Minister op top in Kiev: Russische bezetting Krim moet stoppen
Rusland moet de bezetting van de Krim staken en het schiereiland teruggeven aan Oekraïne. Daarvoor pleitte demissionair minister voor Buitenlandse Handel Tom de Bruijn maandag op een diplomatieke top in de Oekraïense hoofdstad Kiev. Hij verving minister Sigrid Kaag (Buitenlandse Zaken), omdat zij druk is met de crisis in Afghanistan. De Bruijn is sinds enkele weken minister en dit is zijn eerste buitenlandse reis in die rol.
In 2014 annexeerde Rusland het schiereiland, dat vanwege de ligging van groot strategisch belang is. Ook wonen er veel etnische Russen. De Bruijn noemt de annexatie „illegaal” en strijdig met de soevereiniteit van Oekraïne. Volgens Nederland hoort de Krim bij Oekraïne, benadrukte hij.
De minister erkent dat het teruggeven van de Krim niet binnen enkele jaren is gerealiseerd, maar is toch hoopvol dat het de goede kant opgaat. Volgens hem hebben de sancties die de Europese Unie tegen Rusland heeft uitgevaardigd effect. Ook denkt hij dat „Rusland niet blij is” met de top in Kiev. Hij hoopt dat Oekraïne en Rusland op termijn de situatie op de Krim verder bespreken en de annexatie stopt.
De diplomatieke top in Kiev, het zogeheten Krim Platform, is ervoor bedoeld de teruggave van de Krim aan Oekraïne te bewerkstelligen. Aan de top doen ruim veertig landen mee, waaronder de Verenigde Staten. Charles Michel, voorzitter van de Europese Raad, sprak namens de Europese Unie.
Eerder dit jaar was toenmalig demissionair buitenlandminister Stef Blok in Kiev. Daar sprak hij toen samen met zijn collega’s uit België en Luxemburg over de soevereiniteit van Oekraïne en de burgeroorlog in het oosten van het land. Daar vecht de Oekraïense overheid tegen door Rusland gesteunde rebellen.
In 2014 werd het vliegtuig MH-17, met 298 mensen aan boord, boven Oekraïne door een luchtdoelraket neergehaald. Vermoedelijk is die afgeschoten door rebellen met steun van Rusland. Ook daarover spraken zowel De Bruijn als Blok tijdens hun bezoeken. De Bruijn zegt maandag dat de banden tussen Nederland en Oekraïne „uitstekend” zijn.