Lofprijzing in een Israëlische kibboets
Het is slechts een klein zaaltje, met eenvoudige plastic stoelen. Maar tussen de kale muren klinkt de rijke boodschap van het Evangelie. Kerkdienst in een kibboets.
De naweeën van een zandstorm werpen een grauwe sluier over het landschap. De anders zo lieflijke, groene heuvels ten westen van Jeruzalem krijgen een laatste stoffige toegift van de zomer. Gelukkig is de gelige mist doorgaans de voorbode van winterregens.
Tussen de rotsige hellingen doemt kibboets Tzova op. De collectieve nederzetting is vooral bekend om de productie van kogelvrije voorruiten voor voertuigen – geen overbodige luxe in Israël. Het dorpje is ook tijdelijk de plaats van samenkomst van een Messiasbelijdende gemeente. De leden wachten nog op de oplevering van hun nieuwe onderkomen op een industrieterrein in de buurt. In de zomer kwamen ze in de openlucht in een bos samen.
De diensten zijn op zaterdagmorgen – de joodse sjabbat. Dat laat zien dat de Messiasbelijdende gemeente voluit in die traditie staat. En het heeft in Israël een bijkomend praktisch voordeel, want zondag is gewoon een doordeweekse werkdag.
Tegen elf uur druppelen de kerkgangers het eenvoudige gebouwtje aan de rand van de kibboets binnen. Mondkapjes zijn nog verplicht, maar handen schudden is geen probleem. Koffie en thee is een kwestie van zelfbediening. Strakke aanvangstijden tellen hier niet. Het is tenslotte het Midden-Oosten.
Voorganger Tibi begeleidt zelf de gemeentezang op zijn gitaar, bijgestaan door een pianiste. Meerstemmig klinken de liederen uit enkele tientallen monden. Het blijft wonderlijk om in het Hebreeuws de lofzangen op de Heere Jezus te beluisteren.
Tibi houdt eerst een korte preek voor de kinderen. Hij vertelt over het leven van Jakob, die bij zijn oom Laban moest werken voor zijn twee vrouwen. Jakob was weliswaar niet eerlijk aan al zijn zegeningen gekomen, maar hij wilde wél graag door God gezegend worden, houdt hij zijn aandachtig luisterende jeugdige gehoor voor.
Wedergeboorte
Na de meditatie komen alle kinderen naar voren voor een gezamenlijk gebed. Allemaal mogen ze een verzoek voor de voorbede doen. Voor een zieke familie, voor een gezin dat in het noorden van Israël verblijft en de dienst niet kan bijwonen. Daarna zegent de voorganger hen en gaan ze naar buiten.
De preek gaat over Nicodemus, naar de bekende geschiedenis uit Johannes 3. Het is even schakelen om de Hebreeuwse namen naar de vertrouwde Bijbelse termen te ‘vertalen’. Tibi trekt een parallel tussen de wedergeboorte en de opstanding van de dorre doodsbeenderen in Ezechiël 37.
Hij wijst de gemeente op het gevaar van huichelachtigheid en naamchristendom. „Veel mensen noemen zich tegenwoordig wedergeboren. Maar als je ziet hoe ze hun leven leiden, dan missen ze de liefde van God en de werking van de Heilige Geest in hun hart. Het is niet oprecht. Het is absoluut noodzakelijk dat we wedergeboren worden uit water en Geest, zoals Jezus tot Nicodemus sprak.”
Na de dienst is er vooral ruimte voor persoonlijke ontmoeting. Een van oorsprong Hongaars gemeentelid vertelt over zijn voormalige vaderland, waar hij onder een communistisch bewind opgroeide. „Mijn vader was orthodox-joods en mijn moeder christelijk. Met die combinatie kon ik niet uit de voeten. Nadat ik filosofie ging studeren, ben ik jarenlang overtuigd atheïst geweest. Tot ik de Heere Jezus leerde kennen.”
Het valt niet mee om in Israël openlijk Messiasbelijdend te zijn, zegt hij. „Het is lastig om binnen te komen. Als je eenmaal een jaar of tien hier bent, heb je doorgaans weinig problemen meer.”
Dat beaamt ook Joseph Magen. In zijn woning in Shoresh, op enkele kilometers van kibboets Tzova, is de sjabbatmaaltijd aangericht. „Als je je niet te opvallend gedraagt, heb je als Messiaanse gelovige weinig te vrezen. Maar soms moet je je stem wel laten horen, vooral als de toekomst en het geestelijk welzijn van je kinderen in het geding zijn.”
Een van de tafelgenoten vertelt dat zijn kinderen op een niet-religieuze school in Tel Aviv zaten. Tien dagen voor het begin van het nieuwe schooljaar werd bekend dat ze een juf zouden krijgen die transgender was. „Dat was voor ons een kantelpunt. We hadden alle boeken al gekocht. Maar we zijn verhuisd om onze kinderen naar de Messiasbelijdende school in Jeruzalem te kunnen laten gaan.”
Dit is het derde en laatste deel in een serie over Messiasbelijdende Joden in Israël.