Eerbetoon aan Charles Taylor (90), eminence grise over secularisatie
Hoe kun je christen en modern zijn? De befaamde Canadese filosoof Charles Taylor (90) liet donderdag live vanuit Canada weten dat dit mogelijk is. „De moderniteit is een uitdaging voor het Evangelie, niet als gevaar dat bestreden moet worden.”
Charles Taylor is deze maand 90 jaar geworden en is nog scherp in zijn bewoordingen. Zijn boek ”A Secular Age” (Een seculiere tijd; 2007) wordt wijd en zijd geprezen als het meest omvattende werk over de secularisatie in het Westen. Taylor poneert in zijn werk dat de secularisatie niet geleid heeft tot verdwijning van religie, maar wel dat het christelijk geloof een „optie” is geworden te midden van vele andere mogelijkheden.
Een bundel over Taylor bracht donderdag heel wat Taylorfans in de Thomaskerk op de Zuidas van Amsterdam. Het was een bijeenkomst ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van het theologisch tijdschrift ”Journal for Theology and the Study of Religion”, wat gevierd werd met de bundel ”Modernity and Transcendence. A Dialogue with Charles Taylor” (Amsterdam University Press), onder redactie van Anthony J. Carroll en Staf Hellemans. Een ingewikkelde titel die laat zien dat ook de moderne mens behoefte heeft om boven zichzelf uit te stijgen (transcendentie). De bundel biedt diverse interreligieuze reflecties op Taylors lezing ”A Catholic Modernity?” uit 1996, waarin hij nagaat hoe de Rooms-Katholieke Kerk, waarvan hij lid is, aansluiting kan vinden bij de moderne tijd.
Jezuïet als voorbeeld
In zijn artikel uit 1996 laat Taylor zich inspireren door de Italiaanse jezuïet Matteo Ricci. Hij wilde rond 1600 het christelijk geloof introduceren in China. Omdat hij zich diep inliet in de Chinese beschaving en onder andere ook de klederdracht van confuciaanse geleerden ging dragen, werd hij door Rome veroordeeld. Voor Taylor is Ricci echter een belangrijk voorbeeld en inspiratiebron omdat hij christelijk geloof en Chinese beschaving bij elkaar wilde brengen.
Taylor wees in zijn artikel op twee „achterhaalde” manieren waarop christenen over de moderne tijd hebben nagedacht: enerzijds de poging om de christelijke religie te vereenzelvigen met een beschaving (”christenheid”) en anderzijds een ”religieus modernisme”, waarin de inhoud van het geloof ter discussie staat. Taylor moet niets hebben van deze vrijzinnigheid en is bijvoorbeeld enthousiast over het Tweede Vaticaans Concilie, dat de kerk openstelde voor de moderne tijd, zonder daarbij de traditie te verliezen.
Wat Taylor in Ricci inspireerde, was dat hij het Evangelie onderscheidde van de cultuur en tegelijkertijd daarvoor relevant wilde maken, lichtte hij donderdag toe. „Ricci wilde niet de westerse beschaving importeren noch de Chinezen tot Europeanen te maken. Dat is een uitdaging voor álle religies in deze tijd. Er is een kloof ontstaan tussen enerzijds mensen die terugverlangen naar vroeger en tegen de moderniteit vechten én zij die in een oecumenische geest van de ander willen leren. Wanneer je niet de verschillen accepteert, je alleen door je eigen geloof leidt en niet geïnteresseerd bent in elkaar, kun je niet samenwerken met het oog op dezelfde uitdagingen in deze seculiere tijd.”
Klimaat
Taylors zwakke kant is dat hij alleen de secularisatie in het Westen beschrijft, terwijl in andere delen van de wereld het christendom juist vaak bloeit. En is hij niet te positief over de moderne tijd? De Canadese filosoof denkt bij moderniteit aan humanisme, liberalisme, zelfontplooiing, mensenrechten en democratie, maar als we zijn voordracht 25 jaar na dato herlezen, doen we dat in een context die duidelijk grimmiger is, reageerde prof. dr. Herman Paul (Leiden). Hij verwees uitvoerig naar de huidige klimaatdiscussie, de uitbuiting van de aarde en de alsmaar groeiende kloof tussen arm en rijk.
Paul vindt het de tijd om de kerkdeuren wijd open te zetten voor mensen die lijden onder een overdaad aan schuld of een tekort aan hoop. „Vanouds is het belijden van schuld een vast bestanddeel van de christelijke liturgie. Christelijk gesproken ligt het voor de hand om onder deze schuld ook de uitbuiting van de aarde te scharen. Ik zie niet in hoe je op zondag schuld kunt belijden voor de verwoesting van Gods schepping en daags erop een vliegvakantie naar Bali kunt boeken.”
Prof. dr. Sophie van Bijsterveld (Tilburg) belichtte vanuit Taylors werk de Nederlandse situatie en ziet daarin zowel negatieve als positieve ontwikkelingen. Wettelijke bepalingen met het oog op religies en kerkgenootschappen staan onder druk. Door de afgenomen vertrouwdheid met het christendom bepalen de controversen over waarden vaak het maatschappelijke beeld van religie en „dat geeft een eenzijdig en onevenwichtig beeld.” Maar er zijn ook positieve ontwikkelingen, constateert zij, zoals de vrij recente wettelijke verzekering van het recht op religieus en levensbeschouwelijk onderwijs voor leerlingen van openbare scholen en de erkenning van het maatschappelijke belang van kerkgebouwen als cultureel erfgoed.