Designerdrugs: schadelijk maar niet te stuiten
Ieder weekend laven massa’s jongeren zich aan oppeppende, illegale drugs. Die zijn bijna net zo makkelijk verkrijgbaar als een nieuw paar schoenen, terwijl de effecten van de middelen soms verwoestend zijn.
Jeugdagent Maikel Boomkamp uit Aalten trof vorig jaar tijdens zijn dienst een tiener laveloos aan op straat. De jongen was zwaar onder de invloed van drugs en alcohol en niet meer aanspreekbaar. Als hij niet naar het ziekenhuis was gebracht, had hij het wellicht niet overleefd. Boomkamp: „Op zo’n moment maak ik me heel veel zorgen.”
Voor de politie is het in coronatijd lastiger om zicht te houden op de omloop van drugs. Voordat Nederland in lockdown in 2020 ging, kwam de agent regelmatig jongeren op straat tegen die onder invloed waren van verdovende middelen. Nu grote festivals door corona veelal zijn afgelast, is er veel drugs van voor naar achter de voordeur verdwenen, vermoedt Boomkamp. „Als we geen melding krijgen, is het moeilijk om erachter te komen hoeveel jongeren gebruiken.”
Wel denkt de politieman dat het gebruik van drugs is toegenomen in coronatijd. Zo sprak hij onlangs een twintiger die vertelde dat haar vriendengroep „volop gebruikte.”
Vooral de synthetische drug 3-MMC –ook ”Miauw Miauw” genoemd– is populair, merkt de politieman. In Aalten snuiven tientallen jongens en meiden, soms 14 jaar jong, het poeder. „Ze kunnen soms geen dag zonder.”
Boomkamp merkt dat jongeren drugsgebruik steeds normaler vinden. „Zoals de jeugd vroeger een biertje dronk, neemt ze nu ook drugs.” Jongeren schamen zich er doorgaans niet voor, ervaart de jeugdagent. Als hij een ronde door Aalten doet, vertellen ze open over hun middelengebruik.
Of de jeugd niet bang is dat hij ze bekeurt? „Tegen het af en toe gebruiken van drugs valt niet op te treden, zeker niet achteraf. Dat weet de jeugd.” Drugs zijn volgens de Aaltense agent net zo beschikbaar als „broodjes hamburger.” „Je bestelt ze online en hebt ze zo in huis.”
Uitgaande jongeren grijpen vaak naar drugs, blijkt uit het Grote Uitgaansonderzoek van het Trimbos-instituut. Uit de cijfers van 2020 valt op dat 44 procent van de jongeren in de leeftijd van 16 tot en met 35 jaar die geregeld clubs en festivals bezoeken in dat jaar xtc had geslikt. Ruim een vijfde van de 4824 ondervraagden gebruikte ketamine en 9 procent 3-MMC.
Boomkamp beseft dat ouders vaak met de handen in het haar zitten als hun kind drugs gebruikt. „Problemen in de thuissituatie lopen de spuigaten uit. Jongeren slapen soms vijf nachten lang weinig tot niet, worden agressief en schelden ouders de huid vol. Soms stelen ze geld om drugs te kopen.”
Euforisch
Drugs kunnen ook grote gezondheidsschade aanrichten. Uit de wetenschappelijke literatuur blijkt bijvoorbeeld dat ketaminegebruik gezondheidsklachten kan veroorzaken, die soms ernstig zijn. Een kwart van de mensen die ketamine gebruikten in het afgelopen jaar had naar eigen zeggen blaasproblemen, zoals pijn bij het plassen. Soms werd hun blaas zelfs verwijderd. Recent luidden urologen hierover de noodklok bij Nieuwsuur.
Daarbij komt dat drugs, zoals 3-MMC, erg verslavend zijn. Jongeren snuiven een poedertje en zitten er daarna nogal eens aan vast, weet de agent. „Heel veel jongeren gebruiken 3-MMC omdat ze daar een euforisch gevoel van krijgen als ze het niet meer zien zitten. Ze voelen zich een tijdje blij en gelukkig, maar zodra de drug is uitgewerkt, worden ze haast depressief. Dat zorgt voor een drang naar meer.”
Boomkamp ontmoette eens de ouders van een drugsverslaafde jongen die zelfmoord pleegde. De 26-jarige Gerjan zonk steeds verder weg in de drugswereld. Om zijn ADHD de baas te blijven, was hij ooit begonnen met het roken van joints. Op den duur gebruikte hij ook 3-MMC. Daardoor kreeg de twintiger waanbeelden en psychoses en zag hij het leven niet meer zitten. „Zijn ouders hebben zich met hart en ziel ingezet voor een verbod op 3-MMC zodat anderen voor zelfdoding worden bewaard.”
Snoepwinkeltjes
Volgens drugsdeskundige Margriet van Laar –al 26 jaar actief voor het Trimbos-instituut– is er geen ultieme oplossing voor drugsmisbruik. Legalisering van harddrugs, waar sommige criminologen, onder wie Yarin Eski en Ton Nabben, voordelen in zien, vindt Van Laar geen goed idee. Voorstanders van legalisering zeggen vaak dat op die manier criminaliteit wordt tegengegaan, omdat drugs niet meer op de illegale markt gekocht hoeven te worden. Van Laar: „De realiteit is echter dat Nederland een productieland is van synthetische drugs. De winstgevende illegale handel naar het buitenland stop je niet door hier een soort snoepwinkeltjes neer te zetten waar mensen legaal harddrugs kunnen halen. Een grote slag breng je de georganiseerde criminaliteit daarmee niet toe.”
