Seriemoordenaar: psychopaat met trauma
„Wij seriemoordenaars zijn zoons en echtgenoten. We zijn overal”, zei de Amerikaan Ted Bundy. Hij bekende ruim twintig moorden in de jaren 70. Hieke Wienke Jans –misdaadjournalist bij Panorama– en Ralph Schippers –scenarioschrijver en misdaadauteur–, zochten voor hun boek ”Seriemoordenaars in de Lage Landen” uit wat de misdadigers drijft.
De Belg Kim de Gelder die in 2009 van plan is om een hele straat uit te moorden en vervolgens een bloedbad aanricht in een kindercrèche, de Nederlander Koos Hertogs die zich in de jaren 80 verlustigt in het lijden van zijn slachtoffers in een martelkamer; hun literatuuronderzoek voor ”Seriemoordenaars” confronteerde Jans en Schippers met de gruwelijkste verhalen. Het boek –dat donderdag verschijnt– bevat portretten van seriemoordenaars in Nederland en België van 1812 tot heden.
„Soms kreeg ik een huilbui”, bekent Jans. „Je ziet de donkerste kant van de mens. Ja, uiteindelijk blijft een seriemoordenaar een mens, vaak misvormd vanuit een kwetsbare positie.” Ook Schippers moest af en toe diep zuchten bij het schrijven. „Je wordt met jezelf geconfronteerd: hoe ver zou ík gaan?”
Hersenbeschadiging
Hoe kan het dat iemand als de inmiddels overleden Koos Hertogs meisjes, onder wie de 12-jarige Anita Pothuis, verkrachtte, martelde en vermoordde en jaren later nog zei dat hij ‘nagenoot’ van zijn wandaden? Zo’n seriemoordenaar wordt iemand niet van de ene dag op de andere, zegt Jans. „Dat is een heel proces. Brandstichting, aanranding, verkrachting, daar beginnen veel seriemoordenaars mee. Daarna ontsporen ze nog verder door mensen om te brengen.”
Bijna alle seriemoordenaars kampen met een hersenbeschadiging, stelt Schippers. „Zo blijkt uit hersenscans van veroordeelde seriemoordenaars dat de gedeeltes die empathische gevoelens en emoties aansturen, slecht functioneren. Ze kunnen hun slachtoffers dan pijn doen zonder er zelf iets bij te voelen. Die rem is weg.”
Eigenwaarde
Meestal hebben seriemoordenaars die hersenbeschadiging opgelopen in hun jeugd, zegt Jans. Die kan volgens haar worden veroorzaakt door psychische trauma’s. Uit de verhalen die de journalist tegenkwam in wetenschappelijke onderzoeken, media-artikelen en tientallen rechtbankverslagen concludeert ze dat de meeste daders kampen met een gebrek aan eigenwaarde en zich willen bewijzen. „Dat lage zelfbeeld kan komen doordat ze vroeger zijn vernederd door hun ouders. Vooral moeders blijken invloed te hebben op de ontwikkeling van kinderen. Met haar hebben baby’s de eerste band. Veel seriemoordenaars hebben een dominante moeder die hen verwaarloosde. Dat leidt tot trauma.”
Een voorbeeld is Gerard Spruit, die in de eerste helft van de twintigste eeuw twee kinderen om het leven bracht. Spruit blijkt in zijn jonge jaren te zijn mishandeld door zijn moeder. Die ranselde hem af met een stok en peperde hem in dat hij nergens goed voor was.
Seriemoordenaars willen vaak grip houden op hun omgeving, merkt Schippers op. „Omdat ze vroeger het gevoel hadden dat hun leven uit de hand liep, zoeken ze nu volledige controle. Die projecteren ze op hun slachtoffer door over diens leven en dood te beslissen.”
Aangeboren
Het is niet zeker dat alle hersentrauma’s ontstaan door slechte omstandigheden, haasten beide auteurs zich te zeggen. Schippers: „Dat wordt nog onderzocht, onder meer door de Vrije Universiteit in Amsterdam. Misschien worden sommige mensen met psychopathische aanleg geboren, dan kunnen ze daar niets aan doen.”
Als blijkt dat seriemoordenaars vaak aangeboren afwijkingen hebben, zou dat consequenties moeten hebben in de rechtszaal, denken Jans en Schippers. Jans: „Dan is de vraag: kun je iemand veroordelen als die niets aan zijn daden kan doen?” Schippers denkt van wel. „Al is iemand ontoerekeningsvatbaar, de samenleving moet wel worden beschermd tegen die persoon. Dat gebeurt nu door tbs.”
Niet alle psychopaten zijn seriemoordenaars, nuanceert Jans. „Maar als een psychopaat in traumatiserende omstandigheden is beland, loopt hij een reëel risico zware misdaden te plegen.”