Geluk is meer dan een prettig gevoel
Geluk is iets anders dan genot of tevredenheid. Maar ook dan zaligheid. „Het pad van het echte geluk blijkt smal”, volgens dr. Willem Maarten Dekker.
De predikant en theoloog uit Waddinxveen schreef een ”theologische en filosofische verkenning over het streven naar geluk”, als uitwerking van een lezing voor studenten. Ook die uitwerking is voor „de nadenkende mens”, aldus Dekker in zijn voorwoord.
Inderdaad: wie op zoek is naar panklare tegeltjeswijsheden en trucs kan het boekje beter laten liggen. Allerlei namen en stromingen komen langs: van Aristoteles tot Schopenhauer, van eudaimonisme tot marxisme. De auteur gidst er met vaardige hand doorheen. Pas aan het slot zet de auteur tien praktische ”tips voor een beter leven” op papier. Maar dan blijkt ook dat de denkweg echt ergens toe leidt en de moeite wordt beloond.
Objectief geluk
De ”verkenning” is soms wel wat erg losjes opgezet, zodat de rode draad pas langzaam duidelijk wordt. Dekker begint met onderscheid te maken tussen „subjectief” en „objectief” geluk. Geluk is niet alleen maar een kwestie van smaak, zodat je gelukkig wordt als je doet wat bij je past. Je kunt namelijk alles hebben wat je wilt en toch ongelukkig zijn. Of omgekeerd: je kunt te maken hebben met lijden, schuld, dood en pijn en toch gelukkig zijn. Geluk moet dus wel meer zijn dan alleen een prettig gevoel.
Dekker plaatst geluk vervolgens in het midden tussen genot enerzijds en zaligheid anderzijds. Genot delen we met dieren, zaligheid met engelen. De mens staat daar tussenin. Onze cultuur trekt geluk naar de kant van genot, de christelijke traditie heeft de neiging geluk vooral te verbinden met zaligheid. Maar is het ook mogelijk om „domweg gelukkig” te zijn?
Gaandeweg ontleedt de auteur wat van zulk gewoon menselijk geluk de kenmerken zijn. Vooral een gedicht van de Zuid-Afrikaanse dichteres Elisabeth Eybers wijst hem hierin de weg. Geluk is iets van een moment (duurzaam geluk bestaat hier op aarde nog niet), het overkomt je (je kunt het niet organiseren), geluk is persoonlijk („Dingen kunnen ons genot bezorgen, maar alleen personen kunnen je een moment gelukkig maken”) en het is geestelijk.
Vergeten
Met dat laatste bedoelt Dekker niet zozeer dat geluk iets godsdienstigs is, maar dat bij geluk de geest (als samenvatting van verstand, wil en gevoel) voorop gaat en het lichaam bij de hand neemt. Hier helpt Dekker echt verder in de zoektocht naar geluk. Hij laat zien dat een en dezelfde fysieke handeling voor de een kan leiden tot geluk, maar voor de ander niet. Een onenightstand is heel anders dan seksuele gemeenschap in een volwassen huwelijk van liefde en trouw, hoewel de lichamelijke ervaring hetzelfde kan zijn. Dat komt „door de verschillende mate waarin de geest de sensaties van het lichaam overneemt en beaamt.” Bij losse seksuele contacten „vindt wel een vereniging van lichamen plaats, maar niet van zielen. Geluk is in de eerste plaats een ervaring van de geest.”
Waardevol en diepgaand zijn ook de gedeelten waarin Dekker uitwerkt dat voor ons als schuldige mensen het „vergeten” nodig is voor geluk. Zonder vergeten zou het gewicht van de wereld en van onze persoonlijke schuld ons altijd neerdrukken. Maar het geloof in de rechtvaardiging geeft ons „de moed om te zijn”: levensmoed en geluksmoed.
Ongeluk
De studie biedt veel verhelderende reflectie op geluk. Wat enigszins ontbreekt, is een peiling van ongeluk. Waarom voelen we ons soms toch ongelukkig? Waar zit dat op vast? Wat als jou maar weinig van die momenten van persoonlijk geluk lijken te overkomen? Dat maakt het immers moeilijk om te onderschrijven waar Dekker met Psalm 48 vers 6 indringend mee eindigt: „Het geluk is de ervaring dat Gód het lot is.”
Boekgegevens
Domweg gelukkig. Een theologische en filosofische verkenning over het streven naar geluk, Willem Maarten Dekker; uitg. Groen; 135 blz.; € 14,99