Duitse predikant Marcus Piehl: Blijven opkomen voor huwelijk en gezin
Zwaar kwam ds. Marcus Piehl in mei onder vuur te liggen nadat hij zich kritisch had uitgelaten over de „genderideologie.” Een halfjaar later blikt de Duitse predikant terug. „Wij zijn geroepen op te komen voor de Bijbelse waarheid en ons niet te richten op de tijdgeest.”
Vijf jaar was ds. Piehl (51) aan de evangelisch-lutherse Sint-Johannesgemeente in Nordstemmen, in de omgeving van de stad Hildesheim, verbonden. In mei ging het, plotsklaps, mis. Drie maanden later, in augustus, werd hij overgeplaatst naar een andere gemeente binnen de Evangelische Kerk in Duitsland (EKD).
Aanleiding tot alle commotie vormde een bijdrage van zijn hand in het gemeentebulletin van mei/juni. Daarin plaatste ds. Piehl kritische kanttekeningen bij een optreden van pornorapster Lady Bitch Ray tijdens een bijeenkomst van de partij SPD, begin maart. Zij stelde dat het „ook tot het feminisme behoort, zich te distantiëren van de binaire geslachtsconstructies.” „Met andere woorden”, concludeerde ds. Piehl: „dat er twee geslachten zijn (vrouw en man), is slechts iets wat verzonnen is, wat ontwikkeld en cultureel bepaald is.”
Op Bijbels-theologische en maatschappelijke gronden keerde de pastor van Nordstemmen zich tegen deze voorstelling van zaken en nam hij het op voor „Gods orde. In Genesis 1:27 luidt het: „God schiep hen als man en vrouw. En over de levenslange verbintenis van een man en een vrouw in het huwelijk geeft Hij Zijn zegen (Mattheüs 19:5-6).” Vervolgens nam hij het op voor het klassieke gezin en riep hij ertoe op „de huidige coronapandemie als een aanleiding te zien om opnieuw naar God en Zijn geboden te gaan vragen. Dat wens ik ook Lady Bitch Ray toe, want als je naar haar leven kijkt, doet zij vooral zichzelf geen goed.”
Hoe zou u de gemeente van Nordstemmen karakteriseren?
„Het is allereerst een volkskerkelijke gemeente. In Duitsland is, over het geheel genomen, nog zo’n 50 procent van de bevolking lid van een kerk. Dat geldt voor Nordstemmen ook: ongeveer de helft is evangelisch (protestants). Voor veel mensen is de kerk zoiets als de brandweer: goed dat die er is, maar beter als je ’m niet nodig hebt. Aan de andere kant is er een aantal heel betrokken leden, die invulling geven aan het kerkelijk leven en het christelijk geloof ook aan anderen willen overdragen. De gemeente van Nordstemmen telt rond de 2300 leden; zo’n 50 komen er naar de zondagse dienst, in normale tijden tenminste.”
Wat motiveerde u tot uw artikel in de ”Gemeindebrief”?
„In de zestien jaar dat ik nu predikant ben, heb ik heel wat confirmanten (jonge belijdeniscatechisanten) onder mijn hoede gehad. Veel geweldige jonge mensen. De laatste jaren valt het me echt op dat er meer jongeren met problemen te kampen hebben. Als we dan een uitje organiseerden, waren daar vaak jongeren bij met opvallend eetgedrag, die bijvoorbeeld heel ongezond aten, of die zich erg afzonderden. Als je dan de gezinssituatie van zo’n jongere kende, merkte je vaak dat er een verband was: er zijn problemen thuis, de ouders zijn gescheiden of iets dergelijks. En natuurlijk kan ik het mis hebben, maar ook wetenschappelijke studies laten zien dat psychische of andere problemen bij jongeren niet zelden verband houden met hun thuissituatie. Elk vijfde kind in Duitsland groeit inmiddels op in een eenoudergezin, waarbij die ouder vaak de moeder is. De waarschijnlijkheid dat zo’n kind psychische problemen krijgt, is dubbel zo hoog als die wanneer het in een gewoon gezin opgroeit. En dat het drugsverslaafd raakt, viermaal zo groot. Dat baart me zorgen en doet me verdriet.
Wat me daarom erg tegen de borst stuitte, was het bericht over het SPD-evenement waarop een zogenaamde pornorapster campagne voerde om de seksen te overwinnen. Nota bene: in plaats van dat je jongeren probeert te versterken in hun identiteit als volwassen man of vrouw, maak je hen daar onzekerder over. Dat is waar ik een keer tegenop wilde komen, omdat de Bijbel het heel anders leert. De Bijbel kent alleen man en vrouw en niets daartussenin.”
U zult niet verwacht hebben dat uw schrijven zó veel opschudding zou veroorzaken.
