De Vraag: belangeloos de ander helpen
De buurvrouw vraagt onze kinderen soms om klusjes voor haar te doen, bijvoorbeeld bladeren harken. De kinderen verwachten vervolgens een beloning. Hoe kunnen we hun leren om belangeloos dingen voor anderen te doen?
Belangeloos
Het voor-wat-hoort-watprincipe is stevig verankerd in ons menselijk samenleven en kinderen pakken dat dan ook feilloos op.
Sommige onderzoekers stellen dat belangeloos iemand helpen niet bestaat en dat mensen die anderen helpen dit doen omdat ze verwachten dat anderen hen dan ook zullen helpen als dat nodig is. Dat zou op zich best waar kunnen zijn, maar het neemt niet weg dat belangeloos dingen voor anderen doen tal van positieve effecten heeft.
Zo versterkt het de band tussen mensen, werkt het vaak aanstekelijk en leidt het tot positieve gevoelens als liefde, betrokkenheid, dankbaarheid en voldoening. De Bijbel is ook positief over je belangeloos voor iemand inzetten, al wordt dit wel gekaderd in de regel: Heb je naaste lief als jezelf.
Het is daarom goed om kinderen al jong te leren om dingen voor anderen te doen. Als kinderen rond de 2 jaar oud zijn, staan ze vaak erg open om papa of mama te helpen met van alles en nog wat, zoals de was opvouwen of de tafel dekken. Door hierbij aan te sluiten en je kind taken te laten doen die passen bij zijn of haar leeftijd, leren kinderen dat het plezierig kan zijn om iemand te helpen.
Ook bij het ouder worden is het goed om kinderen te leren om dingen belangeloos te doen. Vraag regelmatig kleine dingen zoals „Wil je me een glas water geven?”, „Wil je de krant uit de brievenbus pakken?” of: „Kun je even de aardappels schillen?” Hierdoor leren kinderen op een vanzelfsprekende manier om betrokken en behulpzaam te zijn naar in eerste instantie hun ouders, maar daardoor ook naar anderen, zoals een buurvrouw.
Als kinderen groter zijn, kun je als ouder hier ook goed dingen over uitleggen: „Ik was je kleren, maak je broodtrommel klaar en help je met je huiswerk. Door die dingen voor jou te doen heb jij tijd om uit te rusten of lekker te spelen. En andersom vind ik het ook fijn als jij mij helpt met sommige dingen. Zo wordt het gezellig en fijn in huis.”
Kinderen kunnen op deze manier gaan ervaren dat belangeloos anderen helpen tevens een weerspiegeling is van het geschapen zijn naar Gods beeld. De God Die Zichzelf bekendgemaakt heeft als de Helper van ieder die hulpeloos is.
Femke Hagoort, gz-psycholoog