Mens & samenleving

Kan ieder mens een crimineel worden?

Het begint met een rel, een stoel door de ruit, een auto in brand. Voor je het weet zit je achter de tralies. Of ligt het niet zo zwart-wit. Wat gebeurt er tussen rellerigheid en criminaliteit, wat helpt ertegen en wat zijn risico’s?

Hanna Jongejan-Kater
1 December 2021 21:00
beeld iStock
beeld iStock

Buiten schijnt de zon, binnen lijkt de ruimte zich te vullen met een grijze wolk. Twee parketwachten brengen een verdachte binnen, die plaatsneemt naast zijn advocaat. Wanneer de belastende aanklachten klinken, is het tegelijkertijd even oorverdovend stil. Diefstal, mishandeling en afpersing. De officier van justitie benoemt dat het slachtoffer niet heeft willen verklaren waarom hij dit heeft gedaan. Een groot waarom-teken vult de ruimte.De rechter richt zicht tot de 22-jarige verdachte. „Wilt u nog iets zeggen?” „Nee.”

Volgens Van Dale is criminaliteit ”misdaad als verschijnsel”. Wanneer noemen we iemand nu een crimineel? Strafrechtadvocaat Tjesse den Haan benadrukt dat criminaliteit een breed begrip is. „Wanneer je tijdens het autorijden achter je telefoon zit en iemand aanrijdt, kun je ook voor de strafrechter belanden.” De advocaat, die zich onder meer bezighoudt met zaken rondom jeugdstrafrecht en tbs, maakt onderscheid tussen zware en lichte criminaliteit. „Niet alles binnen het strafrecht is te omschrijven als criminaliteit.” We spreken van een overtreding wanneer iemand een zak chips steelt bij de supermarkt of graffiti spuit op een bushokje. Bij een misdrijf gaat het om bedreiging, autorijden onder invloed, mishandeling, diefstal of verkrachting; ook wel gelinkt aan zware criminaliteit.

Terug naar het woordenboek, dat ons vertelt dat iemand die een misdrijf begaan heeft, een crimineel is. Toen Hans Barendrecht op het gerechtshof in den Haag werkte als gerechtssecretaris, kreeg hij diverse zaken onder ogen. „Al lezend in de dossiers van de criminelen vond ik het een groter wonder dat niet nóg meer mensen in de criminaliteit belandden. Ik vroeg me af: wat kan hierin de verantwoordelijkheid van christenen zijn?” Inmiddels is de 58-jarige Barendrechter ruim 25 jaar directeur van de organisatie Gevangenenzorg Nederland. Een landelijk netwerk van medewerkers en vrijwilligers zet zich in om gevangenen en hun familie een luisterend oor te bieden en mee te denken in praktische zaken, om hen zo naar een vorm van herstel te helpen. „In Nederland hebben we 17 miljoen rechters; iedereen lijkt wel een mening te hebben over criminelen. De crimineel is de door en door slechte man die in de gevangenis zit. Dan denk je al snel aan mensen als Taghi en Holleeder. Maar de gevangenis zit niet vol met gewetenloze mensen.”

Ook gaat criminaliteit de kerk niet voorbij, zo blijkt uit een artikel in Het Tijdschrift voor de Politie. Jan Hoekman, politiekundige en senior medewerker gebiedsgebonden politie, deed onderzoek naar criminaliteit binnen de Biblebelt. Hij sprak onder meer met politiemedewerkers, predikanten, schooldirecteuren, een hulpverleenster en (jeugd)leden uit de gereformeerde gezindte. Zij waren het unaniem eens: ook de gereformeerde gezindte is niet vrij van criminaliteit. Een predikant zei dat de statistieken niet afwijken van de criminaliteitscijfers in de rest van de maatschappij, maar dat de criminaliteitsvormen verschillen. „Criminaliteit waarbij de kans op ontdekking groter is –zoals straatroven, overvallen en inbraken– komt minder vaak voor in de gezindte, terwijl criminaliteit die onder een dekmantel kan blijven –zoals zedenzaken en fraude– relatief vaker plaatsvindt. Volgens de predikant houdt dit verband met de sociale dynamiek binnen de gemeenschap.”

Barendrecht: „In kerkelijk Nederland stel ik een bepaalde hardheid vast ten opzichte van criminaliteit. Mensen verwachten heil van strenge straffen. Toen ik eens een lezing gaf in een kerkelijke gemeente, reageerde een gemeentelid kritisch over de te lichte straffen voor criminelen. „Een week later werd zijn zoon opgepakt voor een zeer ernstig misdrijf. Barendrecht besloot het gemeentelid te bezoeken. De man zei tegen hem: „Als criminaliteit in huis komt, ga je er heel anders naar kijken. Dan word je voorzichtiger.”