„Dat ik duidelijk stelling had genomen, wist ik natuurlijk. Maar ik schreef mijn bijdrage voor onze gemeente, voor onze 2300 leden dus. Dat hij binnen de kortste keren de hele republiek doorging en dat landelijke media zich meldden, nee, daar had ik nooit op gerekend.”
Hoe verklaart u dat?
„Ik weet het niet. Maar blijkbaar zijn bepaalde groepen op internet heel actief.”
Kan het zijn dat een gemeentelid het gemeentebulletin naar de media heeft gestuurd?
„Het zijn inderdaad enkele gemeenteleden geweest die zich over mijn bijdrage opgewonden hebben. Zij hebben die op internet gezet.”
Ook Lady Bitch Ray zelf reageerde.
„Jawel, maar volgens mijn kinderen, die actiever op sociale media zijn dan ik, kreeg haar reactie maar 200 of 300 likes. Belachelijk weinig eigenlijk.”
Welke reacties bleven u het meest bij?
„De reacties die me het meest verbaasd hebben, waren die waarin me homofobie werd verweten: in mijn artikel ben ik op het thema homoseksualiteit niet eens ingegaan. En dat me vrouwvijandigheid voor de voeten werd geworpen, terwijl ik eigenlijk juist voor vrouwen was opgekomen: Blijf als echtpaar toch bij elkaar; mannen, loop niet bij je vrouw en gezin weg – omdat die daar het meest onder te lijden hebben.”
U haalde in uw artikel de Kasselse evolutiebioloog prof. Ulrich Kutschera aan. Later zei u dat u dit beter niet had kunnen doen.
„Ik citeerde Kutschera omdat je hem niet bepaald christendomvriendelijk kunt noemen. Dat zo iemand over het genderonderzoek stelt dat het een antibiologische pseudowetenschap is, sterker: politieke propaganda, zegt wel iets. Maar Kutschera heeft ook dingen gezegd, over homoseksualiteit onder meer, waar ik zó niet achter kan staan. Dat wist ik op dat moment niet.”
Al vrij snel hebt u zich voor uw bijdrage verontschuldigd. Was dat wel nodig?
„Nadat mijn artikel verschenen was, kreeg ik eerst reacties van mensen uit mijn gemeente. Daaronder waren er ook van vrouwen die met echtscheiding te maken hadden gekregen. Die nu alleen voor hun kinderen moesten zorgen, voor een deel ook financiële problemen hadden. Zij hadden het gevoel: We hebben al zo veel problemen en nu krijgen we er van de kerk ook nog van langs. Dat deed me, als herder, pijn, omdat dat natuurlijk nooit mijn bedoeling was geweest.
Wie mijn excuses goed heeft gelezen, weet dat ik inhoudelijk niets heb teruggenomen. Veel mensen hebben het zo wel begrepen: Hij heeft alles teruggenomen. Maar dat is niet zo. Achteraf had ik mijn excuses nog wel iets anders willen formuleren, maar ik had geen enkele ervaring in de omgang met de pers. Mijn inhoudelijke, principiële stellingname heb ik in elk geval niet teruggenomen.”
Hoe zou u die in het kort omschrijven?
„Dat er Bijbels gezien twee geslachten zijn: man en vrouw, die elkaar in hun verscheidenheid wonderlijk aanvullen. En dat het gezin, van vader en moeder, daadwerkelijk de plaats is waar kinderen het beste kunnen opgroeien. Dat is, idealiter, de meest stabiele omgeving.”
Ondanks dat u zich had verontschuldigd, vond de kerkleiding dat u Nordstemmen moest verlaten. Hoe kijkt u daarop terug?
„Dat heeft me werkelijk verrast en zeer gedaan. Tot dan toe had ik, op een enkele uitzondering na, een goede verhouding met de kerkenraad. Ik vraag me ook af of dit voor de gemeente de beste oplossing is geweest. Maar ja.”
Hebt u overwogen uw zaak voor de rechter te brengen?
De predikant aarzelt. Dan: „Het is door mijn gedachten gegaan, maar ook in het belang van de gemeente heb ik het niet gedaan. Ik had ook niet tegen mijn wil overgeplaatst mogen worden, ik heb niets verkeerds gedaan. Dat een predikant in het kerkblad iets schrijft wat enkele mensen verontwaardigt, is nog lang geen reden om hem te kunnen ontslaan. Een kerkenraad mag ook niet zelf een predikant ontslaan. Ik ben met overplaatsing akkoord gegaan omdat ik vond dat de kwestie al zo veel onrust en discussie had veroorzaakt dat ik de gemeente niet moest beschadigen door de strijd aan te gaan.”
U ontving ook steunbetuigingen.
„Zeker. Zelf heb ik overwegend steunbetuigingen ontvangen, waaronder trouwens ook een paar uit Nederland. Mijn superintendent zei dat hij twee stapels brieven had gemaakt: één stapel van mensen die tegen mij waren en één van mensen die voor mij waren. Beide stapels waren volgens hem ongeveer even hoog.”
Lopen er op dit moment nog gesprekken met de kerkleiding?
„Nee. Er is wel sprake van geweest dat er dienstgesprekken zouden komen, maar dat is niet gebeurd. Ik heb niets gedaan wat aanleiding kon zijn tot een tuchtprocedure.”
In het contact in aanloop naar dit interview gaf u aan dat u nog wel voorzichtig moest zijn.
„Dat klopt. Menigeen kijkt nu naar mij, en ik moet natuurlijk oppassen dat ik niet opnieuw aanstoot geef.”
Betekent dit dat u een vergelijkbaar artikel niet meer zou schrijven?
„Dat zou ik zo niet zeggen. Het gaat om de waarheid. Als predikanten zijn wij geroepen om op te komen voor de Bijbelse waarheid en ons niet op de tijdgeest te richten.”
U bent niet de eerste Duitse predikant die op dit gebied met weerstand te maken krijgt: nog altijd loopt, in hoger beroep, de rechtszaak tegen ds. Olaf Latzel uit Bremen. Kent u hem persoonlijk?
„Nee. We hebben wel telefonisch contact gehad, maar verder ken ik hem niet.”
Inmiddels bent u als predikant werkzaam in Ronnenberg, niet zo ver bij Nordstemmen vandaan. Hoe gaat het?
„Ik vervang hier een predikante die met zwangerschapsverlof is, ik dien nu verschillende gemeenten in de regio. Het is een overgangsfase, ook om een beetje tot rust te kunnen komen.”
In Nederland klinkt de laatste tijd regelmatig de oproep aan kerken om „profetisch” te spreken, met name rond het klimaat. Hoe kijkt u tegen zo’n oproep aan?
„Profetie wordt nogal eens betrokken op de toekomst. Maar eigenlijk is het begrip ”profetie” afkomstig van een Grieks woord dat inhoudt dat men andere mensen voorhoudt wat Gods Woord zegt. En dan is het klimaat, of het bewaren van de schepping, zeker een belangrijk thema. Maar huwelijk en gezin, en het bij elkaar houden van de samenleving, zijn óók belangrijke thema’s. In mijn ogen is het de opdracht van de kerk om daarvoor op te komen, vanuit wat de Bijbel ons erover zegt. In dat opzicht vind ik het echt triest dat het ons als conservatieve christenen in Duitsland niet lukt om meer contact met elkaar te hebben, en met één stem te spreken. Er zijn veel kleine groepjes, zoals Kein anderes Evangelium, of het Netzwerk Bibel und Bekenntnis, maar doordat ze zo versplinterd zijn, hebben ze nauwelijks invloed.”
Ziet u ook in Duitsland het klimaat rond huwelijk en seksualiteit zich verharden?
„In Duitsland, ja, maar ook internationaal. Twee jaar geleden was ik op studieverlof in Amerika. Wat zich daar op de universiteiten afspeelt, is ernstig. En in Engeland was er recent het bericht over de hoogleraar Kathleen Stock die onder druk van de genderbeweging terugtrad.
Het is verbazingwekkend hoe een zo kleine minderheid in zo korte tijd een zo grote invloed heeft gekregen. Terwijl uit allerlei enquêtes blijkt dat een grote meerderheid van de samenleving de genderideologie afwijst.
Wat ik steeds weer wil benadrukken, is dat Gods Woord niet iets is wat ons mensen beperkt, maar juist wat ons levensruimte geeft. Het is een zégen wat God wil, ook op dit gebied.
De vraag is voor mij meer en meer: wie komt er nog op voor conservatieve waarden? Naar aanleiding van mijn artikel kreeg ik bijvoorbeeld een reactie van een vrouw die op de politieopleiding zat. „Dank u dat u dit zo uitgesproken heeft”, zei zij. Zij vertelde dat als een mannelijke arrestant die ervan verdacht wordt drugs of wapens bij zich te hebben, maar zegt dat hij een vrouw was, zij als politieagente hem moet bevoelen, ook tussen zijn benen. Een erg ongemakkelijke situatie. Maar omdat tegenwoordig wordt gezegd dat iedereen zijn eigen geslacht kan kiezen, moet de jonge vrouw het doen. Dan denk ik: Wie komt er voor mensen zoals deze politievrouw op? Dat je zegt: Dit kan zo niet?”
Hoe hebben uw vrouw en kinderen de afgelopen periode ervaren?
„Ook voor hen was het natuurlijk een moeilijke tijd. Aan de andere kan zijn we als gezin ook één geweest. Samen zijn we er doorheen gekomen. Het heeft ons nog meer aan elkaar verbonden.”