Yitschak Levi probeert te dienen als een leviet
Ooit wilde hij uit haat het Nieuwe Testament van de Bijbel van zijn vriend afsnijden. Maar God liet hem zien Wie de ware Messias is, ook voor hem als Jood. Yitschak Levi: „Dan kun je Zijn stem niet langer weerstaan.”
Steil kronkelt de weg omhoog, richting de top van de Scopusberg ten noordoosten van Jeruzalem. Net voorbij de Hebreeuwse Universiteit biedt een bekend uitkijkpunt een fenomenaal uitzicht op de Oude Stad. Het is Yitschak Levi (56) echter om de andere kant van de heuvel te doen. Daar ontrolt zich het panorama van de heuvels van Judea, die overgaan in de stoffige vlakte richting de Dode Zee.
„Kun je je voorstellen dat Abraham en Lot hier hebben gestaan toen het land tussen hen moest worden verdeeld?” zegt hij, terwijl hij naar de Jordaanvallei in het oosten wijst. „Toen was alles nog groen en vruchtbaar. Het was Lot als de hof des Heeren, zegt Genesis.”
Het is bepaald niet de enige Bijbelse plaats die vanaf dit punt is te zien, en Levi vertelt er graag over. „Daar ligt Anathoth, waar Jeremia vandaan kwam. Even verderop Rama, waar Samuël woonde. De Bijbelse geschiedenis komt hier tot leven. Als iemand nog aan de historiciteit van Gods Woord twijfelt, moet hij hier eens gaan kijken”, aldus de Israëliër.
„En daar wonen wij”, gebaart hij naar een verzameling witte huizen met oranje daken in de verte. Een hardnekkige stofstorm onttrekt het dorpje Geva Binyamin deels aan het gezicht. De nederzetting ligt achter de zogenoemde ”groene lijn”, die de wapenstilstandsgrenzen van na de Onafhankelijkheidsoorlog van 1948 markeert. En dus voert de weg ernaartoe langs een checkpoint van het leger, op de grens met de Westelijke Jordaanoever. De soldaten wuiven de auto ongehinderd door.
Aan de rand van Geva Binyamin bevindt zich de woning van het Messiasbelijdende Joodse gezin Levi. Vier kinderen zijn inmiddels getrouwd; twee dienen in het leger en één woont er nog thuis. Bij helder weer kan de familie vanaf het balkon tot aan de schemerende bergen van Jordanië kijken. Maar ook op de Palestijnse dorpjes die als een lappendeken tegen de omringende heuvels liggen. Met hun Arabische buren gaan ze vriendschappelijk om, zegt Levi. „Slechts één keer heeft een terrorist geprobeerd ons dorp binnen te dringen. Maar we zijn wel altijd alert.” Dat blijkt ook in huis, waar zijn zoon, met een pistool in zijn broeksband, de bezoeker begroet.
Haat
Levi wijst echter nog op een heel andere dreiging. Recent spoten radicale ultraorthodoxe Joden de tekst ”We hebben Jezus vermoord; we zullen jou ook doden; weg met alle zendelingen” ’s nachts op de gevel van zijn woning. „Dat laat zien hoe diep de haat tegen ons als Messiasbelijdende Joden zit. We hebben de muur overnieuw geverfd en we zijn niet zo nerveus aangelegd. Maar je weet dat je aan dit soort uitingen kunt worden blootgesteld.”
Het wantrouwen tegen Messiasbelijdende Joden herinnert Levi zich nog uit zijn eigen jeugd. Hij werd in 1965 geboren in Tel Aviv, als kind van een traditioneel Joods gezin. „Mijn vader was een godvrezende man en ik werd naar een ultraorthodoxe school gestuurd. Wij werden vanzelfsprekend opgevoed met het idee dat alleen het Oude Testament het volledige geopenbaarde Woord van God was. En iedereen die daar anders over dacht, was een ongelovige, die ook nooit een écht goede Jood kon zijn.”
