De Vraag: onenigheid over kerkgenootschap
Mijn man wil zich heel graag aansluiten bij een ander kerkgenootschap, terwijl ik het in onze huidige kerk heel fijn heb. Hoe gaan we hier het beste mee om?
Wat maakt dat je het fijn hebt in een kerkelijke gemeente? Daarbij kunnen drie factoren een rol spelen.
1. Gezellig
Een kerkelijke gemeente kan ons het sociale vangnet geven dat we nodig hebben. Voor veel mensen functioneert de kerk net zoals de voetbal, de bridgeclub of de buurtvereniging. Die bieden een sociaal netwerk. Je bent niet alleen, mag meedoen in het geheel. Zo ben je gezien, gekend en word je betrokken. De kerkelijke gemeente voorziet in een basale behoefte aan contact en samenhang. Wie christen is uit gewoonte, heeft daaraan genoeg. Zolang er niet al te veel verandert en het een beetje gezellig blijft, hebben we het er goed. Ik wil niet zeggen dat dit zo functioneert bij de vraagsteller. Die ken ik immers niet. Wie echter als gemeentelid mee dobbert op de stroom, zonder zicht op Christus, kan aan de mensen genoeg hebben.2. Ruimte
Soms ervaren mensen niet genoeg ruimte in de gemeente waarvan zij lid zijn. In de prediking wordt de nadruk gelegd op bepaalde dingen in de levensstijl, waar ze langzamerhand genoeg van krijgen. Ze horen vooral normen en vormen; en die knellen. Dan kan de overstap naar een ander kerkgenootschap lonken. Want daar doet men minder moeilijk. Door eenmaal de korte pijn van het ‘eruit te stappen’ voor lief te nemen, ben je daarna vrij om een leven te leiden in een ruimere jas. Ik wil niet zeggen dat dit zo functioneert bij de echtgenoot van de vraagsteller. Die ken ik immers niet. Wie echter niet de Bijbel maar zijn eigen gevoel als richtinggevend ziet, kan om die reden opstappen. In de kern is dit overigens eenzelfde type overweging als van het gemeentelid dat lid blijft vanwege de gezelligheid. Je neemt het uitgangspunt bij je eigen behoefte. Helaas ben je doof voor de boodschap van vrije genade, omwille van Christus’ offer. Geschonken om niet.
3. Woord
Ik kan er echter beter van uitgaan dat zowel de vraagsteller als de echtgenoot in oprechtheid onder het Woord komen. Met een gebed in het hart: Spreek Heere, uw knecht hoort. Een leven in afhankelijkheid van de Heere, dicht bij de Schrift. Met het verlangen om Christus in alles lief te hebben en te dienen. In de belijdenis: Uw verzoenend sterven is het rustpunt van mijn hart. Dan verlang je samen naar Bijbelse prediking. Dáár dient het gesprek over te gaan. Samen, voor Gods aangezicht.
Overigens is ons op aarde geen fijn kerkgenootschap beloofd. Wel bad Christus om eenheid. De vraag stellen is hem beantwoorden: we leven in gebrokenheid.
Ds. A. S. Middelkoop, predikant in de hersteld hervormde gemeente te Sint-Annaland
Vraag volgende week
Ik heb presenteerangst en durf niet voor groepen te spreken. Coronatijd was voor mij een uitkomst omdat ik via Teams presentaties kon houden. Ik zie er enorm tegenop om straks weer fysiek voor een groep te moeten staan. Hoe kom ik van die angst af?
Reageren kan via sociale media en via mail.
Zelf een vraag insturen? Graag!