Politiek

SP-Kamerlid Kwint: Identiteit bestaat niet bij gratie van uitsluiting

Anderhalve week na aanvaarding van zijn motie legt hij uit wat zijn echte bedoeling is. En trekt hij een klein boetekleedje aan.

16 October 2021 11:59
SP-Kamerlid Kwint. beeld RD, Henk Visscher
SP-Kamerlid Kwint. beeld RD, Henk Visscher

Is de motie die u indiende wel goed doordacht? U kunt scholen toch niet verbieden om hun identiteit op papier te zetten? Dat doen alle scholen, ook openbare.

„De motie geldt voor alle scholen, openbare en bijzondere. Overigens wil ik scholen niet verbieden om hun identiteit op papier te zetten. Het gaat mij om het ondertekenen van de verklaring. Op sommige reformatorische scholen moeten ouders als voorwaarde voor de toelating van hun kind de identiteitsverklaring onderschrijven. Daar wil de Tweede Kamermeerderheid van af.”

Waarom mogen scholen van u niet langer ondertekening van hun identiteitsverklaring vragen?

„Ik vind het gek dat de toegang van een kind tot een onderwijsinstelling afhankelijk is van het onderschrijven van een zeer gedetailleerde verklaring. De SP vindt het een goede zaak als kinderen met verschillende achtergronden samen naar school gaan. Door het niet ondertekenen van de identiteitsverklaringen gaat de identiteit van de school niet verloren. Een eigen identiteit, en zeker de reformatorische, kan wel een stootje hebben. Er komen misschien een paar kinderen bij van wie de ouders op onderdelen anders denken. Overigens moeten zij de regels van de school wel respecteren.”

Waarom bent u er zo op gebrand dat ouders en kinderen met een andere levensovertuiging een plek moeten krijgen op scholen met een gesloten toelatingsbeleid?

„Onderwijs dicht bij huis is een recht voor alle kinderen. De vraag wie naar welke school gaat, behoren ouders met hun kind te bepalen en niet de school. Het ondertekenen van een identiteitsverklaring is een drempel voor ouders om een kind op de school te krijgen die zij wensen.”

Veel ouders zien de school als een verlengstuk van de opvoeding thuis. Wat is daar mis mee?

„Je kunt verschillend kijken naar de vraag of de school het verlengstuk is van de opvoeding thuis of een instelling waar je allereerst onderwijs ontvangt. Ik leg de nadruk meer op het onderwijskundige aspect. Opvoeding is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van ouders.”

U wilt dus een breekijzer hebben om orthodoxe scholen toegankelijker te maken. De Onderwijsraad stelde vorige week in een rapport over de vrijheid van onderwijs juist dat het begrijpelijk is dat scholen met een specifieke identiteit een gesloten toelatingsbeleid voeren om hun eigenheid te kunnen bewaren. Wat vindt u daarvan?

„Op dat punt ben ik het niet eens met de Onderwijsraad. Ik snap eerlijk gezegd de angst niet van scholen met een sterke overtuiging. Als je die overtuiging hebt, wil je die toch ook graag delen met anderen en wil je anderen daar toch ook mee inspireren? Ik heb veel reacties gekregen uit de achterban van het reformatorisch onderwijs. Velen denken dat nu de bijl wordt gelegd aan de vrijheid van onderwijs. Het lijkt erop dat de vrijheid van onderwijs bij hen vooral de vrijheid is om kinderen bij de poort te mogen weigeren. Ik denk dat scholen die verklaring zelf te groot maken.”

Waarom wilt u uw principe opleggen aan anderen?

„Dat doen we hier in de Tweede Kamer de hele dag. We ordenen hier de samenleving.”

Maar u bent toch gehouden om maximaal rekening te houden met wat minderheden vinden?

„Dat vind ik ook van waarde. Maar de scholen houden toch de vrijheid om met ruime steun van de overheid hun missie vorm te geven. Dit is echt een hele kleine inperking van die vrijheid.”

Maar de SP wil toch steeds stapjes verder gaan? Toelatingsbeleid afschaffen en artikel 23 schrappen of moderniseren. Dat maakt het bijzonder onderwijs argwanend.

„In de ideale situatie zou ik geen artikel 23 formuleren. Maar ik kan het onderwijs niet opnieuw vormgeven. De toekomst van artikel 23 ligt voor een deel ook in de handen van het onderwijs. Er zijn in het onderwijs op dit moment overigens veel grotere problemen dan het wel of niet afschaffen van artikel 23. Het lerarentekort en kansenongelijkheid vind ik veel ernstiger.”

Vindt u het vreemd dat mensen u wantrouwen? U deed na aanvaarding van de motie een tweet de deur uit waarin u stelde dat scholen niet meer mochten zeggen dat seksualiteit in het huwelijk tussen een man en een vrouw hoort, dat twee keer per zondag naar de kerk gaan als regel geldt en dat er een hemel en hel zijn.

„Ik denk dat ik daar een fout heb gemaakt. Sommigen hebben daaruit afgeleid dat ik zou vinden dat mensen en scholen dat niet meer zouden mogen vinden of in hun identiteitsverklaring zouden mogen zetten. Zo was het niet bedoeld. Mensen mogen van mij wel drie keer per zondag naar de kerk. Ik vind dat fantastisch, dat moeten mensen zelf weten. Dat er verschillen bestaan in opvattingen over het huwelijk, daar ben ik mee bekend. Dat verander ik niet per motie. Dat kun je ook niet verbieden. Wat ik wilde, was laten zien dat sommige identiteitsverklaringen wel heel ver ingrijpen in het persoonlijk leven van mensen.”