God had echter andere plannen met Yitschak, vertelt hij. Intussen is zijn vrouw Ruti aangeschoven. In vloeiend Duits –„ik heb tien jaar aan de Bodensee gewoond”– stelt ze zich voor. „Tijdens mijn diensttijd zond de Heere me de Russische immigrant Ivan”, vervolgt Levi. „Hij was Messiasbelijdend, maar dat wist ik toen niet. Hij vroeg me of ik samen met hem de Bijbel wilde bestuderen. Dat deden we wekelijks.”
„Op een gegeven moment kwam ik erachter dat hij bij het boek Jesaja allemaal verwijzingen naar het Nieuwe Testament had geschreven”, vervolgt hij. „En korte tijd later ontdekte ik dat hij een Bijbel met beide Testamenten had. Ik heb toen gezegd dat hij daar zo snel mogelijk vanaf moest zien te komen. Ik heb zelfs aangeboden om het achterste deel eraf te snijden en zijn exemplaar weer opnieuw voor hem in te binden.”
Rode draad
Het liep anders. Ivan wist hem over te halen zelf het Nieuwe Testament te gaan lezen. „Ik heb dat beloofd. Maar ik heb erbij gezegd dat ik zou bewijzen dat alles één grote leugen is. Ik verkeerde in de veronderstelling dat ik mijn vriend moest redden”, blikt Levi terug. „Maar gaandeweg kwam ik erachter dat er een rode draad door het hele Oude én nieuwe Testament liep: Jezus Christus. Toen kon ik niet meer stoppen met lezen.”
Op de weg tussen Tel Aviv en Jeruzalem, terwijl hij in de auto uit de Bijbel las, kwamen met kracht de woorden uit het Johannesevangelie in zijn hart: „Ik ben tot de Mijnen gekomen” en ook: „De schapen kennen Zijn stem.” „Dan kun je Zijn stem niet langer weerstaan”, zegt Levi, terwijl de tranen in zijn ogen glinsteren. „Het was alsof Jezus heel direct tot mij persoonlijk sprak.”
Levieten
Zijn familie reageerde opmerkelijk mild op zijn bekering. „De échte test kwam bij mijn vrienden. Ze probeerden me terug naar het orthodoxe jodendom te brengen. Ze stelden me zelfs voor de keus: het Nieuwe Testament verbranden of verstoten worden. Door Gods genade ben ik staande gebleven. Zelfs in het leger heb ik geen problemen gehad. Ik heb na mijn dienstplicht nog 25 jaar in de strijdkrachten gediend.”
Daarna vond Levi een baan als onderwijzer in Jeruzalem op Makor HaTikva, een school voor Messiasbelijdende kinderen. Daar geeft hij geschiedenis, aardrijkskunde en Israëlische cultuur.
Hoewel hij de Heere Jezus heeft leren kennen, is Levi zich zeer bewust van zijn Joodse wortels. „Ik schaam me absoluut niet voor mijn Jood-zijn. Mijn vaders zijn Abraham, Izak en Jakob. Als Joden zijn wij geroepen om een licht voor de wereld te zijn. Maar er is één groot verschil met het Jodendom: ik kan niet gerechtvaardigd worden door het houden van de sjabbat of het niet eten van bepaalde beesten. Dat kan alleen door het bloed van Christus.”
Buiten is de schemering inmiddels gevallen. In de verte twinkelen de lichten van Jeruzalem. Levi wijst op zijn huis. „Ik behoor tot de stam van Levi. De Levieten hadden een taak in het huis van God en hadden geen land. Zo zie ik mijn positie hier ook. Deze woning is weliswaar van mij, maar ik ben hier slechts om te dienen.”
Serie Messiasbelijdende Joden
Dit is het eerste deel in een driedelige serie over Messiasbelijdende Joden in Israël. Volgende keer: Makor HaTikva, school voor Messiasbelijdende kinderen in Jeruzalem.