Niets doen met spaargeld kan ook een verstandige keuze zijn
Als kerk overwegen we ons spaargeld bij een Franse bank zetten. We krijgen daar 0,35 procent rente. Is dat verstandig?
In de hoofden van veel mensen lijkt zich een financiële ramp te voltrekken. De rente op spaargeld is 0 en wie meer bezit dan 100.000 euro moet zelfs gaan betalen. Er moet dus iets gebeuren met dat geld, zou je zeggen. Niets doen lijkt toch een vorm van financieel wanbeheer. Dat ervaren mensen al met hun eigen geld. Als je als kerk of non-profitorganisatie maatschappelijk geld beheert, moet je er zeker wat mee. Toch?
Ik ontving een vraag over geld stallen bij de Renaultbank, onderdeel van de Franse Renault Groep. Voor Renault is deze spaarmogelijkheid een slimme manier om geld aan te trekken.
De rente is variabel en de bank kan haar op ieder moment aanpassen. De bank valt onder het depositogarantiestelsel van Frankrijk. Dat klinkt positief. De naam Renault roept daarnaast vertrouwen op, in vergelijking met de vele andere onbekende buitenlandse aanbieders die er zijn en die ook een hogere rente bieden. Het is de vraag of je dit als kerk moet doen.
Allereerst is het verstandig om na te gaan of de buitenlandse bank ook in Nederland een vergunning heeft. Ook moet je kunnen inschatten of het land de depositogarantie daadwerkelijk kan nakomen als de bank omvalt.
We hebben het debacle met Icesave als voorbeeld. Deze bank viel om en IJsland kon zijn verplichtingen niet nakomen. De kans dat een groot land als Frankrijk volledig aan de grond raakt is natuurlijk kleiner. Maar deze tijd van onbeperkte kredietgroei levert veel onzekerheid op. We weten niet precies wat er gebeurt bij een volgende kredietcrisis. Ook al lijken de risico’s klein, helemaal weg zijn ze niet.
Overdenk daarnaast goed of het wel nuttig is om deze stap te maken. Doe dat door je te verplaatsen in de denkwijze van een investeerder. Voor hem is de verdubbelingstijd belangrijk, de tijd die het kost om het geïnvesteerde kapitaal te verdubbelen. Wil je dat voor elkaar krijgen met een rente van 0,35 procent, dan ben je 205 jaar zoet.
De kans dat er binnen dit tijdsbestek iets plaatsvindt wat het kapitaal in gevaar brengt, acht ik vrij groot. Iedereen voelt wel aan dat het risico fors groter is als je zo lang moet wachten tot je spaargeld is verdubbeld. Een rente van 0,35 procent lijkt in deze tijden hoog, maar is als je kijkt naar de verdubbelingstijd natuurlijk gewoon net niets. Daarbij is het de vraag of zo’n percentage geen lokkertje is, en of de rente niet over een jaar weer aangepast wordt.
Nu is je kapitaal in eigen land bij een grote bank stallen ook niet risicoloos. Dat hebben we wel bij de vorige crisis gezien. Maar een bank die erg belangrijk is voor het financiële stelsel laten ze niet zomaar omvallen. Dit soort banken noem je systeembanken.
Ik denk dan ook dat het veiliger is om als kerk je geld bij een solide Nederlandse systeembank te laten staan, dan het voor een extreem klein renteverschil naar het buitenland te verhuizen.
De auteur is Master of Financial Planning.