Maar die verklaringen zijn er nu juist gekomen vanwege onduidelijkheid over het toelatingsbeleid van scholen. Nu is die duidelijkheid er en dan is het weer niet goed.

„Maar ik vind het nogal wat als scholen voorschrijven wat ouders op zondag moeten doen.”

Dat heeft alles te maken met de saamhorigheid van de groep. Dat moet een SP’er aanspreken.

„Jazeker. Dat is het mooie eraan. Maar er is ook geen reformatorische kerk die aan iemand die op zondagmorgen op de stoep staat, hem niet binnenlaat voor hij of zij de Drie Formulieren van Enigheid heeft ondertekend. Als dat binnen een kerk normaal is, waarom geldt dat niet voor het onderwijs?”

Als u een keer een kerk binnenkomt, wordt dat niet gevraagd. Maar als u echt wilt deelnemen en lid wilt worden, gebeurt dat wel.

„Maar een kerk is geen school. Voor mij staat bovenaan dat een school een onderwijsinstelling is. Je doet het onderwijs onrecht aan als je dat reduceert tot een vereniging. Zo zie ik onderwijs niet.”

Het onderwijs op reformatorische scholen is van zeer hoge kwaliteit. Daar wordt het onderwijskundig aspect toch niet ondergewaardeerd?

„Dan is het toch begrijpelijk dat ouders zonder een reformatorische achtergrond hun kind naar die uitmuntende school willen sturen? De overheid heeft over thuis en de kerk niets te zeggen, maar wel over het onderwijs.”

Was de achtergrond van uw motie juist niet dat u het oneens bent met de passage over het huwelijk? U stelde dat daardoor impliciet een huwelijk tussen mensen van gelijk geslacht wordt afgewezen. En dat wilt u kennelijk niet?

„Dat was aanvankelijk het haakje. Ik heb al langer aandacht gevraagd voor het toelatingsbeleid op orthodoxe scholen. Het ondertekenen van identiteitsverklaringen kan namelijk leiden tot een onveilig klimaat voor kinderen die er anders in staan of komen te staan. Dat maakt het voor kinderen moeilijk om het gesprek aan te gaan over homoseksualiteit of uit de kast te komen.”

Afgezien van het incident uit 2016, is het toch zo dat de Onderwijsinspectie op de Gomarus nu geen andersgeaarde leerling kon vinden die zich onveilig voelt op die school.

„Ze zijn niet gevonden, maar toen de misstanden zich wel voordeden, heeft de inspectie ze ook niet gevonden. Die verhalen kwamen pas jaren later.”

Maar nu waren ze er niet.

„Dat zegt wel iets, maar niet alles. Ik geloof zeker dat de reformatorische scholen hier op een gewetensvolle manier mee omgaan.”

Moet er niet veel meer gebeuren op andere scholen? Uit een onderzoek van twee universiteiten onder 30.000 leerlingen bleek dat een derde tot een kwart van de lhbti-leerlingen wordt gepest door medeleerlingen en leerkrachten.

„Dat gaan we zeker ook doen. Het debat ging enkele weken geleden over de misstanden op de Gomarus. Maar sociale veiligheid is niet te reduceren tot een identiteitsverklaring of een pestprotocol. Daar valt nog een wereld te winnen in álle richtingen van het onderwijs.”

Toch lijkt het erop dat u een hetze voert tegen het bijzonder onderwijs.

„Nee, dat is niet zo. Ik zou artikel 23 zelf niet hebben uitgevonden. Maar zolang het er is, heb ik het te respecteren. Er zitten ook positieve kanten aan. De meerderheid van de ouders kiest voor bijzonder onderwijs. Waarom voer ik een hetze als ik vraag om de school open te stellen voor mensen die wat anders in het leven staan?”

Wat is de volgende stap van de SP als het toelatingsbeleid de nek is omgedraaid?

„Is het echt het einde van de school als andersdenkenden die de grondslag en regels van de school respecteren, worden toegelaten? Ik denk dat de toeloop mee zal vallen en dat die ouders niet massaal in de medezeggenschapsraad zullen gaan om de identiteit van de school om zeep te helpen. Zal mijn achterban naar reformatorische scholen komen om er een socialistisch trainingskamp van te maken? Nee toch?”

Maar de Onderwijsraad acht dat wel een reëel gevaar en pleit daarom voor handhaving van het toelatingsbeleid. Deelt u dat?

„Een identiteit bestaat toch niet bij de gratie van uitsluiting van anderen die de identiteit niet onderschrijven? Dat was mijn diepste drijfveer.”

Oud-GroenLinks-Kamerlid Özdil deed eerder deze week de oproep om christenen niet steeds op het publieke schavot te zetten. Sprak zijn redenering u aan?

„Ik ken Zinni goed. Ik volg zijn zoektocht naar nieuwe zingeving met veel interesse. Maar dit is te kort door de bocht. Ik maak volgelingen van Jezus niet te schande als ik vraag om een iets ruimer toelatingsbeleid.”​

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer