Joodse sekte kiest liever voor Iran
Van de staat Israël moeten ze niets hebben. Hun antizionistische gevoelens zijn zó sterk, dat de leden van de Joodse sekte Lev Tahor naar Israëls aartsvijand Iran willen emigreren.
Ze stonden vorige week al klaar op de luchthaven van Guatemala-Stad: tientallen leden van de Joodse beweging Lev Tahor – Hebreeuws voor Zuiver Hart. Mannen en jongens getooid met zwarte hoeden en pijpenkrullen. Vrouwen en meisjes van top tot teen gesluierd. Het reisdoel was Erbil, in Iraaks Koerdistan. Om vandaar de grens met Iran over te steken, in de hoop er politiek asiel te krijgen. Een aantal geestverwanten was hen al voorgegaan om hun komst voor te bereiden.
De Guatemalteekse politie stak echter een stokje voor deze plannen. Op verzoek van de Amerikaanse en Israëlische autoriteiten arresteerden agenten een aantal families op de luchthaven en voorkwamen dat ze het land verlieten.
Lev Tahor was echter niet voor één gat te vangen. Want zondag probeerden tientallen sekteleden met twee bussen vanuit Guatemala naar Mexico te ontkomen. Met de bedoeling daar op een vliegtuig naar het Midden-Oosten te stappen en door te reizen naar Iran. Maar ook die opzet mislukte, want de politie hield de voertuigen tegen en bracht de vluchters terug.
Het is niet voor het eerst dat leden van Lev Tahor naar Iran proberen uit te wijken. In 2018 vroegen volgelingen van de sekte politiek asiel in de Islamitische Republiek aan, nadat ze in een schriftelijke verklaring trouw hadden gezworen aan geestelijk leider ayatollah Ali Khamenei en de Iraanse regering. Vanuit Teheran blijft het overigens vooralsnog opvallend stil.
Dat ultraorthodoxe Joden antizionistische gevoelens koesteren, is niets nieuws. Er zijn diverse groeperingen die zich tegen de seculiere staat Israël keren omdat zij menen dat alleen de Messias het koninkrijk kan oprichten.
Rechtszaken
Maar dat een Joodse sekte uitgerekend Israëls aartsvijand Iran als nieuwe vestigingsplaats uitkiest, is op zijn minst opmerkelijk. Volgens de leden van Lev Tahor worden zij in Guatemala „vervolgd” en is de Islamitische Republiek de laatste plaats waar zij last van buitenlandse autoriteiten zullen hebben.
Gedoe met de overheid bestond de afgelopen jaren vooral uit diverse onderzoeken en rechtszaken tegen de beweging. Eerst in Israël, later in Canada en in de Verenigde Staten. Leiders van Lev Tahor werden onder andere verdacht van ontvoering, huiselijk geweld, kindermisbruik en gedwongen huwelijken van minderjarige meisjes. Het leverde de sekte zelfs de bijnaam ”Joodse taliban” op. Oprichter Shlomo Helbrans zat in de VS een gevangenisstraf van twee jaar uit wegens ontvoering.
Diezelfde autoriteiten maken zich nu echter juist zorgen om het lot van de sekteleden, nadat bezorgde familieleden aan de bel hadden getrokken over de emigratieplannen. De meeste volgelingen van Lev Tahor –een kleine 300– hebben een Amerikaans of Israëlisch paspoort – en vaak beide. De regeringen van die landen zijn dus verplicht voor hun staatsburgers op te komen als zij in het buitenland in de problemen komen.
Ze zijn bang dat de sekteleden in handen van IS in Irak zullen vallen of door Teheran als drukmiddel in onderhandelingen met het Westen zullen worden gebruikt.