zijn om het gewenste doel te halen. „Dat is niet de enige optie. Het kabinet kan hetzelfde doel bereiken door belastingen te verhogen. Er zijn uit het verleden veel voorbeelden bekend van overheidssubsidies die nooit hebben gewerkt.”

Rente

Een cruciaal verschil met tien jaar geleden is de rentestand. De dag waarop Mark Rutte de staatsschuldbarometer in gebruik nam, woensdag 16 september 2009, betaalde Nederland zo’n 3,6 procent rente op tienjarige staatsobligaties. Dat verklaart de zorg van de VVD’er destijds dat hoge rentelasten op een oplopende staatsschuld andere overheidsuitgaven zouden verdringen. Vandaag de dag is de rente op een 10-jarige staatslening net iets meer dan nul procent.

17920701.JPG
Hoogleraar Jakob de Haan. beeld Rijksuniversiteit Groningen

Dat de rentestand cruciaal is voor de ontwikkeling van de overheidsschuld op lange termijn, blijkt uit aanvullende berekeningen van het Centraal Planbureau. Een aantal Kamerleden stelde de rekenmeesters schriftelijk de vraag hoe hoog de staatsschuld zou uitpakken als de rente op 2 of 4,5 procent zou uitkomen. Het planbureau becijferde dat de overheidsschuld in 2060 zou oplopen tot respectievelijk 125 procent en 210 procent van de omvang van de economie. Daarbij tekent het CPB direct aan dat deze percentages met een korrel zout moeten worden genomen. Als de rente weer zou stijgen tot het niveau van tien jaar geleden zou dat ook consequenties hebben voor allerlei andere factoren in de economie, zoals de wereldhandel en de rendementen van pensioenfondsen.

„Het is terecht dat het Centraal Planbureau in kaart brengt wat de risico’s zijn als de rente oploopt”, vindt De Haan. Een rentestand van 4,5 procent ziet hij niet snel gebeuren. „Maar de rente is wat aan het oplopen”, zegt de hoogleraar, terwijl hij naar de situatie in Amerika verwijst. De voorzitter van de Federal Reserve (Fed), Jerome Powell, maakte deze week bekend dat de rente in de Verenigde Staten in maart al omhooggaat. Voor het vervolg van dit jaar staan er nog meer renteverhogingen op de rol. De reden voor het rentebesluit is de hoog opgelopen inflatie.

Ook in Europa is de inflatie flink opgelopen. De Europese Centrale Bank (ECB) staat voor een soortgelijk dilemma als de Fed. „Het valt niet uit te sluiten dat ook in de EU de rente gaat stijgen”, zegt De Haan. Al zegt hij er meteen bij: „De economie goed voorspellen is iets wat ik nooit heb geleerd.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer