De Christian Employers Alliance (CEA) zegt in de aanklacht dat de regering de grondwettelijke grenzen overschrijdt door bedrijven en non-profitorganisaties te verplichten bij te dragen in de kosten van geslachtsverandering. Daarbij gaat het niet alleen om de kosten van medicatie of psychische begeleiding, maar ook om de dure operaties die nodig zijn. Elke werkgever die zich onttrekt aan de opgelegde verplichting kan zowel civiel- als strafrechtelijk worden vervolgd.

Christelijke ondernemers vinden dat ze hiermee gedwongen worden mee te werken aan iets dat tegen hun geweten en geloofsovertuiging ingaat. Daarbij stelt de CEA ook dat de overheid artikel 7 van de Civil Rights Act verkeerd interpreteert door genderidentiteit op te nemen onder een verbod op seksediscriminatie.

„Sekse wordt biologische bepaald en ligt vast vanaf de geboorte; genderidentiteit heeft te maken met gevoelens en beleving. Die kunnen volgens velen blijkbaar in de loop van de tijd veranderen”, zegt de advocaat van de werkgevers, Matt Bowman van de Alliance Defending Freedom.

De voorzitter van de werkgeversorganisatie, Shannon Royce, zegt dat de leden „geloven dat God doelbewust mensen schept als duidelijk mannelijk of vrouwelijk en dat deze schepping als mannelijk of vrouwelijk onveranderlijk is.”

Moeras

Royce stelt dat de nieuwe regelgeving „een moeras van problemen creëert, waardoor christelijke ondernemers en christelijke zorgverleners gedwongen worden positief te spreken over procedures voor gendertransitie, zelfs als ze het daar niet mee eens zijn. Als rentmeesters van de gezondheid en veiligheid van onze gewaardeerde werknemers, is het gewetenloos en ongrondwettelijk om procedures aan te bieden, te betalen of te bevorderen die rechtstreeks in tegenspraak zijn met onze diepgewortelde religieuze overtuigingen.”

Advocaat Bowman van de christelijke ondernemers zegt: „Door het begrip seksediscriminatie in de federale wetgeving verkeerd te interpreteren en het verbod onjuist te handhaven, heeft president Biden zijn grondwettelijke autoriteit ver overschreden ten nadele van gelovige mensen in het hele land.”

Bowman is heel stellig: „De overheid kan christelijke werkgevers niet dwingen om te betalen voor schadelijke medische procedures die in tegenspraak zijn met hun religieuze overtuigingen. De grondwet beschermt religieuze zorgverleners en werkgevers en stelt hen in staat hun werk te doen op een manier die verenigbaar is met hun geloofsovertuiging.”

Volgens Bowman hebben Amerikaanse christenen onvoldoende in de gaten dat de genderproblematiek een nieuw thema is in de strijd om het behoud van godsdienst- en gewetensvrijheid. „Het zou weleens kunnen zijn dat dit voor christenen een groter probleem wordt dan abortus of euthanasie. Daar zijn vaak niet meer dan enkele zorgmedewerkers of artsen bij betrokken. De genderdiscussie sleept alles en iedereen mee. Mede daarom zijn deze zaken van grote betekenis.”

De klacht van de CEA staat niet op zichzelf. In augustus begonnen enkele organisaties van christelijke artsen ook een procedure tegen de minister van Volksgezondheid, Xavier Becerra. Die zou volgens hen een regel voor genderbehandelingen hebben uitgevaardigd waardoor artsen gedwongen kunnen worden tot behandelingen die indruisen tegen hun geloofsovertuiging.