Het aanbod op de gasmarkten sloeg dit jaar dramatisch om van ruim naar krap. Dat bracht twee zorgwekkende ontwikkelingen met zich mee: een ongekend snelle stijging van de gasprijzen tot historische hoge niveaus en een relatief lage vulgraad van de Nederlandse gasopslagen aan het begin van de winter, zeggen onderzoekers Jilles van den Beukel en Lucia van Geuns.

De onderzoekers doen de Nederlandse overheid drie suggesties om mogelijke problemen het hoofd te bieden. Ze raden aan om de bestaande commerciële gasopslagen in stand te houden, zo mogelijk uit te breiden, en ervoor zorg te dragen dat deze opslagen goed zijn gevuld aan het begin van de winter. Daarnaast moet Nederland zorgen dat er langetermijncontracten tot zeker 2030 worden afgesloten met leveranciers.

Tenslotte raden de onderzoekers aan om kleine gasvelden, met het oog op de financiën, leveringszekerheid en klimaat, in productie te houden. Van den Beukel en Van Geuns stellen dat het verminderen van de gasproductie, in landen waar deze productie voor een lage CO2-uitstoot zorgt, contraproductief is voor het klimaat, als dit resulteert in de import van gas met een veel hogere carbon footprint, zoals bij Russisch gas.

De onderzoekers waarschuwen Nederland dat we ons moeten voorbereiden op een moeilijke keuze: „Willen we de Groningse gasproductie de komende jaren operationeel houden? Zijn we alleen bereid meer te produceren voor leveringszekerheid bij extreme kou of ook bij andere crisissituaties? Zijn we bereid een veel groter deel van de baten van de Groningse productie ook aan deze provincie ten goede te laten komen?”