Verkiezingen Irak dreigen alleen maar meer chaos in het land te brengen
In Irak zijn op 10 oktober vervroegde verkiezingen. Die dreigen op nog meer chaos in het land uit te lopen.
Bijna twee jaar geleden vormde zich in Irak een spontane protestbeweging van vooral jonge demonstranten, die radicale politieke en economische hervormingen eiste. Politici in Bagdad buitelden over elkaar heen om de demonstranten lippendienst te bewijzen, met de uiteindelijke bedoeling om dit in hun ogen gevaarlijke fenomeen te neutraliseren.
Het gedrag van de invloedrijke Iraakse geestelijke Muqtada al-Sadr is tekenend voor de politieke klasse in het land. Aanvankelijk steunde hij de demonstranten en verklaarde hij dat hij hun strijd tegen de corruptie in het land begreep. Hij liet wijselijk in het midden dat hij zelf onderdeel was van de corrupte gevestigde orde. Jammer voor Sadr bleken de Iraakse jongeren dit echter niet vergeten te zijn – en hij werd weggehoond.
Sadr besloot zich vorig jaar juist tegen de protestbeweging uit te spreken. Naar ‘goed’ Iraaks gebruik gaf hij zijn milities opdracht de demonstranten in elkaar te slaan.
Onder druk van de straat werd uiteindelijk besloten om op 10 oktober verkiezingen te houden. De miljoenen demonstrerende jongeren hadden ondertussen echter hun laatste hoop verloren dat het nog goed zou komen met hun land. Ze besloten deze verkiezingen te boycotten.
In dit besluit van de protestbeweging schuilt echter een gevaar. Verschillende onderzoeken voorspellen dat de opkomst bij de verkiezingen waarschijnlijk onder de 30 procent zal liggen. Dit zou niet alleen in eigen land, maar ook op het internationale toneel de legitimiteit van een nieuwe regering –en zelfs van de Iraakse staat– onderuit halen.
Er zijn bovendien signalen dat Irak na deze verkiezingen in politiek zwaar weer terecht zou kunnen komen. De Patriotistische Unie van Koerdistan (PUK), die wordt geleid door Alaa Talabani, is een alliantie aangegaan met de door Iran gesteunde Fatehbeweging. De PUK komt hiermee lijnrecht te staan tegenover de Koerdische Democratische Partij. Er zal dus trammelant uitbreken in het Koerdische huis, dat voorheen in elk geval in Bagdad een eenheidsfront probeerde te vormen om de gezamenlijke Koerdische belangen te behartigen.
Ook de voormalige Iraakse premier Nuri al-Maliki heeft zich bij de Fatehgroep aangesloten. Hij is een verklaard tegenstander van de huidige Iraakse premier Mustafa al-Kadhimi, die de Iraanse invloed in zijn land probeert te verminderen. Kadhimi kon hierbij rekenen op de steun van de eerder genoemde Sadr. Zonder deze geestelijke kan Kadhimi feitelijk de komende verkiezingen niet winnen.
Van Sadr is echter bekend dat hij een ongeleid projectiel en een opportunist is. Tot verbazing van velen liet hij op 15 juli plotseling weten dat ook hij de komende verkiezingen zal boycotten.
Dit politieke steekspel speelt zich af tegen de achtergrond van de Amerikaanse terugtrekking uit Afghanistan. Veel Irakezen vragen zich af hoe betrouwbaar de Amerikaanse bondgenoot in werkelijkheid is. Wat zal er gebeuren als Washington inderdaad besluit om ook Irak te verlaten? Nogal wat Irakezen vrezen niet geheel ten onrechte dat hun land in dat geval weer onder de voet zal worden gelopen door IS. Politiek Bagdad lijkt hier niet wakker van te liggen.