Bedreigingen en zegeningen rond evangelisatie met Bijbelbus
Op de Markt in hartje Den Bosch, bij een winkelcentrum in de Bijlmer of een rockfestival in Rijssen: Stichting Evangelisatie Sjofar verspreidt op tal van plaatsen het Evangelie.
De reformatorische stichting trekt al vijftien jaar met onder meer een Bijbelbus door het land. Ze combineert haar evangelisatieactiviteiten met toerusting van kerkelijke gemeenten. Zaterdag staat de organisatie tijdens een ontmoetings- en gedenkdag in Ede stil bij haar derde lustrum. Een van de sprekers is voorzitter en medeoprichter Jan-Dirk Liefting (54) uit Lunteren.
Hoe is Sjofar ontstaan?
„In 2000 werd het Europees Kampioenschap voetbal in Nederland gehouden. Enkele Amerikanen kwamen toen naar Nederland om te evangeliseren. In een artikel in het Reformatorisch Dagblad riepen de broers Peter en Wim Hasselman op hen te helpen. Dat leverde een groep van bijna honderd jongeren uit voornamelijk reformatorische kerken op die ging evangeliseren rond de voetbalstadions. Na afloop besloten enkele betrokkenen een werkgroep te vormen om her en der in het land evangelisatieacties op te zetten. Dat leidde in 2006 tot de oprichting van de stichting.”
Hoe reageert het publiek op jullie straatacties?
„In de beginfase reageerden mensen kil en waren ze meer anti dan de laatste jaren. Tegenwoordig vinden mensen het vaak mooi om onze mening te horen. Je mag alles geloven en zeggen, als het maar vrijblijvend is en je het niet te persoonlijk toespitst. De sfeer is over het algemeen redelijk ontspannen.”
Gaat het om eenmalige contacten op straat of krijgen ze weleens een vervolg?
„Onze insteek is een langere periode op dezelfde locatie te komen. In heel wat steden staan we al jaren elke maand. Het gebeurt weleens dat iemand die tien jaar geleden totaal geen interesse had nu ineens wel openstaat voor een gesprek. Dat kan komen door bijvoorbeeld ziekte of levensvragen waarmee hij worstelt. We proberen zo veel mogelijk samen te werken met lokale kerken en mensen naar hen te verwijzen. Meer dan eens hebben we het meegemaakt dat iemand vertelde dat hij door contact met ons de Bijbel is gaan lezen en tot verandering is gekomen. We zijn dankbaar dat God ons werk wil gebruiken.”
Welk momenten bleven u persoonlijk het meest bij?
„Dat zijn er ontzettend veel. We hebben een aantal keren doodsbedreigingen gehad, bij de bus, maar ook telefonisch en per mail. Zo werd ik ooit een zondagnacht om twee uur gebeld en kreeg ik allerlei verwensingen te horen. Ook werden we op een ochtend bij de bus bedreigd door een zware crimineel. Aan het eind van de dag kwam hij terug. Ik dacht: Nu gaat het gebeuren. Maar hij zei: „Ik heb jullie vanaf een bankje in de gaten gehouden en zie dat jullie oprecht zijn, ik kom mijn excuses aanbieden.” Dat maakt je klein.
Een paar jaar later –hij had intussen in de gevangenis gezeten– vertelde hij ons dat hij tot inkeer was gekomen. Nu evangeliseert hij onder criminelen en verslaafden. Dan zie je hoe de Heere mensen verandert.”
Welke ontwikkeling ziet u als het gaat om aandacht voor evangelisatie in reformatorische kring?
„Mede door de doorgaande ontkerkelijking zien gemeenten de noodzaak van evangelisatie steeds meer in, niet alleen in de grote steden, maar ook in plaatsen op de Biblebelt zoals Barneveld, Lunteren en Ede. Seculiere Nederlanders wonen overal, daar kunnen we niet meer omheen. Ik hoop dat dit besef blijft toenemen en dat we ook als stichting met onze circa 250 vrijwilligers op steeds meer plaatsen in het publieke domein mensen in aanraking kunnen brengen met het Evangelie. Want er zijn nog steeds veel witte vlekken.”