Ook zou legalisering volgens voorstanders de risico’s voor gebruikers verminderen, omdat toezichthouders de kwaliteit van de drugs controleren. Van Laar betwijfelt dat. „Mensen die dit argument gebruiken, doen of een zuivere xtc-pil geen kwaad kan. Maar het gebruik van meerdere pillen en het combineren van diverse drugs en alcohol zijn ook gevaarlijk.”
Rotzooi
Een risico van legalisering is het signaal dat je ermee afgeeft, meent Van Laar. „De overheid waarschuwt dan eigenlijk niet dat het om een potentieel schadelijk product gaat. De kans bestaat dat jongeren daardoor denken dat het gaat om producten die veilig zijn.”
Boomkamp komt deze veronderstelling op straat onder jongeren tegen. „Omdat de drugs zo makkelijk verkrijgbaar zijn, zien mensen niet in wat voor gevaren het gebruik ervan met zich meebrengt”, aldus de jeugdagent. Stellig: „Designerdrugs zijn totale rotzooi.”
Daarom pleit hij voor een totaalverbod. „Dan kunnen we tenminste handhaven.” Het frustreert hem dat de politie „altijd achter de feiten aanhobbelt.” Een voorbeeld: In 2012 werd de designerdrug 4-MMC, de voorloper van 3-MMC, illegaal. Maar het verbod was nog maar net van kracht, of 3-MMC dook op. Sinds enkele maanden is 3-MMC ook verboden, maar Boomkamp verneemt al signalen van een opvolger, 3-CMC. „Producenten veranderen een ingrediënt en de drug valt niet meer onder de lijst illegale middelen uit de Opiumwet.”
Om dit probleem aan te pakken is er een nieuwe wet in de maak. Die gaat waarschijnlijk in 2022 in, vertelt Van Laar. De Nieuwe Psychoactieve Stoffen (NPS) wetgeving verbiedt een scala aan stoffen tegelijk die vaak worden geproduceerd om de Opiumwet te omzeilen.
Helemaal oplossen zal de nieuwe wetgeving het ontduiken van de Opiumwet niet, vermoedt Boomkamp. „Maar het signaal is helder. Er moet een duidelijke streep getrokken worden tussen wat wel en niet mag. Als we dan jongeren controleren op drugs, kunnen we alles wat op verdovende middelen lijkt in beslag nemen en er een proces-verbaal voor schrijven”, legt hij uit. Nu kan de politie een zakje poeder in beslag nemen, maar als dan uit onderzoek blijkt dat het geen illegale drugs is, moeten agenten het officieel teruggeven.
Maffia
In Den Haag legden diverse politici recent de link tussen pillen slikkende feestvierders en de maffia. Premier Rutte trok tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen van 2021 fel van leer tegen gebruikers van harddrugs: „Iedereen die een lijntje coke snuift, is onderdeel van een systeem van zware criminaliteit waar vele, vele miljarden in omgaan.” Een systeem dat bovendien volgens Rutte de Nederlandse rechtsstaat „zwaar ondermijnt.” Ook PVV-leider Geert Wilders vindt dat gebruikers van harddrugs „keihard” moet worden aangepakt. Hij zei in hetzelfde debat dat „iedereen die harddrugs gebruikt, medeverantwoordelijk is voor de ellende die over ons land wordt uitgestort”, doelend op het brute geweld van de drugsmaffia. Iedereen die boos is over moorden door drugshandelaren en niet zegt dat gebruikers moeten worden aangepakt, praat volgens Wilders „met dubbele tong.” Het CDA kwam recent met een drugsvisie. De Christendemocraten pleiten ervoor om te stoppen met het gedogen van ”gebruikershoeveelheden” en direct boetes uit te delen.
Van Laar denkt dat het bestrijden van problemen door gebruik van riskante Nieuwe Psychoactieve Stoffen vooral ligt in de combinatie van het verbieden –zodat een signaal wordt afgegeven over de risico’s en makkelijke beschikbaarheid wordt teruggedrongen–, voorkomen en monitoren van drugsgebruik. „Alleen dan kan een verbod zinvol zijn”, aldus de deskundige. „Overmatig gebruik van drugs is vaak slechts een symptoom van een groter probleem, zoals een slechte thuissituatie of psychische problemen. Deze gebruikers hebben vooral hulp nodig.”
Ook Boomkamp beseft dat alleen een verbod het drugsgebruik onder jongeren niet oplost. Daarom probeert hij, samen met onder meer Bureau Halt, tijd te steken in voorlichting. Zo bezoekt hij scholen en is hij actief op sociale media om jongeren te wijzen op de gevaren van drugs. „Ze moeten weten hoe schadelijk drugs zijn.”
Onlangs uitte de jeugdagent, samen met de burgemeester van Aalten, zijn zorgen over drugs in een brief aan zo’n 1600 ouders van tieners. Boomkamp wil ouders bewust te maken van de risico’s van designerdrugs. Hij hoopt dat ze zo alerter worden op signalen dat hun kind verdovende middelen gebruikt. „Een daarvan is dat het kind veel geld nodig heeft.”
Boomkamp onderhoudt contact met een aantal ex-gebruikers. „Laatst sprak ik nog een jongen die aangaf dat hij dankbaar was voor onze gesprekken. Die hadden hem geholpen zijn drugsprobleem te overwinnen.”
Realistisch is de agent wel: „Met voorlichting houd je niet iedereen van de drugs af.”