Aangeleerd

Waar begint crimineel gedrag? Volgens de Amerikaanse socioloog en criminoloog Edwin Sutherland wordt niemand als crimineel geboren, maar wordt dit gedrag aangeleerd. Hierbij vormt de vriendengroep of de buurt een belangrijke voedingsbodem.

Volgens Maarten van Dun kan de stap naar criminaliteit razendsnel gaan. Deze onderzoeksjournalist schreef jarenlang voor Het Parool over misdrijven in en rondom Amsterdam. Daarnaast is hij medeauteur van ”Tieners achter tralies” (2020), een boek met verhalen over jongeren die in de criminaliteit zijn beland.

Van Dun: „Ik kan me voorstellen dat jongeren niet beseffen hoe snel ze terecht kunnen komen in een leven vol geweld en zorgen. Juist in achterstandswijken waar het zo nodig is, is een voorbeeldfiguur als een hardwerkende kaasboer, een gedreven leraar of een eerlijke accountant afwezig. In bepaalde kringen zijn er drie grote rolmodellen terug te vinden waar jongeren tegen opkijken: rappers, voetballers en criminelen. Als rappen of voetballen niet lukt, lijkt criminaliteit een aantrekkelijk middel voor jongeren om rijk te worden.”

Lage intelligentie is volgens het tijdschrift van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum, onderdeel van het ministerie van Justitie en Veiligheid, een risico: mensen zijn makkelijker beïnvloedbaar en gaan eerder over tot diefstal, inbraak, geweld of kleinschalige drugshandel. Dit betekent niet dat mensen met een hogere intelligentie geen crimineel gedrag vertonen; het gaat dan echter om een andere vorm van criminaliteit, zoals witteboordencriminaliteit of georganiseerde criminaliteit. De oorsprong van deze doordachte, vooropgezette vorm van criminaliteit is vaker een keuze; daartegen is moeilijker preventief te handelen.

Van Dun: „Op sociale media lijkt de hang naar geld en materialisme enorm. Daarbij wil ik benoemen dat ik criminaliteit niet wijt aan rapmuziek, maar wel vind ik dat jongeren het verkeerde voorbeeld krijgen van rappers die hun rijkdom tonen op sociale media. De rappers vinden kennelijk dat ze geen verantwoordelijkheid hebben.” De rol van de sociale media is groot als we het hebben over criminaliteit; zo worden er op sociale media en de zogenoemde dark webs wapens en drugs aangeboden. Daarnaast speelt de berichtgeving in de kranten en op nieuwssites een rol, aangezien misdrijven heftige emoties oproepen bij het publiek, dat daardoor sneller vatbaar is voor een mediahype.

Stigma

„Doe eens normaal, je lijkt wel een Marokkaan!” Op straat hoorde de Marokkaans-Nederlandse criminoloog Abdessamad Bouabid dit een moeder tegen haar kind zeggen, die vervolgens geschrokken haar blik afwendde toen ze Abdessamad Bouabid passeerde. „Leven met een stigma is leven met een onrechtvaardigheidsgevoel.” In een interview in Erasmus Magazine (2017) vertelt de criminoloog over het proefschrift dat hij schreef, waarvoor hij in gesprek ging met een groep Marrokaans-Nederlandse jongeren. De rol van stigmatisering stond hierbij centraal. De Amerikaanse socioloog Howard Becker stelt in de etiketteringstheorie dat sociale afkeuring van minderheden leidt tot criminaliteit. Als je behandeld wordt als criminele onruststoker, ga je je dan echt zo gedragen? Als Abdessamad Bouabid deze vraag voorlegt aan jongeren, onder wie enkelen in de gevangenis, geven ze aan dat de reden waarom iemand de criminaliteit in gaat niet ligt in de vooroordelen. „De meest gehoorde reden is de behoefte om snel veel geld te verdienen”, aldus Bouabid.

Hoewel geld volgens deze jongeren een belangrijke reden is om een misdrijf te plegen, benoemt Bouabid dat het lastig is om in kaart te brengen waarom iemand in de criminaliteit terechtkomt. Behalve invloed van anderen of het idee van een toekomst vol welvaart, kan psychische problematiek ook leiden tot een misdrijf. Thijs H. pleegde in 2019 drie moorden in vier dagen tijd; deskundigen van het Pieter Baan Centrum concludeerden dat hij volledig ontoerekeningsvatbaar was toen hij de moorden pleegde. In de zaak van Thijs H. concludeerde de rechtbank dat hij verminderd toerekeningsvatbaar is geweest en er sprake was van „een gedecompenseerd psychotisch toestandsbeeld.”

Een andere oorzaak van crimineel gedrag kan volgens de Amerikaanse socioloog Travis Hirschi het ontbreken van sociale bindingen zijn. De wetenschapper noemt adolescentie als een van de meest kwetsbare perioden in een mensenleven, waarin verbondenheid met familie en de aanwezigheid van normen en waarden een grote rol spelen. Hoewel het eind van de adolescentie wordt omschreven als de ”age crime-piek”, wordt volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek een op de zes misdrijven gepleegd door 50-plussers. Er is ook een grote groep criminelen die op latere leeftijd in de georganiseerde criminaliteit belandt, zo concludeert criminologe Vere van Koppen. Ze onderzocht in 2013 voor haar proefschrift de gegevens van 1600 daders en sprak 16 criminelen. Uit deze groep pleegden tien mensen op latere leeftijd een misdrijf. Van hen hadden er zeven een goede baan; contacten met mededaders werden in negen van de tien gevallen op de werkvloer gelegd. De criminologe concludeert dat criminelen in de georganiseerde misdaad hun criminele carrière met relatief zware misdrijven zijn begonnen.

Roekelozer

Volgens journalist Maarten van Dun moeten we misdrijven uit het verleden niet te veel romantiseren. „Geweld in de onderwereld is niet iets van vandaag, vroeger ging het er ook behoorlijk hard aan toe. In het huidige criminele circuit in Nederland wordt er door jonge mensen sneller naar steek- en vuurwapens gegrepen. Het valt me op dat criminelen steeds jonger en roekelozer zijn. Dat zag je ook bij de liquidatie van Peter R. de Vries, in het hart van Amsterdam, op klaarlichte dag.” Volgens Van Dun is er nog een oorzaak aan te wijzen naast de ontbrekende voorbeeldfiguren in de wijk. „De verdiensten in de drugshandel zijn toegenomen. Met cocaïne is veel geld te verdienen, dus de conflicten lopen ook flink op.” Hij stelt dat een veelvoud aan problemen de voedingsbodem is voor criminaliteit. „Vaak zie je dat als iemand een heel ernstig delict heeft begaan, hij een leven vol problemen leidt, niet zelden vol traumatische ervaringen vanaf jonge leeftijd.”

De gebrokenheid rond het thuisfront is volgens Hans Barendrecht van Gevangenenzorg zichtbaar in de gevangenissen. Zo sprak hij een jongeman die ervan droomde om eens een zaterdag naar de dierentuin te gaan met zijn kinderen. „Hij had nog geen relatie, ook had hij nog geen kinderen. Wat hij nooit zelf gehad had, bracht hij onder woorden. Harmonie, een stabiele grond, een veilige jeugd. Het was mooi en schrijnend tegelijk.”

Moreel besef

Volgens fotograaf en antropoloog Teun Voeten leidt het gebrek aan moreel besef tot ernstige delicten. Hij interviewde voor zijn proefschrift (2018) in de gevangenis van Mexico diverse huurmoordenaars. In juli dit jaar zegt hij hierover in NRC: „Wij voeren gewoon de klus uit, zeiden ze. De morele verantwoordelijkheid legden ze bij de opdrachtgever.” Daarnaast benoemt hij uitsluiting, onvervulde verwachtingen, dwang, een verstandelijke beperking en de lokroep van het makkelijke geld als mechanismen die mensen aanzetten tot criminaliteit. Van Dun: „Ook al is het aanvankelijk de glamour die hen heeft aangetrokken, vrijwel elke crimineel wil een ander leven. Dát zie je niet op sociale media. Ik ben niet van de grote woorden, maar in dit geval kan ik zeggen: criminaliteit eindigt vrijwel altijd in een cel of in de dood.”

Volgens Barendrecht is criminaliteit niet als een regenbui die je ineens kan overvallen. „Er is altijd een spanning in ons vanwege de zonde. Gelukkig uit zich dat niet vaak in criminaliteit. Een van de belangrijkste verklaringen waarom iemand crimineel wordt, is voor mij wat er in Spreuken 4:23 staat: „Behoed uw hart boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de uitgangen des levens.”” Volgens de directeur van Gevangenenzorg is criminaliteit ten diepste een probleem van het hart. „Geld, macht en eer zijn vaak drijfveren om het criminele pad te gaan bewandelen. Ook mensen in de Bijbel die we hoog hebben staan, pleegden misdrijven die vandaag onder ons strafrecht fors bestraft zouden worden. Denk bijvoorbeeld aan Mozes en aan David, die levensdelicten (lieten) plegen. We praten zo makkelijk over criminelen; het is altijd de ander.” Baren­drecht roept op tot nuance in plaats van veroordelen. „Een vrijwilliger zei eens tegen me: Als ik in de gesprekskamer zit, weet ik dat het genade is dat ik niet aan de andere kant van de tralies zit.”

Het begint met een rel, een stoel door de ruit, een auto in brand. Voor je het weet zit je achter de tralies. Of ligt het niet zo zwart-wit. Wat gebeurt er tussen rellerigheid en criminaliteit, wat helpt ertegen en wat zijn risico’s?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer